11
Doorns
Niemand sprak een woord, terwijl ze over takken en door struiken stapten. Niemand wílde een woord spreken. Ze zwegen net zolang totdat ze bij de rand van het dal kwamen, een heel stuk door het bos gelopen, uitkijkend over de stad die beneden lag.
'Hoe moeten we verder?' vroeg Levinus aan zijn oudere zus. Hij had dezelfde krullende, zwarte haren als Lazlo, maar die van hem waren een stuk korter, kwamen bij lange na niet op zijn schouders en vielen zo nu en dan in plukken over zijn voorhoofd.
'We hadden afgesproken dat een paar wachters bij dat pad daar zouden staan nu,' zei Ilena, wijzend naar een vaag zandpad een paar meter schuin onder hen – kilometers lager dan dat pad begon pas de grens van de stad. Een licht paniekerige toon hield zich schuil in haar stem.
'Maar er is niemand,' merkte Valerian op, en bij hem begon dit plotse nieuwtje ook te dagen.
'Inderdaad,' fluisterde Ilena. Zij had – in tegenstelling tot haar broers – duidelijk een paar tinten lichter bruin haar, maar er zat wel een degelijke slag in. Een paar lokken streek ze nu vlug achter haar oor terwijl ze staarde naar de lege plek. 'Ze zijn er niet.'
Verdomme, vloekte Isadora. Dat hield toch niet in wat ze dacht dat het inhield?
Lazlo staarde ook naar de lege zandplek tussen al het gras. 'En ze zouden er nu moeten zijn?'
Ilena knikte, wat Lazlo, die schuin achter haar stond, kon zien. 'En ze zijn er niet...' zei ze opnieuw.
Onaangekondigd draaide Frederika zich met een ruk om naar achteren. Isadora schokte van schrik, maar haar zus bleef staren naar de donkere bossen achter hen. Het paleis was alleen nog in de verte te zien op de heuvel, de toppen ervan, verder waren er alleen maar bomen, bomen en bomen. Ze snapte niet waarom Frederika zich zo abrupt had omgedraaid – en net toen ze ernaar wilde vragen, begreep ze het wel.
'Hier zijn we dan,' zei een iets te vrolijke stem. Drie wachters stapten in het maanlicht, op een kleine open plek van het bos, een paar meter bij hen vandaan. Een van hen zwaaide met een brede grijns naar de groep.
'Nee...' prevelde Ilena, die zich net als de anderen ook had omgedraaid. 'Dit kunnen jullie niet menen.'
'Jawel, dit menen we wel. Zullen we jullie nu dan maar braaf naar jullie persoonlijke wachters en verzorgers brengen? Zoals ons braaf is opgedragen? Al bestaat er wel een kans dat ik een andere route neem dan de... makkelijkste. Ik wil iets leukers dan dat.'
'Rennen,' was het laatste woord dat de lippen van de Prinses van Torbanovi verliet, waarna ze zich razendsnel omdraaide en over het gras naar beneden rende, het vage pad op. Levinus en Valerian volgden haar direct – en toen ze het bevel begrepen dat op dit moment levens kon sparen, renden Lazlo, Isadora en Frederika ook achter haar aan.
Slechts een seconde later hoorden ze de voetstappen in het gras van de wachters al. De zenuwen van rauwe paniek gierden door Isadora's snel kloppende hart.
Verraden? Echt? Ze wilde niet geloven dat ze zojuist verraden waren door deze wachters. Ze wilde niet geloven dat ze zó dicht bij haar vriendin konden zijn maar dat deze lui dat moesten verpesten. Waarom? Wat was hun reden niet meer loyaal te zijn aan de Koninklijke familie van Torbanovi? Was het dezelfde reden als onderhand elke andere burger van het land? Ferdulle, af en toe háátte ze de wereld.
Alle zes renden ze over de verlaten velden onder de sterren en alle vijf volgden ze Ilena, die ter plekke een nieuwe route in haar hoofd verzon. Isadora en Frederika waren ontzettend blij dat ze hadden besloten een broek aan te trekken.
JE LEEST
Red me van de plekken waar ik thuishoor
FantasíaJezelf zien is het moeilijkste ooit. Isadora's leven wordt op uiterst akelige manier overhoop gegooid als ze iets meemaakt wat niemand hoort mee te maken. Als ze uitgehuwelijkt wordt aan degene die hoog op haar lijstje met vervelende mensen staat, o...