Mijn naam is beroemd. Iedereen kent mijn naam. Ik ken iedereen.
Maar niemand weet wie ik werkelijk ben.
Cara McCarter.
•
(Verdere beschrijving in het voorwoord)
•
'Geweldig boek met veel actie en humor. Zeker een aanrader.' ~ @emma_giesbers
'Het is...
Deze afbeelding leeft onze inhoudsrichtlijnen niet na. Verwijder de afbeelding of upload een andere om verder te gaan met publiceren.
Ik zou eigenlijk pas volgende week terug mogen naar Londen, maar ik wilde écht niet nog langer blijven. Dus heb ik een briefje geschreven en op tafel neergelegd, om vervolgens naar het vliegveld te gaan en naar Londen te vliegen. En nu zit ik in mijn hotelkamer, starend naar het plafond, omdat ik me zo leeg voel.
Het voelt alsof ik, op het moment dat ik de stad uitging, alles ben kwijtgeraakt wat ik had. Ik had niet veel, maar wat ik had was perfect. Het liefste vriendje ooit, ook al was ik die al kwijt. Geweldige vrienden waarmee ik altijd kon lachen. De beste beste vriendin die ik me kan voorstellen, haar was ik eigenlijk ook al kwijt. Maar nu voelt het definitief. Alsof ik echt niets meer kan doen om alles weer terug te krijgen.
De kamer is groot en stil. Zo stil dat het me gek maakt. Ik zit met mijn rug tegen het hoofdeinde van het bed en heb mijn hoofd in mijn nek gelegd.
De leegte overspoelt me. Ik ben alles kwijt. Ik heb niets meer. Nooit gedacht dat ik me zo slecht zou kunnen voelen. Ik heb geen ouders. Geen vrienden. Geen familie. Helemaal niks.
Als ik een blik op de wekker richt, zie ik dat het al na twaalf uur is. Sloom sta ik op van het bed, om me klaar te maken voor het slapen. In de badkamer hangt een grote spiegel, die ik het liefst wil vermijden. Maar dat lukt niet en ik staar in mijn eigen ogen. De vrolijke sprankel die er een tijdje in zat, is weg. Mijn gezicht staat vermoeid, ik heb wallen en mijn mond heeft de kracht niet meer om een glimlach te vormen.
Ik maak me snel klaar en ga dan in bed liggen om te gaan slapen. Niet dat dat lukt, ik kan alleen aan Logan denken. Wat zou hij nu doen? Zou hij zich net zo slecht voelen als ik? Nee, natuurlijk niet. Hij is blij dat hij van mij af is. Ik heb tegen hem gelogen over mijn naam. Tuurlijk mist hij me niet.
~
Doelloos loop ik rond in mijn kamer. Ik heb niks te doen. Mariah heeft me niet nodig en ik heb verder niets in Londen. En ik ga de stad niet in, want dan kan ik verliefde stelletjes zien en dat kan ik nu echt niet aan.
Zonder dat ik het doorheb, sta ik ineens op de gang. Ik merk het pas als ik tegen een jongen van mijn leeftijd op loop. 'O, sorry,' mompel ik.
'Geen probleem. Gaat het?' De jongen heeft een zwaar Engels accent. Het klinkt best wel schattig. Ik heb altijd al van dat accent gehouden.
'Ja, het gaat prima.'
'Weet je het zeker? Je ogen zijn namelijk een beetje rood en je huilt.'
'Het gaat prima, zei ik toch,' snauw ik. Niet heel aardig, maar ik had gezegd dat het goed ging, dus dan moet hij het daarbij laten.
'Sorry. Ik heb me nog niet voorgesteld. Ik ben Kay.' Shit, nu verwacht hij zeker dat ik me ook voorstel. Echte naam of niet?
'Dakota,' mompel ik. Hij ziet er niet uit als iemand die iets in de criminele wereld te zoeken heeft, maar ik neem het zekere voor het onzekere.
'Leuke naam. Zijn je ouders fan van Amerika?' Hij grijnst sullig en ik glimlach ongemakkelijk terug.
'Zoiets,' mompel ik.
'Je klinkt Amerikaans, kom je daarvandaan?' Ik knik.
'Ja, mijn vader komt ervandaan en ik ben daar opgegroeid. Jij komt zo te horen wel uit Engeland,' constateer ik. Kay knikt vrolijk.
'Ja, dat klopt. Mijn ouders zijn allebei opgegroeid in Engeland.'
'Leuk.' Ik weet helemaal niet of dat leuk is, maar ik moet íets zeggen.
'Heb je zin om een keer iets samen te gaan drinken?' vraagt hij. Ik wil eigenlijk helemaal niets met hem te maken hebben, maar ik moet doen alsof ik een normaal meisje ben.
'Ja, lijkt me leuk. Kan je morgen?'
'Ja, prima. Zal ik je om half twaalf ophalen hier?' Ik knik. 'Oké. Ik moet nu gaan, anders kom ik te laat, maar ik zie je morgen.' Ik zwaai kort naar hem en kijk hem na, terwijl hij de lift instapt. Zodra de deuren dichtgaan, laat ik een diepe zucht. Ik hoop niet dat hij denkt dat ik vrienden wil worden, want ik wil geen contact met mensen.
Ik sta al een tijdje in de gang en besluit even door Londen heen te lopen. Ik heb toch niks nuttigs te doen en de hele tijd op mijn kamer blijven hangen, is ook niet leuk. In het centrum in de stad is het druk. Er zijn veel mensen boodschappen aan het doen en in elke straat zie ik wel een stelletje zoenen of hand-in-hand lopen. Heeft het universum iets tegen mij?
Door het zien van de stelletjes mis ik de dingen die ik eerst met Logan deed. Ik mis hem. Zo veel. Ik wil hem zien. Zijn ogen die in de mijne staren. Zijn stem die mijn naam uitspreekt. Zijn geur die mijn neus binnendringt. Zijn armen om me heen.
Mijn God! Ik lijk op een verliefde, hopeloze puber. Dat ben ik ook.
Om alle mensen te vermijden, ga ik snel een klein restaurantje binnen. Er speelt zachte muziek op de achtergrond en er zit niemand aan de tafeltjes. Gelukkig. Er staat alleen een meisje bij de bar, die opkijkt als ik binnenkom. Ze glimlacht enthousiast, waarschijnlijk omdat er eindelijk iemand is in dit lege, maar gezellige restaurantje.
'Hallo, kan ik iets voor je doen?' vraagt ze, met zwaar Engels accent.
'Heb je warme chocolademelk?' Ze knikt.
'Ik ga het even maken. Ga maar alvast zitten, ik kom het zo brengen.' Ik kies een tafeltje uit in de hoek bij het raam en ga zitten. Ik staar naar buiten, naar de voorbijgaande mensen. Iedereen loopt op zijn eigen tempo, sommigen volledig in gedachten verzonken, anderen oplettend.
Mijn gedachten dwalen af naar de tijd bij Logan. Alweer. Ik kom pas weer terug op aarde als het meisje mijn chocolademelk neerzet voor mijn neus en dan weer achter de bar gaat staan.
Verwacht de komende dagen maar geen hoofdstuk. Het gaat niet heel goed met mij, dus ik ben niet erg in de stemming om hoofdstukken te controleren.