Mijn naam is beroemd. Iedereen kent mijn naam. Ik ken iedereen.
Maar niemand weet wie ik werkelijk ben.
Cara McCarter.
•
(Verdere beschrijving in het voorwoord)
•
'Geweldig boek met veel actie en humor. Zeker een aanrader.' ~ @emma_giesbers
'Het is...
Gelukkig nieuwjaar! Hopelijk wordt jullie 2018 geweldig! Steek dadelijk het vuurwerk af, niet je hand. Of steek geen vuurwerk af, dat is nog veiliger. Ik blijf lekker binnen bij Sam, want hij is een beetje bang.
Deze afbeelding leeft onze inhoudsrichtlijnen niet na. Verwijder de afbeelding of upload een andere om verder te gaan met publiceren.
Ik zit nu al een week op mijn kamer in het hoofdgebouw. Ik ben nog geen één keer de deur uitgegaan. De enige keren dat ik opsta van het bed is als ik naar het toilet moet. Eten doe ik niet. Ik krijg gewoon niets door mijn keel. De wonden zijn al bijna helemaal genezen en alleen mijn hoofd doet nog pijn. Maar naar een ziekenhuis gaan, doe ik niet. Ik wil gewoon alleen zijn.
Zarena is een paar keer binnen geweest, maar verder laat iedereen me met rust. Ze wilde weten hoe het ging. Ze had gehoord wat er was gebeurd, maar ze weet niet alles. Ze weet niet dat Aloys de moordenaar is van mijn ouders. Dat weten alleen Logan en ik. Logan... Ik mis hem zo. Waarom moest Aloys hem gevangen nemen? Waarom?
Mijn hersenen blijven maar overuren maken, maar lijken tegelijkertijd uitgeschakeld te zijn. Duizenden vragen spoken door mijn hoofd, al blijven ze allemaal onbeantwoord.
'Cara?' hoor ik de stem van Zarena weer. Niet veel later hoor ik een sleutel en staat ze in mijn slaapkamer. 'Vertel eens, wat is er nou echt allemaal gebeurd? Ik geloof niet dat je al een hele week hier zit omdat hij Logan had.' Ze kent me te goed.
Ze verwacht een antwoord. Ik blijf echter stil, net zoals de rest van de week. Het lijkt wel alsof er een grote prop in mijn keel zit. Er kan niks meer in of uit. Geen eten, geen woorden.
'Je bent jezelf niet meer. Wat is er? Wat heeft die man gedaan of gezegd?'
'Mijn ouders,' kraak ik zacht. 'Hij heeft ze vermoord.' Ze hapt geschrokken naar adem. Ze zegt echter niets.
Na een paar minuten opent ze haar mond. 'Wat?' fluistert ze. 'Hoe weet je dat?' Vragend kijkt ze naar me.
'Hij zei het zelf. Alleen Logan en ik hebben het gehoord.' Mijn stem is nog steeds zacht, maar het is als iets beter dan net.
'Het spijt me voor je.' Ik schud mijn hoofd. Ze hoeft geen spijt te hebben. Dit alles is niet haar schuld. Het blijft een paar minuten stil, terwijl ik in haar armen zit en mijn opgekropte tranen laat vloeien. 'Misschien is het goed als je weer eens buiten komt. Zullen we samen gaan lunchen? Volgens mij heb je al een hele week niks meer gegeten en ik weet zeker dat je honger hebt.'
~
Na veel gesmeek, ben ik toch met Zarena mee gegaan naar de stad. We zitten nu in een gezellig cafeetje. 'Zie je wel. Frisse lucht en eten doet je goed,' glimlacht ze.
'Je hebt gelijk, maar je moet ook snappen dat ik geen zin had om buiten te komen terwijl mijn hele leven een grote puinhoop is.'
'Dat snap ik ook heel goed. Maar binnen blijven zitten, is niet de oplossing voor het oplossen van die puinhoop.'
'Je hebt gelijk, zoals altijd.' Mijn blik valt op twee mensen die de ruimte inkomen. Shit. Ik kan dit er niet nu ook nog bijhebben. Ik ben vergeten om een berichtje te sturen naar haar en nu is ze vast heel erg boos op me. 'Raven is hier, wat moet ik doen?'
'Vertel haar gewoon dat je je mobiel kwijt was en een nieuwe hebt moeten kopen, terwijl je in Londen was. Ze zal dat vast niet zo erg vinden.' Ik kijk haar kant op en zij ook mijn kant.
'Dakota?' vraagt ze verbaasd. 'Ik ben zo blij om je te zien!'
'Hey, Raven. Sorry dat ik geen bericht heb gestuurd of zo. Ik was mijn mobiel kwijt en heb een nieuwe moeten kopen, terwijl ik in Londen was voor een tijdje. Maar ik heb mijn oude mobiel weer gevonden vanochtend.'
'Geeft niets. Ik ben blij dat ik je nu weer zie en even spreek. Als je je mobiel maar niet weer kwijtraakt. Ik moet nu gaan, want Xavier wacht op me, maar we spreken elkaar heel snel. Goed?' Ik knik en ze gaat snel naar Xavier.
'Zie je wel, het viel reuze mee,' zegt Zarena, zodra ik me weer naar haar heb gedraaid.
'Weet ik.'
We eten ons eten op en gaan dan nog even de winkels in. 'Deze is leuk.' Zarena houdt een zwart jurkje omhoog.
'Het is een jurk, Zarena. Dat ga ik nooit aandoen.'
'Pas hem.' Ze zet een waarschuwende blik op en ik zucht toegevend, wetende dat tegen haar ingaan geen zin heeft. Ik pak het jurkje uit haar hand en neem hem mee de paskamer in.
'Laat zien!' Zuchtend stap ik het hokje uit. 'Het staat je super! Je moet hem echt kopen.' Snel schud ik mijn hoofd. Ik ga dit echt niet kopen als ik het toch nooit aan ga doen. Het is een jurk. Dat past gewoon niet bij mij. Geef mij maar een lange, zwarte broek met een shirt of sweater.
Ik kleed me weer om naar mijn eigen kleren en verlaat dan het hokje. Zarena neemt de jurk van me over, terwijl ik nog verder kijk naar een leuke, zwarte broek of trui. Even later verschijnt ze weer in mijn ooghoek. 'Ik heb goed nieuws en slecht nieuws. Het goede nieuws is dat ik het jurkje voor je heb gekocht. Het slechte nieuws is dat ik net gebeld ben en nu moet gaat. Sorry, maar jij kunt nu nog wel even verder winkelen?'
'Het is niet erg. Ga maar.' Ze glimlacht voordat ze weggaat en mij toch wel een beetje teleurgesteld achter laat. We hadden het net gezellig. Een beetje doelloos loop ik rond in het centrum. Ik kijk naar de verschillende etalages en bekijk mensen vanuit mijn ooghoeken.
'Hey,' hoor ik ineens achter me. Denkend dat het niet voor mij is, loop ik door, totdat iemand me aantikt. Geschrokken draai ik me om. Anthony staat achter me met een schuldige blik.
'Oh, hey,' mompel ik verbaasd, mezelf voorbereidend op iets negatiefs.
'Ik wil je graag bedanken. Je hebt ons gered.'
'Dat was niets. Dat is mijn taak,' wuif ik het weg. Ik wil weer weglopen, maar Anthony loopt met me mee.
'We missen je, wist je dat? Vooral Logan. Hij is zichzelf niet meer. Wanneer kom je terug?'