Hoofdstuk
19
Veiligheid
Nooit meer zou ze van haar glimlach kunnen genieten, nooit meer zou ze haar vragen kunnen beantwoorden, nooit meer zou ze haar kunnen troosten als ze zich bezeerd had of als ze zich niet goed voelde.
Nooit meer zou ze haar kunnen zien opgroeien, zou ze haar kunnen zien ontwikkelen, nooit meer zou ze haar kunnen zien spelen met haar hond, waar haar zusje zo van hield, en nooit, nóóit meer zou ze haar überhaupt nog kunnen zien.
Isadora's jongste zusje was dood en ze hadden haar moeten achterlaten – twee soldaten zouden haar meenemen naar het paleis, aangezien het gevaar nu vooralsnog geweken was. Niets zou haar nog overkomen, hadden ze de Prinsen en Prinsessen beloofd, niets zou haar nog pijn doen. Ook al was die belofte goedbedoeld, toch konden de broers en zussen alleen nog maar meer tranen doen lopen door die woorden. De soldaten liepen van de groep weg en verdwenen tussen de bomen. Dat was de allerlaatste keer dat ze Farahilde ooit nog zouden zien.
En het erge was dat Isadora niet eens besefte dat ze er nooit meer zou zijn. Ze had telkens het idee dat dit niet eens gebeurd was, dit had niet eens plaatsgevonden...
'Isa?' klonk de trillende stem van Amadeo, een aantal meter verderop in het bos. 'Isa...?' Zijn zachte snik brak ieders hart nog verder in stukken.
Isadora, die haar tranen wegveegde en zo blij was dat ze iets om handen had, draaide zich om en rende naar haar broertje toe, die verdwaald tussen de paarden door liep, zoekend naar iemand die hem vertrouwd was. 'Ik ben hier, ik ben hier,' zei ze, en ze knielde voor hem neer, nam hem in haar armen, waarvan er een behoorlijk begon te prikken, en omhelsde hem net iets te stevig toen ze hem van de grond tilde en in het zadel zette van Valo Déseres. 'Ik ben hier,' fluisterde ze met een dikke stem die halverwege haar zin brak.
'Waar is Farahilde...?' vroeg hij met grote ogen, omdat hij ook wel doorhad dat er iets was gebeurd – zijn broers en zussen hadden niet voor niets zo hevig geschreeuwd.
'Ze is... Ze gaat terug naar het paleis. Het komt wel goed, ja?' Isadora kon Amadeo op dit moment met geen mogelijkheid vertellen dat Farahilde zojuist gestorven was – dat zouden ze in het paleis doen, als ze terug waren. Áls ze terug waren.
Haar broertje knikte, maar zijn ogen waren het totaal niet eens met het gebaar dat zijn hoofd maakte. Isadora omhelsde hem nogmaals. 'Het komt wel goed,' fluisterde ze. Dat deed ze meer om zichzelf te troosten dan om Amadeo gerust te stellen, besefte ze.
Geesten, deze pijn had ze nog nooit ervaren. Nog nooit had ze een dierbare verloren... Zelfs haar meest vreselijke gedachten durfden niet eens voor te stellen dat dít zou gaan gebeuren toen de soldaten uit de bossen waren gekomen en hen beschermden tegen de menigte die achter hen op komst was. Dit was dus wat de oorlog inhield, onder andere.
Maar hoe vaak ze ook nadacht over wat had plaatsgevonden, hoe vaak het moment zich ook afspeelde in haar hoofd – keer op keer besefte ze niet wat er was gebeurd. Dit gebeurde niet bij haar. Nee, dit kon helemaal niet – hoe vaak ze zichzelf er ook van probeerde te overtuigen. Dit kon niet. Ze lag nog in bed, te woelen over wat fout kon gaan en haar onderbewuste had daar een nare droom van gemaakt. Dat moest. Want Farahilde kon niet dood zijn. Ze zou haar straks zien als ze op rustige manier naar de schuilplaats zouden gaan vertrekken, zonder aanval, zonder menigte, zonder wonden en zonder dolken. De soldaten waren nooit gekomen en niemand was zojuist gestorven. Als ze droomde, had ze ook het idee dat dit echt was, dus ze kon ieder moment wakker worden van deze vreselijke nachtmerrie. Een lucide droom. Dat moest het wel zijn. Want dit kon niet.
![](https://img.wattpad.com/cover/272737816-288-k582333.jpg)
JE LEEST
Red me van de plekken waar ik thuishoor
FantasiaJezelf zien is het moeilijkste ooit. Isadora's leven wordt op uiterst akelige manier overhoop gegooid als ze iets meemaakt wat niemand hoort mee te maken. Als ze uitgehuwelijkt wordt aan degene die hoog op haar lijstje met vervelende mensen staat, o...