18.2/Dolken~

22 4 4
                                    

18

Dolken

'Kom op, we moeten verdergaan,' zei Jirina met dikke stem. Ze kon goed functioneren in een situatie waarin een doel was, waarin die duidelijk was, waarin ze precies wist wat ze moest doen, maar als Isadora in paniek zou raken, zou zij verdomme meteen volgen... Ze moesten doorgaan, ze waren er notabene al bíjna. Ze wierp een blik achter haar, op de medewerker van haar die ze achter moest laten. Ferdulle, ze had hem gekend; hij was een goeie gast geweest... Dit hoorde erbij – doorgaan.

Hemel...

De meiden en de vrouwelijke wachter die nog achter hen renden en hen beschermde, renden de hoek om en hoopten uit alle macht dat daar geen volgende persoon met een wapen zou staan. Immers hadden ze de schutter van het allereerste schot dat óóit in het Koninklijke paleis door iemand anders dan een wachter gelost werd... niet eens kunnen waarnemen. Maar niemand behalve stafleden die hen naar buiten wilden leiden, stond daar.

Ze begroetten de bedienden en wachters die er al stonden haastig, kregen een begroeting terug en vervolgens instructies, waarbij al Isadora's concentratie werd opgevraagd. Ze moest zich nu verdomme concentreren, ze moest weten wat ze moest doen en wat haar te wachten stond. Op paarden, slechts enkele spullen, stafleden met hen mee, rijden, vluchten.

Verder dan dat kwam ze niet. De bedienden ook niet. Een bulderend geluid overdonderde ieder van hen. Brokstukken uit de muren van het paleis knalden op de vloer en een tel later slaakte iemand een kreet van pijn. Een ander schreeuwde 'Néé!' en tot Isadora's groeiende paniek herkende ze de stem van haar broers, van Valerian en Jeremias. Meer gekreun volgde en toen gemompel. Gestommel volgde, iedereen hield diens blik op de richting van de geluiden gericht... Toen kwamen enkele mensen de hoek om. Valerian zocht direct steun bij de muur en viel er haast tegenaan. Jeremias werd met moeite overeind gehouden door wachters die er zelf ook niet veel beter aan toe waren dan hij; allemaal hadden ze gruis op hun kleding, haren en gezicht en... o, nee... een gapend, bloedend gat teisterde Valerians been en dikke, diepe schrammen ontsierden Jeremias' ledematen. De wachters hadden ook enkele verwondingen, maar Isadora's broers waren er het heftigst aan toe.

'Alle Goden en Godinnen,' fluisterde Isadora, en ze staarde naar Valerian en Jeremias, die hun richting in strompelden.

'Ga, we moeten doorgaan – lopen!' siste Valerian. 'Ga!'

De wachters die al in de gang stonden, kwamen in beweging en op dat moment arriveerden Frederika en Amadeo ook, die hun broers met al even grote ogen aanstaarden. Isadora's hart kromp ineen bij het zien van de verwondingen en de gezichten die zo ongeveer een representatie waren van de pijn die ze nu moesten lijden, maar Valerian had gelijk; ze moesten doorgaan, ondanks de doden, ondanks de verwondingen.

Een voor een, omringd door wachters en overige stafleden die in moesten springen wegens het tekort aan bewaking, liepen de Koninklijke leden de uitgang door, naar de paarden die daar op dit moment het bos in gebracht werden. Officieel had de verplaatsing pas over ruim een uur moeten plaatsvinden, maar nu het paleis zo abrupt werd aangevallen, was alles vervroegd en moesten de paarden – de paarden die speciaal voor dergelijke situaties beoefend waren – nog naar de afgesproken plaats toe komen.

Dit was een rustig, bedekt deel van het terrein van het paleis en voor zover Isadora een blik om zich heen kon werpen, was er niemand te zien – maar dat zei blijkbaar niets, want diegene die zojuist was gestorven achter haar had ook een schutter gehad die niemand van tevoren gezien had. Misschien was het wel een van de wachters die haar op dit precieze moment omringde. O, ferdulle, het ergste was nog dat die kans daarop niet eens zo onrealistisch was nu, gezien wat eerder was voorgekomen in het paleis bij ontrouwe wachters, gezien die keer toen ze Jirina ging redden.

Red me van de plekken waar ik thuishoorWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu