Mijn naam is beroemd. Iedereen kent mijn naam. Ik ken iedereen.
Maar niemand weet wie ik werkelijk ben.
Cara McCarter.
•
(Verdere beschrijving in het voorwoord)
•
'Geweldig boek met veel actie en humor. Zeker een aanrader.' ~ @emma_giesbers
'Het is...
Deze afbeelding leeft onze inhoudsrichtlijnen niet na. Verwijder de afbeelding of upload een andere om verder te gaan met publiceren.
'Geen zorgen, jongens, ze hebben alleen een tonggevecht!' roept Anthony.
Ik duw Logan meteen van me af en kijk naar Anthony met rode wangen. Op dit moment wil ik dat mijn haren los zijn en voor mijn gezicht kunnen vallen. Ik gluur stiekem naar Logan en ook hij heeft lichtrode wangen, maar hij grijnst wel geamuseerd. De andere jongens komen nu ook hiernaartoe en kijken ons aan.
'Ik dacht dat jullie het gevecht hier voort hadden gezet. Blijkbaar met hele andere lichaamsdelen,' mompelt Max.
'Eerst maakt zij hem bijna af. En dan staan ze te zoenen. Logica,' mompelt Taylor. De jongens lachen zacht. Ik kan nu ook wel een klein beetje lachen en lach zacht met ze mee.
'Doe het veilig!' roept Anthony, voordat hij weer terugloopt en de jongens hem achtervolgen. Ik rol mijn ogen en bijt op mijn lip.
'Waar waren we gebleven?' fluistert Logan. Zijn lippen drukt hij weer op de mijne, nu iets ruwer, maar vol passie. Ik sluit mijn ogen opnieuw en woel door zijn bruine haar. Zijn handen glijden over mijn heupen. Zou hij zich hetzelfde voelen als ik? Natuurlijk niet. Hij speelt een spelletje met me en ik speel mee. Waarom doe ik dit ook al weer?
'Dakota, Logan! Komen jullie nog?' hoor ik een stem roepen, maar we negeren hem volledig. 'Oh oke, ik zie het al. Jullie hebben me blijkbaar erg serieus genomen en gaan het nu echt doen.' Nu duw ik Logan wel bij me weg, want dit wil ik niet. Dat gaat me te ver. Ik ren langs Anthony op en pak mijn spullen uit de kleedkamer.
'Dakota!' roept Logan. 'Verdomme, Anthony!' Iemand slaat tegen de muur en ik blijf zitten op het bankje. Ik kan niet naar buiten, want dat zal Logan me tegenhouden. 'Dakota, ik kom naar binnen als je nu niet naar buiten komt!'
'Nee, niet doen!' Ik moet snel iets verzinnen. 'Ik sta half naakt!'
'Oké, over een halve minuut kom ik naar binnen!'
'Gast, ga je echt niet naar binnen?' hoor ik een derde stem. Anthony. 'Nu is je kans.' Klootzak.
'Dat hoorde ik!'
Ik had naar de stem in mijn hoofd moeten luisteren. Ik had hem weg moeten duwen toen het nog niet te laat was. Ik had het fijne gevoel buiten moeten sluiten. Verdomme. Waarom deed ik dit? Op dit soort momenten zou ik zo graag moederlijk advies willen. Een eenzame traan rolt over mijn wang. Verdomme, niet dit ook nog. Ik wil niet huilen.
De deur wordt opengemaakt en Logan loopt bezorgd naar binnen. 'Kota, gaat het?' Hij wil zijn arm om me heen slaan, maar ik loop snel weg. Thom en Anthony proberen me tegen te houden, maar ik ren snel langs ze heen, de zaal in. Ik sla al mijn woede uit mijn lijf tegen een boksbal. Ik ga door, zelfs als mijn handen pijn doen.
'Kota?' Logan pakt mijn handen vast, zodat ik mezelf niet nog meer pijn kan doen.
'Laat me los,' sis ik. Ik trek me uit zijn greep, maar hij pakt me opnieuw vast.
'Niet voordat jij me hebt verteld waar je mee zit. Ik wil er voor je zijn.' Hij gooit me over zijn schouder en neemt me mee naar een rustig hoekje van de zaal. Ik sla hem zo hard mogelijk op zijn rug, maar hij geeft geen enkele kreun van pijn.
'Verdomme, laat me los! Anders ga ik gillen.' Hij zet me niet neer en ik gil zo hard dat mijn oren er pijn van doen. Mensen in de zaal kijken onze kant op en Logan geeft ze een alles-is-goed-blik. 'Verdomme. Klootzak.'
'Wat is er met jou? Eerst zoen je met me en dan noem je me een klootzak.' Hij zet me neer en pakt mijn polsen vast, zodat ik niets kan doen. Een antwoord krijgt hij niet. Ik weet zelf ook niet wat er is. Ik ben gewoon in de war, want ik heb alleen gezoend met Ray. Dat voelde, vergeleken met deze zoen, slecht. Waarom voelde dit zo goed?
'Laat me verdomme gewoon los,' sis ik. Hij schudt echter zijn hoofd. Ik draai me vlug om en gooi hem over mijn heup, zodat hij op de grond belandt. Door de klap heeft hij mijn polsen losgelaten en kan ik weg. Judo is best een goede zelfverdedigingssport. Ik glimlach liefjes naar hem, terwijl hij kermt van pijn en opstaat. Ik draai me om en loop boos weg.
Ik weet dat het niet eerlijk is om boos op hem te zijn, maar ik moet mijn frustratie kwijt. En hij stoort mij daarbij.
'Wat nu weer, Logan? Laat me gewoon even met rust!' snauw ik zodra mijn pols opnieuw vastgegrepen wordt. Ik draai me boos om en knal tegen een harde borst aan.
'Kota, wordt alsjeblieft even rustig. Ik wil alleen praten, goed?' Ik adem diep in en uit en probeer tot rust te komen. 'Wat is er? Zoen ik zo slecht?' Hij probeert de situatie luchtiger te maken.
'Nee, dat is het niet. Ik-. Laat ook maar. Het ligt niet aan jou. Ik-. Luister Logan, het ligt niet aan jou. Je zoent best goed.' Ik lach kort. Niet te geloven dat ik dit ga zeggen. 'Maar het is nog niet zo lang uit met mijn vriendje, ex-vriendje, en het is nog te vroeg om een ander te zoenen.'
Ray is gewoon een vriend en is ook nooit meer geweest dan dat. We hebben een paar keer gezoend en een keer een bed gedeeld, maar daar bleef het bij. We waren allebei aangeschoten op een feestje van de organisatie en eindigden in mijn bed. We hebben besloten om het daarbij te laten en gewoon vrienden te blijven, omdat we niks voelen voor de ander.
'Hé, maar het is toch niet erg om te zoenen? Dat is normaal.' Zijn bruine kijkers staren in mijn ogen en ik verdrink even in zijn chocoladezee. Ik waardeer het dat hij me probeert te helpen.
'Ik wist niet dat je zo aardig kon zijn,' fluister ik.
'Je weet wel meer niet.' Ik kijk hem uitdagend aan en trek een wenkbrauw op. 'Ja,' bevestigt hij. 'Bijvoorbeeld hoe ik ben in bed. En hoe mijn lichaam eruit ziet.' Hij kan me best goed opvrolijken.
'Stop maar. Ik weet al genoeg,' lach ik en ik geef hem een speelse tik tegen zijn schouder.
'Ze lacht weer!' roept hij blij. Hij lacht ook en ik sla in een opwelling mijn armen om hem heen.
'Bedankt,' mompel ik. 'Je bent best wel een goede vriend.'
Mijn hoofd doet al vier dagen pijn en ik weet niet wat het is. En ik heb mijn spreekbeurt moeten doen donderdag. Ramp. Gewoon een ramp. Ik vergat de tekst, maar volgens mij heeft de docente dat niet gemerkt.
Mijn hoofd is trouwens aan het vergaan op dit moment. En ik ben langzaamaan verslaafd aan het raken aan Don't Come Easy van Isaiah (die Australische gast van het Eurovision Songfestival). Ik hou gewoon van zijn stem, ook al is het echt slecht als hij de uithaal live moet zingen. De studioversie is wel gewoon goed.