Bonus 6. Mijn medaillon

1.5K 64 13
                                    

De winkelstraten zijn zo vermoeiend om doorheen te lopen als er allemaal gelukkige stelletjes zijn en mijn meisje weg is

Deze afbeelding leeft onze inhoudsrichtlijnen niet na. Verwijder de afbeelding of upload een andere om verder te gaan met publiceren.

De winkelstraten zijn zo vermoeiend om doorheen te lopen als er allemaal gelukkige stelletjes zijn en mijn meisje weg is. Ze is al dagen niet gezien en ik weet niet waar ze is. Ray was bij haar thuis toen ik aanbelde gister, maar wilde me niet vertellen waar ze was. Ook al weet hij meer dan ik. Hij zei dat het te maken had met een missie, maar daar geloof ik geen zak van. Er is meer wat hij niet wil vertellen.

Peinzend loop ik het centrum uit, een rustige straat in. Ik word een steeg ingetrokken en krijg een doekje met verdovingsmiddel in mijn gezicht geduwd. Ik weet de hand weg te duwen en kijk de man aan. Mijn hart staat kort stil. Aloys. Net zoals de laatste keer dat ik hem zag, heeft hij weer een grijns op zijn gezicht.

Hij gaat meteen in de aanval en grijpt naar iets op mijn borst. Mijn medaillon. Verdomme, daar blijft hij van af. Boos vecht ik terug, maar ik deins terug als hij een pistool trekt. Zo snel als het pistool tevoorschijn kwam, heeft het ook een kogel afgevuurd. Er schiet een felle steek door mijn buik en ik val achteruit door de pijn. Ik voel hoe er het doekje in mijn gezicht gedrukt wordt, maar door de pijn kan ik me niet verzetten. Even later wordt alles zwart.

~

Ik word wakker van een hand die die van mij vastpakt. Nou ja, wakker. Ik slaap half, maar ben me wel bewust van mijn omgeving. 'Het spijt me zo, Logan. Ik had je nooit zo dichtbij moeten laten komen. Het was nooit de bedoeling om je mee te sleuren in mijn rampzalige leven. Het spijt me.' Cara. Haar stem is zacht en gebroken. En het breekt mij om haar zo te horen. Denkt ze er echt zo over?

Het is even stil, maar dan praat ze verder. 'Ik heb je medaillon bij. Ik denk niet dat je me hoort, maar ik zal hem op je nachtkastje leggen voor als je wakker wordt. Waarschijnlijk ben ik dan weg. Maar ik wil je nog wel even zeggen dat ik van je hou en dat het me spijt.' Haar hand laat de mijne los en ik hoor het stoeltje verschuiven, waarna er zachte voetstappen klinken en de deur krakend open en dichtgaat.

Ik open mijn ogen en kijk naar de deur, hopend dat ze terugkomt. Echter is het niet Cara die binnenkomt, maar mijn moeder. 'Je moet haar halen, mam. Ik heb haar nodig.' Ze weet precies over wie ik het heb en snelt de kamer uit. Ze laat zelfs de deur hard openvallen en doet hem niet eens dicht, waardoor een dokter hem geïrriteerd dichtmaakt.

Na een minuut rent Cara naar binnen. Ik glimlach klein naar haar. 'Je bent er.' Ze komt langzaam dichterbij.

'Ja, ik denk dankzij jouw medaillon. Als Aloys jouw medaillon niet mee had genomen, had ik daar nu nog steeds gezeten.' Ze wilt nog iets zeggen, maar houdt dat in.

'Dan ben ik heel blij dat ik nu in het ziekenhuis lig voor jou,' fluister ik. 'Wat is er met je arm gebeurd?' Haar arm zit in het verband.

'Aloys heeft me in mijn schouder geschoten en me toen meegenomen. En omdat ik vanochtend helemaal doordraaide omdat ik jouw medaillon en mijn vaders bandje zag, heb ik het erger gemaakt dan het was.' Ze pakt mijn medaillon van het nachtkastje en legt het in mijn hand.

SpyWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu