10.2/Vermist~

21 3 8
                                    

10

Vermist

Vervolgens nam haar wil het over van haar rationeel denken en voordat ze doorhad wat ze in de naam van de Hemel aan het doen was, rende ze al over de gangen. Ze had de rode rokken van de jurk tussen haar vingers vastgegrepen en telde elke gang die ze moest afleggen totdat ze bij de wachter vertrekken zou aankomen. Vijf in totaal.

De Prinses zou moeten doorgaan met het klaarmaken voor haar vertrek naar Torbanovi, ze zou moeten ontbijten – dat zou ook zijn gebeurd als... als dít niet was gebeurd. Opnieuw begon haar blikveld te draaien, deed de tintelende paniek een poging tot het teisteren van haar bewustzijn, maar ze rende door.

Alle Goden en Godinnen... Jirina...

'Uwe Hoogheid!' hoorde ze achter haar, en in de verte riep ook Valerian haar naam, met een geïrriteerde maar bezorgde toon in zijn stem. Ze kwam vast over als de verwaande Prinses in alle krantenartikelen, besefte ze plots, maar als men zich zou verplaatsen in haar situatie, zou diegene waarschijnlijk begrip voor haar tonen. Haar beste vriendin werd vermist.

Jirina werd vermíst.

De tranen wrongen zich door haar keel en door haar ogen, en toch bleef ze doorrennen. Ze moest dit met al haar zintuigen waarnemen voordat ze dit zou geloven, ze móést naar haar toe. Dit kón niet waar zijn – ferdulle, dit kón niet waar zijn!

Eindelijk kwam ze bij de gangen waar de wachters werkten als ze niet toezicht aan het houden waren, patrouilleerden of de Koninklijke leden vergezelden. Hier bevonden zich nog veel meer stafleden dan in de gangen met de slaapkamers.

Én nog veel meer chaos. Mensen liepen door elkaar, riepen iets naar een ander, maakten in alle voorzichtigheid een paar deuren open of ondervroegen een wachter. Twee rechercheurs waren aangekomen, twee heuse detectives, samen met hogere wachters dan de gebruikelijke rang – ja, zelfs enkele soldaten!

Wat in de naam van de Goden, Godinnen en Geesten was er gebeurd?

'Uwe Hoogheid!' Een bediende kreeg Isadora in het oog en kwam op haar af, waarna ze eerst een vlugge buiging maakte. 'Mag ik vragen wat u hier komt doen?'

'Ik zou graag willen weten wat er aan de hand is.' Haar hese stem was niet te verruilen voor een neutrale en haar grote ogen wilden de paniek maar niet uitwissen. Ze trilde over haar gehele lichaam. 'Is het waar dat Jirina en andere persoonlijke wachters worden vermist? En... draait u alstublieft niet om de waarheid heen...'

De bediende aarzelde, bang de Prinses overstuur te maken. Maar vervolgens knikte ze. 'Eh... ja, Uwe Hoogheid. Sinds deze ochtend zijn vier persoonlijke wachters en verzorgers niet meer gezien. En er zijn tekenen van een ontvoering of iets wat in die richting komt, gevonden, als u een eerlijk antwoord wil.'

Een pijlsnelle steek van schrik schoot door haar borstkas en gooide haar hele lichaam in rechtstreekse paniek. 'Mag ik... weten wat die tekenen zijn? Of mag ik ze misschien zien?'

De bediende stapte opzij en wees naar de vloer, aangezien de Prinses hier vroeg of laat toch wel achter zou komen, een paar meter verderop in de gang, vlak voor het kantoortje van Jirina.

Er lagen bloedsporen – verse, vele bloedsporen. Vegen van rood, druppels van nog roder en afdrukken van het roodst.

Isadora snakte naar adem en sloeg een hand voor haar mond, kon niet stoppen met staren naar de verschrikkelijke kleur rood. Precies voor Jirina's kantoortje... dat kon jammer genoeg maar één ding betekenen. 'Nee...' fluisterde ze. 'Is het... Is het zeker dat dit bloed is?'

De bediende had in de gaten dat Isadora niet zó stom was om zoiets te vragen als leek. Ze had simpelweg keiharde feiten nodig, recht in haar gezicht gezegd. 'Helaas wel, Uwe Hoogheid. Het is bloed.'

Red me van de plekken waar ik thuishoorWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu