9.3/Vriendschap~

27 5 5
                                    

9

Vriendschap

Nadat ze de paarden hadden verzorgd, gewassen en de wei in hadden gestuurd, namen de meiden afscheid van elkaar. Jirina had nog wat werk te doen in haar kleine kantoortje en Isadora kreeg intussen een ander plan in haar hoofd, wat nog net zou passen voor haar lessen begonnen.

Een tijdje geleden had ze stilletjes besloten nieuwe vrienden te maken. Jirina was een geweldig persoon, haar broers en zussen konden af en toe – steeds vaker eigenlijk – óók geweldig zijn, maar ze had andere, nieuwe mensen nodig met wie ze goed kon opschieten. Niet gedwongen, niet uit verwachting van haar ouders wat vervolgens uitliep op discussies en uithuwelijkingen zoals bij Lazlo en Nandor het geval was, maar vrienden die op natuurlijke wijze naar elkaar toe groeiden. Goed, wellicht met een beetje hulp van beide kanten. Isadora besloot de eerste stap te zetten.

En wel bij de zus van de op één na grootste idioot die ze tot nu toe had ontmoet. Marlowe van Pitazstrafa. Aangezien zij en Nandor sinds vandaag de komende drie dagen in het paleis zouden moeten verblijven, had Isadora de kans om met haar te praten. In deze dagen zou ze ook gedwongen worden tijd door te brengen met Nandor, maar dat was een zorg voor later.

Ze zou eerst naar Marlowe op zoek gaan, die zich hier ook ergens in het paleis moest bevinden. Ze wandelde door naar de logeervleugel, vond uiteindelijk de juiste kamer en klopte aan op haar deur.

Enkele wachters in de gang wierpen haar een vlugge blik toe, maar Isadora had geen tijd om haar komst te verklaren, want Marlowe deed haar kamerdeur al open. Ze leek op dit moment klaarblijkelijk tijd te hebben, gelukkig. 'Uwe Hoogheid!' uitte ze verschrikt toen ze zich realiseerde wie er voor haar stond, en ze maakte een vlugge buiging, waarbij haar kastanjebruine haren naast haar gezicht vielen. Ze hadden dezelfde kleur als die van haar broer, net zoals de blauwe ogen. 'Vanwaar het genoegen?' zei ze.

'Goeiemiddag,' begroette Isadora Marlowe met een flauwe glimlach, maar de zenuwen ontwaakten vanuit haar onderbuik. 'Allereerst; je mag me tutoyeren, Marlowe. En ik... wilde vragen of je zin had in een gesprek...?'

Waar was ze in de naam van de Hemel aan begonnen? Wat als Marlowe de deur recht in haar gezicht zou gooien wegens snoeiharde desinteresse? Dat zou onlogisch zijn, want Isadora was een Prinses, maar de mogelijkheid bestond. En die sloeg nu pas bij haar in. Marlowe kon allerlei negatieve gedachten over haar hebben die zij nooit te weten zou komen.

'Een gesprek?' vroeg Marlowe. Gelukkig gedroeg ze zich iets losser, alsof ze naast het woord "je" gebruiken ook toestemming had gekregen voor het aannemen een minder formele houding. Isadora klaagde echter niet. 'Waarvoor dan, als ik dat vragen mag?'

'Eh...' Zonder naast zich te kijken besefte Isadora dat er zich nog wachters en lakeien om hen heen bevonden. 'Mag ik misschien bij je binnenkomen?'

'Natuurlijk,' knikte Marlowe, en ze stapte opzij om Isadora de deurpost door te kunnen laten stappen. Vervolgens sloot ze achter zich de deur, en ze keek de Prinses met grote, vragende ogen aan. 'Is er iets aan de hand, of zoiets?'

'Nee, nee,' suste Isadora vlug. Ze haatte het feit dat iedereen iets dergelijks altijd verwachtte als zij onverwachts aankwam. 'Ik wilde alleen de wachters niet zo op mijn nek hebben. Het zijn er immers nogal veel de laatste tijd...'

'Ja...' Marlowe knikte en slaakte een zachte zucht. Ze toonde dan misschien medeleven, toch verdween de nieuwsgierigheid niet uit haar houding.

'Ik wilde met je praten,' zei de Prinses vervolgens, 'gewoon om even te kunnen kletsen met elkaar. Ik... Daar had ik ineens behoefte aan, denk ik. Vind je het erg? Stoor ik je?'

Red me van de plekken waar ik thuishoorWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu