11.3/Doorns~

19 3 7
                                    

11

Doorns

Frederika kwam als eerste naar haar toe. 'Is alles in orde met je? Wat is er gebeurd?'

'Ik ben in orde. Oponthoud. Maar de wachters zijn voor nu uitgeschakeld, dus we kunnen beter doorgaan.'

'Wauw, hoe heb je –'

'Free,' onderbrak Isadora met pijn in haar hart – ze zou haar zus nooit meer negeren – en ze keek haar haast smekend aan, 'Denk aan Phine. We moeten doorgaan. Het spijt me.' Ze kon zelf niet eens uitleggen wat er was gebeurd.

Ze schudde het weg met haar hoofd. 'Je hebt gelijk.' Ze had deze keer geen gekwetste of breekbare blik in haar ogen staan, en dat maakte Isadora heel even trots op haar voordat ze zich weer concentreerde.

'Goed,' zei Ilena, die op adem moest komen, 'er zouden hier verderop nog meer wachters moeten staan, maar ik... ik vraag me af of dat nog wel zo is.'

'We kunnen altijd de gok wagen, nietwaar?' Levinus liep al door, over het haast onzichtbare pad waarop ze weer uit bleken te zijn gekomen. 'Kom op, meekomen. We moeten naar onze wachters toe.'

'Lazlo!' zei Ilena echter, 'laat me je handen zien.' Ze beende de tegenovergestelde richting in, op haar andere broertje af, en pakte zijn handen vast, bekeek de striemen en de straaltjes bloed die in het gras drupten.

Lazlo siste en zoog scherp de koele buitenlucht naar binnen van de aanraking.

'Het prikt.'

Hij knikte.

'Dit moet echt snel ingezwachteld worden – anders gaat het ontsteken en verlies je misschien te veel bloed, ik weet niet hoe heftig het is; er is te veel bloed,' mompelde zijn zus.

'Ja – later. Nu eerst de wachters,' kreeg Lazlo eruit met opeengeklemde kaken.

Deze keer stonden er netjes drie wachters op de afgesproken plek te wachten. Ze keken op toen de stoet aankwam, die direct stopte toen ze hen in het oog kregen.

'Uwe Hoogheden,' zei de voorste, een kleine vrouw.

'Halt,' zei Ilena direct. 'Wat is jullie nummer van wacht?'

'We... we hebben geen nummer van wacht, Uwe Hoogheid. We hebben alleen een hoek en een letter.'

'En wat is die?'

De wachters noemden hun hoek en letter op en de plek waar ze deze avond nog geweest waren. Vervolgens de verkorte versie van de eed van trouw die elke trouwe wachter durfde uit te spreken. De ontrouwe riskeerden de toorn van de God van de Gerechtigheid – vanwege het regiem dat sterk moest blijven in het belang van het land – maar bij deze mensen gebeurde helemaal niets.

Ilena kon weer ademhalen. 'De Godinnen en Goden zij dank...' fluisterde ze.

'Wat is er aan de hand, Uwe Hoogheid?'

De Prinses schudde haar hoofd, maar Levinus nam het woord al. 'We zijn verraden,' zei hij. 'Door andere wachters, die zo te merken niet langer nog trouw zijn aan het Torbanovische paleis. Het was erg leuk.'

De geschokte gezichten van de wachters toonden aan dat ze dit van tevoren niet in de gaten hadden gehad. 'Dat spijt ons, Uwe Hoogheid, dat hadden wij helemaal niet door,' zei een van de mannelijke wachters.

'Laat maar zitten, alles is in orde. Laten we gaan,' grauwde Ilena, en ze begon de wachters te volgen.

De spanning tussen Lazlo en Isadora was nu nog hoger dan anders, maar ook veel vreemder. Ze hadden altijd een vreselijke hekel aan elkaar gehad, maar zojuist had Isadora Lazlo's leven gered. Ze wisten niet goed wat ze nu van... datgene wat tussen hen in hing moesten denken. Het was makkelijker om elkaar rustig te kunnen haten, bekritiseren en te kunnen beladen met eigen frustraties en angsten die hen in de weg zaten... maar nu ze allebei een oneindige dood bijna in de ogen hadden gekeken, had de situatie zich vele malen ingewikkelder verweven. Alsof de Goden en Godinnen Daarboven zonet hadden besloten hun belofte van eerder deze dag flink op de proef te stellen. Tja, die belofte waren ze vooralsnog nagekomen...

Red me van de plekken waar ik thuishoorWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu