16.2/Geesten~

18 3 7
                                    

16

Geesten

Toen ze vooralsnog uitgehuild was, kwam ze weer overeind, met een hoofd bonkend van de pijn, nog heftiger dan zonet. Ze fronste, veegde de tranen van haar wangen en ontweek Jirina's blik, die juist de enigszins natte slierten uit haar gezicht haalde zodat ze elkaar aan konden kijken.

'Dat lucht op, hè?' zei ze met een halve glimlach.

Isadora knikte ondanks de schaamte. 'Ja. Het spijt me dat je me zo moet zien. Het is nogal ongepast.'

'Hé.' Jirina pakte Isadora's polsen vast en ving haar blik op. 'Ik weet niet wat ze je hier in het paleis leren, maar bij mij thuis hebben we geleerd dat je gevoelens er mogen zijn, hoe nietig de reden ervoor ook is of hoe schuldig of slecht je je er ook over voelt. Bij mijn opleiding heb ik dat weliswaar enigszins moeten afleren, heb ik hard moeten worden, net als jij, maar ik ben het nooit vergeten. Jij zou dat ook eens moeten leren, Isa... Je mág huilen, dat is niets om voor gestraft te worden of om jezelf voor te straffen. Ja?'

Isadora knikte langzaam en de tranen prikten alweer in haar ogen bij het horen van die woorden.

'Is alles in orde?'

Weer knikte ze, en nu waagde ze een blik op haar vriendin, waarna ze weer naar haar benen keek, die ze gekruist op het matras had liggen. 'Het komt gewoon door de situatie in het land, denk ik. Door het vele gedoe in het paleis. En door de...' Bijna had ze haar grootste geheim eruit geflapt, dus schudde ze haar hoofd, wat de toestand alleen maar erger maakte.

Jirina fronste haar wenkbrauwen en tilde er toen één op. 'En door de...?'

'Niets. Laat maar zitten. Niet belangrijk.'

'Het spijt me, maar ik ken je toch echt langer dan vandaag, Isa.' Ze glimlachte. 'Je liegt. Vertel op. Waar komen de emoties nog meer door?' Om de situatie luchtig te houden porde Jirina haar in haar zij en lachte ze zacht. 'Nu maak je me nieuwsgierig en dat is gevaarlijk bij mij.'

Isadora kon er zacht om glimlachen, maar bedacht inwendig razendsnel een manier om hieronderuit te komen, want dit mocht níét uitkomen aan Jirina. Ze wist niet precies waarom niet, maar iets binnen in haar zei haar dat Jirina dit echt níét te weten mocht komen. Maar tegelijkertijd wist ze dat die stem al verloren had. Jirina zou nu net zo lang doorgaan totdat ze het zou weten – ze gaf om Isadora, maar ze had ook een hekel aan onwetendheid – en dat zou uitlopen op een ruzie, wat Isadora niet wilde. Ze wist niet of dit onderwerp een ruzie waard was. Deels wel, bekende ze aan zichzelf, maar deels absoluut niet. Ze slaakte een diepe zucht, mede uit overgave, mede om zichzelf nog wat tijd te gunnen.

Want hoe ging ze het volgende verhaal verwoorden zonder te klinken als een maniak die naar de psychotische inrichting gestuurd moest worden? Of tenmínste een dringende afspraak met de dokters van het paleis moest maken, wat in feite net zo erg was?

'Ik weet niet goed waar ik moet beginnen,' bekende Isadora.

'Bij het begin, zou ik zeggen,' antwoordde Jirina.

Ze had kunnen verwachten dat haar vriendin zo'n antwoord als reactie gaf en ze schoot in een zachte lach.

'Goed...' zei ze vervolgens. 'Wat ik je nu ga vertellen, gaat hoogstwaarschijnlijk klinken als iemand die veel te veel fantasie heeft en misschien heb ik dat ook wel, maar je moet even naar me luisteren.'

Jirina knikte.

Daar ging ze dan. Op hoop van een Zegen van Daarboven.

'Je kunt je die keren dat ik flauwviel de laatste tijd nog wel herinneren, nietwaar?'

Red me van de plekken waar ik thuishoorWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu