Hoofdstuk 70

222 11 0
                                    

De weken vliegen voorbij, Britt is intussen helemaal gewend aan haar nieuwe school, mijn moeder is aan het werk voor Jonathan en ik werk op dit moment twee dagen in de week, als gevolg van mijn zwangerschap.

Als ik van te voren had geweten dat ik zó misselijk zou zijn door een zwangerschap, dan weet ik zeker dat ik nooit kinderen zou hebben gewild, ik ben de hele dag door misselijk.
Geloof me, dat sloopt je.
Van Jennifer hoefde ik helemaal niet te komen werken, ze weet uit ervaring hoe beroerd je je voelt als je de hele dag door misselijk bent tijdens de eerste maanden van je zwangerschap, maar ik wilde zelf heel graag werken.
Al is het alleen maar om mijn gedachtes te verzetten.
Harry is een echte heer, hij zorgt enorm goed voor me en is heel lief, maar de hele dag binnen zitten is niets voor mij.

Mijn vader is nog steeds in Londen, op zoek naar Jonathan heb ik begrepen.
Intussen hebben zijn partners hem uitgekocht uit het bedrijf, en nu is hij op zoek naar vergelding.
Mijn moeder, Britt en ik worden goed beschermd door de jongens, Harry let extra goed op mij, Niall op Britt.
Mijn moeder werkt vooral in het huis, en als ze naar buiten gaat is Louis meestal degene die met haar meegaat.

Tot nu toe hebben we mijn vader nog niet gezien, gelukkig maar, het schijnt dat hij nogal agressief is geworden.

Vandaag gaan Harry en ik voor de eerste echo naar de gynaecoloog, ik ben inmiddels bijna drie maanden zwanger.
Aan mijn buik is nog niet zo heel goed te zien dat ik zwanger ben, maar volgens Jennifer en mijn moeder zal dat niet lang meer duren.

Bij het ziekenhuis aangekomen lopen Harry en ik hand in hand naar binnen en we melden ons bij de balie van de afdeling gynaecologie.
De dame achter de balie verzoekt ons plaats te nemen in de wachtruimte, en dat doen we dan.

Zachtjes praten we over zijn familie, die helemaal door het dolle heen is dat we een kindje krijgen.
Het schijnt dat Anne en Gemma een kamer voor ons kindje hebben ingericht in het ouderlijk huis van Harry, ze hopen dat we snel komen logeren zodra de baby geboren is.
We zijn al diverse keren bij zijn ouders geweest na ons eerste bezoek, en het is iedere keer weer een fijn gevoel om je zo welkom te voelen.
Anne wil graag mijn moeder ontmoeten en we hebben afgesproken dat mijn moeder en zusje volgende keer mee gaan als we op bezoek gaan.

Als we aan het praten zijn over de uitbouw en de vordering van de uitbouw hoor ik iemand 'Rose Miller' roepen, en Harry en ik staan op en ik hoor Harry in mijn oor fluisteren dat hij niet kan wachten totdat ik Mrs. Styles heet, en ik kijk hem grinnikend aan en zeg dat we een stap tegelijk nemen.

in de kamer van de gynaecoloog, een vrouw gelukkig, vertellen we dat ik bijna drie maanden zwanger ben en dat dit ons eerste kindje is.
Na diverse vragen te hebben gesteld omtrent onder andere erfelijke ziektes en nadat mijn bloeddruk is opgenomen en ik gewogen ben is het dan eindelijk tijd voor de echo.
Ik neem plaats op een ligbed en ik maak mijn buik bloot.
De gynaecoloog doet een soort gel op mijn buik en legt dan het echoapparaat tegen mijn huid aan.
Ze drukt er flink op en dan zien Harry en ik voor het eerst ons kindje.
Het is nog een klein frummeltje denk ik, maar tegelijkertijd voel ik een enorme hoeveelheid liefde voor dit kind door mijn lijf gaan.
Met tranen in mijn ogen kijk ik Harry aan en ik zie dat hij ook tranen in zijn ogen heeft.

De dokter zegt dat de hartslag van ons kindje prima is en neemt een aantal foto's van de echo die ze uitdraait.
Ze meet een aantal dingen van ons kindje op vanaf de echo, noteert deze en dan haalt ze het apparaat weg.
Ze geeft me een doekje om mijn buik schoon te maken van de gel, maar Harry pak het doekje en veegt mijn buik liefdevol schoon en geeft mijn buik daarna een kus.
Ik smelt bijna van liefde, liefde voor Harry maar ook voor ons ongeboren kindje.

Ja, in het begin vond ik het moeilijk en twijfelde ik erg of dit kindje wel op de juiste tijd in onze realtie zou komen, maar vooralsnog zorgt dit kindje er alleen maar voor dat we nog dichter naar elkaar zijn toegegroeid.

Als we weer bij het buro van de dokter zitten vraagt ze of wij nog vragen hebben, en ik vraag haar hoelang de misselijkheid zal aanhouden.
Ze antwoordt dat dit bij de een over is na drie à vier maanden, maar dat er ook gevallen zijn waarbij de moeder de hele zwangerschap door misselijk is.
Ik hoop met heel mijn hart dat ik niet tot die laatste groep hoor.
Ze vraagt of ik wel voldoende voedingsstoffen binnen krijg als ik zo misselijk ben, en voordat ik kan antwoorden zegt Harry dat hij zich daar zorgen over maakt omdat ik de hele dag door overgeef en hij bang is dat ik te weinig eten binnen houd.
De dokter knikt en schrijft dan een medicijn uit waardoor ik minder misselijk zal zijn zonder dat dit de baby schaadt.
Ik neem het dankbaar aan en dan nemen we afscheid van elkaar en ze zegt dat we over drie weken weer terug moeten komen.

We lopen de kamer uit en maken een nieuwe afspraak aan de balie en dan lopen we richting de apotheek om de voorgeschreven medicijnen op te halen.
Op weg naar de apotheek word ik ineens heel erg misselijk en ik zeg tegen Harry dat ik naar de wc moet omdat ik misselijk ben en dus helpt hij mij de dichtsbijzijnde wc te vinden.
Zodra we er zijn storm ik naar binnen en ik hang net op tijd boven de wc pot, alles wat er maar in mijn maag zat komt er uit.
Harry is uit respect voor de andere dames in de wc buiten blijven staan, maar gelukkig heb ik mijn haar in een staart dus het valt niet in mijn gezicht.
Na een tijdje voel ik dat ik niet meer misselijk ben en ik sta voorzichtig op en spoel de wc door.
Als ik uit het wc hokje loop krijg ik meelevende blikken van de wachtende dames, en een dame vraagt of ik zwanger ben en als ik dat bevestig zegt ze dat de misselijkheid en het overgeven het allemaal waard is zodra ik mijn kindje in mijn armen heb.
Ik geef haar een glimlach en zeg dat ik daar een beetje op hoop en dan glimlacht ze terug.
Als ik mijn mond heb gespoeld en mijn tanden heb gepoetst (nu ik zwanger ben en zoveel moet overgeven ga ik niet zonder tandenborstel en tandpasta de deur uit) loop ik de wc uit en ik loop naar Harry die met een zorgelijk gezicht om zich heen staat te kijken.

Als ik wil zeggen dat het wel weer gaat dat hij zich geen zorgen hoeft te maken ziet hij mij en hij zegt dat we nu weg moeten terwijl hij nog steeds waakzaam om zich heen kijkt.
Ik kijk hem niet begrijpend aan en dan zegt hij dat hij mijn vader zojuist heeft gezien en dat we dus nu weg moeten.
Hij pakt mijn hand en samen lopen we zo snel mogelijk het ziekenhuis uit.

In de auto vraag ik waar mijn vader dan was, en Harry zegt dat hij mijn vader het ziekenhuis in zag lopen en dat hij naar de algemene receptie balie liep.
Van een afstand heeft hij hem horen vragen of ik, mijn zus of mijn moeder hier ooit zijn behandeld, maar de receptioniste mocht hem hierop geen antwoord geven.
Mijn vader werd hierop erg agressief en hij heeft een beetje stennis lopen schoppen waarna hij, vlak voordat ik de wc uitkwam, door de bewaking is meegenomen terwijl hij bleef riepen dat Jonathan hier voor gezorgd heeft.

Ik voel me ongemakkelijk worden, mijn vader begint nu echt een probleem te worden, en ik wil niet weten hoe Jonathan hier op zal reageren.

Sussend legt Harry zijn hand op mijn knie en zegt dat het allemaal wel goed komt, maar dat hij dit wel aan Jonathan moet vertellen en dat hij uiteindelijk zal beslissen wat er gaat gebeuren.

TakenWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu