1
Prinses
Sommigen vielen stil toen ze de ruimte betrad, maar de meesten keken al niet meer op van het feit dat een Prinses de kamer binnen liep. Enkele leden van de dansgroep begroeten haar echter vriendelijk, wat zij op haar beurt terug deed. Ze was blij dat toch een paar mensen haar zagen.
Isadora ging zitten in een luie stoel voor een tafel waarop vele spullen neergelegd waren – de ene op zorgvuldigere wijze dan de andere – en recht voor een brandschone spiegel, waarin ze haar ietwat grote grijsblauwe ogen en haar goudblonde haren kon zien, die onderhand zo lang werden, dat ze geknipt zouden moeten worden. Ze lette meteen op haar houding, rechtte haar schouders en zette vervolgens de rol van de Prinses op; de rol van een autoriteit. Soms genoot ze heimelijk van dat personage, vond ze het normaal om de dienst uit te moeten maken, want dat was immers onder andere wat een Prinses hoorde te doen, maar af en toe... Af en toe had ze gewenst dat die rol haar nooit toebedeeld was en dat ze gewoon zichzelf kon zijn – dat ze de vrijheid had om ook werkelijk in het personage te kunnen stappen dat "zichzelf" heette en dat ze niet werd omringd door verplichtingen, regels, prikkels, onzekerheden en angst.
'Ik zal eerst uw haren doorborstelen, Uwe Hoogheid, zoals altijd,' zei een jonger meisje dan de vrouw die haar hiernaartoe had geleid tegen haar. 'Zijn er nog bijzonderheden van uw kant die ik moet weten?' Ze keek Isadora aan via de spiegel en pakte ondertussen de lange, nu nog weelderige lokken van de Prinses vast.
Die schudde haar hoofd. 'Nee, u kunt gewoon beginnen.'
De bediende knikte en begon zwijgend aan Isadora's haren; na deze doorgeborsteld te hebben, wikkelde ze het geheel in een middelhoge, dikke knot. Een andere, mannelijke bediende met zo nu en dan een vrouwelijk trekje kwam even later bij de luie stoel staan en ging na toestemming ontvangen te hebben aan de slag met het voorzichtig bewerken, en bíjwerken, van Isadora's gezicht. Zij kon daar wel van genieten, van de verzorging die haar lichaam ontving en van de ritmische bewegingen die de bedienden maakten, maar toch staken lichte zenuwen in haar onderbuik de kop op.
Dansen was Isadora's passie – of ze dat verplicht was uit te oefenen of niet maakte haar onderhand niet meer uit. Nu was dansen haar tijdverdrijf geworden en kon ze zowaar genieten van de optredens die zij en haar groep moesten geven, wat toen ze klein was een ander verhaal was. Maar er werd gespeculeerd dat er deze keer veel meer mensen in de zaal zouden zitten dan andere keren, omdat een lange tijd verstreken was sinds het laatste optreden van de Koninklijke dansgroep. Vaak kon ze ervan genieten om even in de schijnwerpers te mogen staan, om even gezien te mogen worden, maar... ze moest ook presteren. Ze kon niet falen, te midden van ontzettend veel mensen, die elke beweging zouden kunnen analyseren – zóúden analyseren, daar was ze van overtuigd.
Dus kon ze die zenuwen nooit helemaal tegenhouden... wat ze liever wel gedaan had. Ze haatte het dat ze zenuwachtig was voor iets waar ze normaal zo van kon genieten.
Het voorbereiden, het klaarmaken, ging dan ook in een waas aan haar voorbij. Voordat ze het goed en wel doorhad, deelde de bediende mee dat ze klaar was voor de dans. Isadora mompelde een bedankje, knikte naar haar en kwam overeind uit haar stoel. Op hetzelfde moment was haar zus Frederika ook bestempeld als "klaar om zich van haar beste kant te laten zien". Zij stond ook op uit haar stoel en liep met een kleine glimlach naar anderhalf jaar jongere zus toe.
Frederika, al tijden de lieveling van het volk, de voorbeeldige leerling en de vriendelijkste zus. Enkele artikelen in kranten waagden het soms tussen de regels door te schrijven dat Isadora op sommige vlakken een voorbeeld zou mogen nemen aan haar zus, met wie ze immers toch goed contact zou hebben. Enkele kranten waagden echter wel meer tegenwoordig.
Ze hadden wellicht ergens wel een punt; Isadora had, ook al mocht ze haar wat minder de laatste tijd, altijd al naar haar zus opgekeken. Maar Isadora wilde eigenlijk geen voorbeeld nemen aan iemand, ze wilde dit zelf doen – ze wilde op eigen kracht kunnen bewijzen dat ze het zélf kon, dat ze er mocht zijn. Klonk dat kinderachtig? Of overmoedig? Of... arrogant?
Alle Goden en Godinnen, waar verspilde ze haar kostbare tijd nu toch weer aan? De laatste weken waren er vermoedelijk te veel krantenartikelen uitgekomen met een ongevraagde uitgesproken mening over Prinses Isadora, die zij te vaak had gelezen. Ze kwam alles te weten, net zoals het volk alles te weten kwam over haar. De ene tevredengesteld, de andere absoluut niet.
'Is alles in orde, Isa?' vroeg Frederika uit oprecht medeleven. Ze kwam voor haar zus staan en probeerde haar blik te vangen. Als ze eerlijk mocht zijn, had Isadora altijd al een speciaal plekje in haar hart gehad. Misschien omdat de twee slechts zeventien maanden van elkaar verschilden, omdat altijd samen oefenden in de Koninklijke dansgroep of omdat ze steun kon vinden bij haar – al was dat de laatste tijd wat minder vaak het geval.
Maar Isadora had momenteel geen zin in het medeleven van haar zus, ook niet in de vragen die ze mogelijk zou gaan stellen; de Prinses wilde even rust en maakte zichzelf wijs dat ze zich helemaal prima voelde. Dat was dan ook wat ze tegen Frederika zei, waarna ze zich omdraaide en de ruimte uit stapte. Het schuldgevoel vanwege haar ietwat botte gedrag tegenover haar zus onderdrukte ze zo hard mogelijk.
Direct werd ze geflankeerd door twee wachters, die buiten al op haar gewacht hadden. Omdat het paleis vanwege de speciale gelegenheden momenteel een kwetsbare plek was, werd overal in het gebouw extra beveiliging neergezet. Isadora gebood zichzelf om zich niet ook nog te ergeren aan het feit dat haar persoonlijke levenssfeer momenteel aan de kant gezet werd en over het hoofd gezien werd (zo voelde het, althans). Nu moest ze zich concentreren op de twee zaken die voor haar lagen, en niets anders. Kranten, de opmerking van haar moeder, wachters aan haar zij en dergelijke dingen kwamen later wel een keer aan bod.
Als automatisch ging ze de bochten van de paleisgangen om, die voor anderen – nieuwe stafleden die werden aangenomen, bijvoorbeeld – als een doolhof beschouwd zouden worden. Er zat een degelijk systeem in, maar omdat het paleis zo belachelijk groot was en zo veel verdiepingen bedroeg – er moesten dan ook negen Koninklijke familieleden kunnen wonen – waren er slechts een paar mensen die elke plek van het gebouw uit diens hoofd kende. Wachters maakten deel uit van die paar mensen, en Isadora ook.
Dat was vroeger nog weleens van pas gekomen als ze in een rebelse bui was, na een ruzie bijvoorbeeld, nadat ze had gehuild om hoe haar ouders zich tegen haar hadden gedragen, om wat ze had gedaan dat dat gedrag uitlokte, en 's avonds eropuit ging, samen met haar vriendin Jirina. Levensgevaarlijk, als ze er nu op terugkeek; ze had Jirina's opleiding in die enkele avonden volledig van de baan kunnen schuiven, en dat besefte haar beste vriendin ook dondersgoed. Ze had Jirina namelijk voor geen goudstuk willen missen als haar eigen persoonlijke wachter en verzorger. Ze mochten zichzelf gelukkig prijzen dat ze op die avonden – toen ze pas zestien jaar oud waren geweest – nooit betrapt waren, want ook Jirina zou Isadora nooit meer willen verlaten.
Eindelijk kwam de donkerhouten brede deur van een van de ruimtes waarin geoefend werd in zicht. Momenteel werd deze omgedoopt tot een verduisterde wachtkamer, waarin alle leden van de dansgroep zouden wachten op het teken van de Koning, waarna ze de danszaal die eraan grensde binnen zouden lopen om hun dans te vertonen. Isadora slaakte een haast onmerkbare zucht om zichzelf te kalmeren.
'Ik neem het wel over vanaf hier.' Een bekende stem kwam de hoek om. Met vastbesloten passen van haar lange, slanke benen en een voorzichtige maar zelfverzekerde grijns liep Jirina Tosdalvyna de intussen afgelaten gang door, op Isadora en de wachters af. Haar hoogblonde, kaarsrechte haren, die tot net over haar schouder kwamen en die ze altijd in een staart opstak of desnoods achter haar oren schoof, bleven keurig in houding zitten toen de persoonlijke wachter en verzorger van Prinses Isadora de wachters met een vragende blik in haar hazelkleurige ogen aankeek, die om haar bewijs vroegen – een handeling die ze standaard moesten uitvoeren. Dat gaf ze hen zonder aarzeling in de vorm van een officieel kaartje. Na een goedkeurende knik en een beleefde begroeting liepen de wachters de gang uit, kijkend of ze momenteel ergens anders van dienst konden zijn omtrent de gelegenheden van deze avond.
Jirina keek met een nu brede grijns haar beste vriendin aan, moest daarbij een stukje naar beneden kijken, om hetgeen ze zonet voor elkaar gekregen had; immers enkele minuten zónder stafleden. Goden en Godinnen, ze had Isadora gemist. Het was eergisteren geweest dat ze voor het laatst naar elkaar hadden kunnen grijnzen – alleen maar grijnzen! Dat kwam niet bepaald vaak voor.
Deel twee - hoofdstuk 1
JE LEEST
Red me van de plekken waar ik thuishoor
FantasyJezelf zien is het moeilijkste ooit. Isadora's leven wordt op uiterst akelige manier overhoop gegooid als ze iets meemaakt wat niemand hoort mee te maken. Als ze uitgehuwelijkt wordt aan degene die hoog op haar lijstje met vervelende mensen staat, o...