15
Opbouw
Een tijdlang zei niemand iets tegen elkaar en staarde Isadora naar haar broer die nog altijd in het rond liep.
'Wat is er?' fluisterde ze aan hem in het schemerlicht van de toortsen om hen heen. Die maakten de sfeer nog gruwelijker, door de flakkeringen, door de schaduwen, door het oranjerode licht.
Jeremias keek op en schudde zijn hoofd, waarna hij opnieuw rondliep. 'Dit helpt me concentreren. Ik weet niet goed wat ik met de situatie moet.'
Lumen, een Prins van een jaar of dertien à veertien, keek op bij het horen van die woorden. 'Mee eens,' gromde hij. Hoewel hij pas aan het begin van zijn tienerjaren was en nog een lange weg te gaan had, oogde hij al vele jaren ouder dan dat. 'Ik weet ook niet wat er precies gebeurt momenteel.'
'Uwe Hoogheid,' zei een vrouwelijke wachter, die als enige functie had de Koninklijke leden te begeleiden en niet deuren of trappen in de gaten te houden, 'het spijt me dat ik me meng in uw gesprek, maar kunt u zich nog de aanval op uw koetsen op de Brug herinneren?'
Jeremias stopte met rondlopen en keek haar aan. Hij knikte. 'Dat weet ik nog – wat is daarmee?'
'De groep die u toen aanviel... diezelfde groep valt nu het paleis aan. Ik hoop dat het u enige rust kan brengen als u weet wie ze zijn – maar vergeef het me als dat niet zo is.'
'Het is in orde – dat helpt, dank u,' zei Jeremias, met een knikje.
'Dus het is werkelijk die groep...' fluisterde Isadora. 'Weet u ook wie zij zijn of wat hun doel is?' Ze keek op naar de knap uitziende wachter.
'Nee, Uwe Hoogheid, dat weet ik niet. Daar is nog niemand achter. Men probeert dat uit te zoeken – zeker nu ze een tweede keer aanvallen.' Toen knipperde ze met haar ogen. 'O, het spijt me als ik te veel praat.'
Het viel Isadora op dat de vrouw nog helemaal niet zo oud was. Ze moest pas net in dienst genomen zijn. Vervolgens zag ze andere wachters een geërgerde blik op haar werpen.
Isadora glimlachte naar haar, lachte zelfs kort even om de vrouw op haar gemak te stellen. 'Er is niets aan de hand, maakt u zich geen zorgen. We bijten niet, gelukkig.'
De vrouw glimlachte terug en slaakte een zachte zucht, die ze vermoedelijk niet te luid wilde laten klinken, maar Isadora had deze tóch gehoord. En ze begreep haar. Verplichtingen waren niet niets.
Een kwartier verstreek. Niemand in de bunker zei nog iets tegen elkaar, maar ze luisterden naar de geluiden van buiten de ruimte. Geschreeuw – "Waar zijn ze? Waar is ze?" vingen ze met moeite op, maar meer dan dat konden ze er niet uit opmaken. Geschreeuw van pijn volgde, bevelen die geroepen werden, klappen die uitgedeeld werden, en bovendien vaak het geluid van voetstappen.
Toen Ilena de geluiden niet meer kon verdragen en de vraag op haar lippen niet meer kon tegenhouden, tikte ze Isadora op haar schouder om diens aandacht te trekken. 'Weet jij waar Lazlo was toen jij de groep verliet? Je ging achter hem aan – dat is tenminste wat ik hoorde van anderen die het zagen. Ik had zelf niet eens door dat hij weg was.'
Isadora werd verrast door deze vraag en wist niet of ze de waarheid moest vertellen of die moest verdraaien. 'Hij... stond nog bij de binnenkomsthal,' was het enige wat ze zei. Dat was immers Ilena's precieze vraag geweest.
Ilena vloekte een vloekwoord dat vaak alleen in Torbanovi gebruikt werd en keek weer voor zich. 'Ik wist het,' siste ze toen.
'Wat is er?' vroeg Isadora op aftastende toon, en vrijwel direct vormden haar wenkbrauwen een frons.
'Niets... Hij–hij... heeft af en toe buien. Dat is vermoedelijk alles wat ik er van hem over mag zeggen. Maar wil je je mond hierover houden? Vooral tegen hem? Hij haat het echt heel erg om erover te praten.'
Isadora knikte meteen. 'Ik zal niets zeggen.'
'Ik verwacht trouwens ook niet dat jullie over dat onderwerp zullen praten, of nog over íéts zullen praten. Het ging er nogal bont aan toe, hè?' Ilena had vage twinkelingen in haar ogen, maar toen ze Isadora met een serieus gezicht zag kijken, nam ze die blik over.
'Ja...' fluisterde Isadora, weer voor zich uit kijkend in het grauwe niets, vergezeld door het geluid van mensen die het paleis, die hén, bewaakten of aanvielen met hun leven.
Dat was het laatste woord dat werd gezegd totdat de aanval afgelopen was en de kust eindelijk veilig was. Anderhalf uur was verstreken tot aan het moment waarop de wachters en anderen het paleis als veilig hadden verklaard. Een voor een mochten de groepen uit de kelders naar boven komen, op het bevel van de wachters.
Daar troffen ze ravage aan. Wachters die op brandcards afgevoerd werden naar de ziekenzaal, wachters die... o, Goden en Godinnen... die het leven gedwongen gelaten hadden. Omgegooide meubelen die in de gangen hadden gestaan, weggegriste schilderijen die aan de muren hadden gehangen, allemaal van eerdere Erzanovische Koningen en Koninginnen. Niet elk deel van het paleis was aangetast, maar wel het gebied dat leidde van de ingang naar de schuilkelders – een route die de groep van tevoren uitgestippeld leek te hebben. Verraad dus. Geen enkel persoon behalve wachters en de Koninklijke leden kende het paleis helemaal uit diens hoofd. Dat was waarop de wachters hadden geduid toen ze dat schreeuwden, vlak voordat Isadora en Lazlo ervandoor gingen.
De Prinsen en Prinsessen keken met grote ogen rond en ze konden maar moeilijk bevatten wat er zojuist was gebeurd. Wat in de naam van de Heilige Hemel... wat wás dit?
Die vraag bleef de komende dagen – ook toen Torbanovi weer naar huis vertrok – onbeantwoord. Net zoals vele andere.
~~~
Een paar dagen later was de rust in het paleis hersteld. De Koninklijke familie van Torbanovi was de dag na de aanval van de onbekende groep vertrokken en daarna pas was het nieuws uitgebracht aan het land, wat verplicht was te gebeuren, maar deze keer later pas gedaan werd om het boze volk niet op ideeën te brengen.
Immers was het al vreselijk genoeg dat een groep waarvan niemand op de hoogte was en die zich nog nooit eerder had vertoond de Koninklijke familie nu twee keren zonder al te veel problemen had aangevallen. Ze waren weliswaar niet geslaagd in hun doel, maar ze hadden wél het paleis bereikt en die realisatie beangstigde elk Koninklijk lid. Het feit dat het volk hen nu zelfs ín hun eigen huis kon bereiken, kon bedreigen, was echt niet te verdragen.
Nog veel meer wachters dan eerst werden nu ingezet. Overal patrouilleerden ze door de gangen en begeleidden ze de leden van de familie naar iedere plek die ze bliefden. Alleen naar buiten gaan werd verboden en überhaupt naar buiten gaan werd sterk afgeraden, wat Isadora verschrikkelijk vond. Hoewel er goed voor Valo werd gezorgd – zo hadden een paar stafleden haar op het hart gedrukt – mocht ze nu niet met hem door de bossen rijden. Ze haatte dat, ze háátte dat en ze haatte ferdulle deze hele situatie. Waar had haar familie dit toch aan verdiend? Nee, waar hadden zij en haar broers en zussen dit aan verdiend?
Gelukkig had Isadora de afgelopen drie nachten behoorlijk goed kunnen slapen. Nu Lazlo en zijn familie vertrokken waren en er geen enkel spoor meer gevonden was van iets verdachts, kon ze zich weer enigszins ontspannen. De ontrouwe wachters waren ontslagen en onderzoekers waren direct aangenomen om deze aanval uit te zoeken. Enkele mensen waren al opgepakt, zowel van die vreemde groep als van de relschoppers in het land zelf. Het paleis was gevuld met mensen die iets – wat dat ook mocht zijn – te maken hadden met de huidige situatie in de landen en dus ook iets te maken hadden met de bescherming van de Koninklijke familie. In deze dagen kon iedereen slechts een paar minuten verder in de onvoorspelbare mist kijken waarin de toekomst zich op dit moment waadde... die liep op een labiel touw en kon ieder moment diens wankele evenwicht verliezen, voorgoed.
De huidige ochtend bleef Isadora, zoals wel vaker, zitten na het ontbijt. Ook Valerian bleef nu aan tafel zitten, vanwege de kranten die de bedienden zojuist hadden binnengebracht. Ook al wist de gehele familie dat het niet slim was om er ook nog maar een blik op te werpen, toch wilde iedereen de koppen lezen – en daarna ook vaak meteen de artikelen waarnaar men werd doorverwezen.
Deel drie - hoofdstuk 15
JE LEEST
Red me van de plekken waar ik thuishoor
FantasíaJezelf zien is het moeilijkste ooit. Isadora's leven wordt op uiterst akelige manier overhoop gegooid als ze iets meemaakt wat niemand hoort mee te maken. Als ze uitgehuwelijkt wordt aan degene die hoog op haar lijstje met vervelende mensen staat, o...