16.3/Geesten~

18 4 5
                                    

16

Geesten

'Verdomme, daar heb je wel een goed punt,' gromde Jirina. 'Maar we gaan dit uitzoeken, ja? Ik ga voorkomen dat je hieraan onderdoor gaat, of wat dan ook. Ja? We gaan dit oplossen.'

Isadora knikte, maar wilde haar stijgende hoop niet vestigen in de woorden, in de toon van Jirina, die vanaf het moment dat ze uitgesproken waren gedoemd waren te falen.

'Wie weet hier nog meer van af? Ben ik de eerste?'

De Prinses bleef iets te lang stil en haar wachter fronste haar wenkbrauwen, opnieuw.

'O? Niet dus,' zei Jirina, en haar stem klonk te bot, nét te bot. Isadora kromp weer inwendig ineen. 'Laat me raden,' ging ze door, 'Marlowe?'

Isadora kon het niet helpen zich enigszins beledigd te voelen bij het horen van die laatste woorden. 'Ja, dat klopt. Zij was de eerste aan wie ik het vertelde – dat kwam zo uit. Hoe weet je dat nou? En waarom zeg je haar naam op zo'n toon?'

'Omdat ik het vreemd vind dat je het wél aan haar vertelt, maar bang was voor mijn oordeel erover. Je kent haar notabene veel minder goed dan dat je mij kent!' Jirina sloeg haar armen voor haar borstkas en keek haar beste vriendin met gefronste wenkbrauwen aan.

'Ik ken haar inderdaad minder goed dan jij en dat was juist waarom ik het haar vertelde. Ik hecht minder waarde aan haar oordeel dan aan dat van jou. Jij bent belangrijker voor me. Ik ruil je niet in voor Marlowe, als dat is wat je denkt. Dan moet je ophouden met dat te denken, want dat is echt niet waar, Ina.'

Jirina's schild viel en ze slaakte een diepe zucht. Een tijdlang bleef ze stil, dacht ze na over Isadora's woorden. Die wachtte ongeduldig en begon met haar vingers te tikken uit opkomende paniek.

'Sorry,' verbrak Jirina uiteindelijk de stilte, en ze wierp een blik op haar, 'dat ik net even stil was. Ik weet dat je dat niet fijn vindt – ik moest alleen even nadenken. En ik snap je. Normaal ben ik niet zo redelijk, maar nu wel, vanwege jou. Klef is dat, hè?' Ze zuchtte en schudde haar hoofd, had een vage glimlach rond haar lippen. 'Wat ik hiermee wil zeggen, is dat ik je snap. Mijn mening kan... nou, af en toe behoorlijk heftig zijn, laten we het daarop houden. Dus ik snap het. En ik ben niet boos op je – in de verste verte niet. Jij bent hier degene die wezens ziet en dus de zielige is – niet ik.'

Isadora schoot nu oprecht in de lach, een lach gevuld van opluchting maar ook van een ironische vreugde. Ze kon zowaar lachen om een grap over de hallucinaties. 'Daar ben ik blij om, Ina. Echt.'

'Daar ben ík dan weer blij om.' Jirina trok haar in een vlugge omhelzing. 'Want ik zou onze vriendschap gaan betwijfelen als dat niet zo was.'

Weer lachten de meiden, maar bij Isadora viel die lach ineens naar beneden en toen Jirina dat zag, gebeurde bij haar hetzelfde.

Een uiterst akelige sfeer trad de kamer in en voordat Isadora daarover kon piekeren, tolde alle voorwerpen in haar kamer al. Jirina hing ondersteboven, viel weer terug, kantelde heen en weer, de muren draaiden om hun as en de misselijkheid greep diens kans en schoot omhoog naar Isadora's keel.

'Wat is er aan de hand?' zei Jirina op een haast zakelijke toon. 'Moet ik iemand voor je inschakelen?' Dit was de wachter sprekende tegen de Prinses.

'N-nee...' bracht Isadora uit tussen de oppervlakkige ademhalingen. 'Nee,' zei ze nogmaals, 'niemand.'

Ze kneep haar ogen samen om de beelden op haar netvlies niet te hoeven zien, maar het draaiende gevoel liet zich daar niet door tegenhouden. Alle macht schoot uit haar handen weg en ze gaf zich gedwongen over aan het gevoel. Kreunen die ze niet tegen kon houden, braken haar lippen open en lieten die in pijn openstaan terwijl de wereld verder draaide.

Red me van de plekken waar ik thuishoorWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu