Mijn naam is beroemd. Iedereen kent mijn naam. Ik ken iedereen.
Maar niemand weet wie ik werkelijk ben.
Cara McCarter.
•
(Verdere beschrijving in het voorwoord)
•
'Geweldig boek met veel actie en humor. Zeker een aanrader.' ~ @emma_giesbers
'Het is...
Deze afbeelding leeft onze inhoudsrichtlijnen niet na. Verwijder de afbeelding of upload een andere om verder te gaan met publiceren.
Na school ga ik met Logan mee. Ik heb Ray een bericht gestuurd dat hij me niet op hoeft te komen halen en kreeg al snel een antwoord terug dat dat goed was. Zodra ik hem nodig heb, zou hij meteen komen.
Logan stopt de auto op de parkeerplaats van een groot huis en stapt uit. Ik stap ook uit en bekijk het huis. Van binnen ziet het er net zo groot uit als van buiten. Het is licht en ruim ingericht en heeft een gezellige sfeer. Ik weet zeker dat dat zijn moeder heeft gedaan, want als Logan echt de zoon is van een drugsbaas, kan zijn vader nooit zo'n gezellig huis inrichten.
'Wil je wat drinken?' Ik knik en achtervolg hem naar de keuken. Ik wil het huis zo goed mogelijk in mijn hoofd prenten, zodat ik ontsnapmogelijkheden heb als dat nodig is. 'Wat wil je?'
'Water.' Ik drink bijna nooit frisdrank, gewoon omdat ik het niet echt heel erg lekker vind. Hij schenkt water in een glas en pakt ook wat drinken voor zichzelf. Hij drinkt zijn glas leeg zonder tussendoor iets te zeggen en ik doe hetzelfde. Het is erg ongemakkelijk.
'Zullen we beginnen?' vraag ik als we het allebei op hebben. Hij knikt en gaat me voor naar zijn kamer. Onderweg let ik op aparte deuren met ingewikkelde sloten of iets dergelijks. Alle deuren hebben sloten, maar de achterste deur heeft een net iets groter slot, alsof niemand erin mag.
Zijn kamer is bijna even groot als mijn appartement. Het is jongensachtig ingericht, maar toch stijlvol. 'Dit is echt een groot huis. Zijn jouw ouders rijk of zo?' breng ik vol verbazing uit. Dit is geacteerd, ik weet ook wel dat zijn vader rijk is.
'Ja, mijn vader heeft een eigen bedrijf dat erg goed loopt. Maar ik denk niet dat je het kent.'
'Vertel, misschien ken ik het wel.' Ik ben een foutje van hem aan het uitlokken op een hele subtiele manier.
'Ik weet het zelf ook niet precies, maar volgens mij was het iets met meubels of zo.'
'Dat is handig! Hoe heet het bedrijf? Mijn vader wil een nieuwe bank hebben.' Mijn ouders leven niet meer, maar dat weet hij niet.
'Geen idee. Mijn vader vertelt niet zo veel over zijn bedrijf.'
'Maar je weet de naam toch wel?' Hij schudt zijn hoofd en ik kijk hem met dichtgeknepen ogen aan. Ik vertrouw hem niet. Hij gebruikt mijn tactiek. Vage antwoorden geven in de hoop dat de ander ophoudt met vragen stellen. Helaas voor hem heb ik hem door.
'Zullen we beginnen?' verandert hij van onderwerp. Ik zeg niets meer over zijn vaders bedrijf om niet te verdacht over te komen en ga op de bureaustoel zitten.
'Zoek jij informatie over Nelson Mandela, dan zoek ik informatie over hoe de strijd is verlopen.' Hij knikt en start zijn computer op.
'Wie is die jongen die je elke ochtend naar school brengt?' vraagt hij als we een tijdje bezig zijn.
'Dat is Collin, mijn broer.'
'Ik wist niet dat je een broer had.' Hij weet wel meer dingen over mij niet. Hij weet eigenlijk helemaal niets over mij. Zelfs mijn naam niet. Hij denkt dat ik Dakota heet. Idioot.
'Heb jij een broer of een zus?' Ik moet aardig gaan doen, want anders kom ik nooit meer in dit huis. En ik moet hier vaak komen om het te kunnen onderzoeken.
'Nee, ik ben enig kind. Heb je zelf geen rijbewijs? Omdat Collin je altijd brengt.'
'Jawel, maar ik heb geen auto. En mijn broer vertrouwt me niet met zijn auto en mijn vader heeft zijn auto nodig om op zijn werk te komen. En mijn broer heeft zijn auto ook nodig, dus moet hij me brengen. '
'Ik kan je anders ook wel ophalen, zo'n probleem is het niet.' Hij mag me niet ophalen bij mijn appartement, dan weet hij waarschijnlijk meteen dat ik een spion ben.
'Oh nee, dat is niet nodig. Collin vindt het niet erg om me weg te brengen.'
'En ik ook niet. Dus je mag meerijden.'
'Eh oké.' Normaal ben ik nooit om te praten, maar iets aan hem zorgt ervoor dat ik me anders voel.
'Prima, waar kan ik je ophalen?' Shit. Hij mag me niet ophalen.
'Ik kom 's ochtends wel hiernaartoe, dan hoef je niet om te rijden.'
'Zo ver om kan het niet zijn, toch?' Ik schud mijn hoofd. Ik herinner me dat er een paar straten verderop een huis te koop staat. Er staat geen bord in de tuin, maar het staat wel te koop op internet. De organisatie moet het huis kopen en ik trek er wel in voor een tijdje, totdat mijn opdracht afgerond is. Ik geef hem het adres en we maken de opdracht verder af.
Hij is nu veel aardiger dan op school. 'Waarom ben je op school zo'n klootzak en nu niet?' Hij kijkt me aan en trekt een wenkbrauw op.
'Ik heb een reputatie hoog te houden.'
'De reputatie als klootzak? Ik weet niet of dat zo positief is.' Ik kijk hem sceptisch aan.
'Dat weet ik. Maar het is nogal raar als je ineens verandert in een zachtaardige sul. De mensen zijn gewend dat ik hard ben. Ze zullen het vast niet heel erg vinden.'
'In de paar dagen dat ik nu hier op school zit, weet ik dat mensen je niet mogen. Ze zijn bang voor je. Raven vertelde me dat je soms mensen in elkaar slaat. Vind je dat normaal?' Hoe kan hij zo simpel doen over gemeen zijn tegen onschuldige mensen?
'Ze waren me iets verschuldigd!'
'Wat dan?' sis ik boos. Ik ben gemeen, hij is gemeen. Maar hij is gemeen voor onschuldige mensen. Ik vermoord mensen die anderen vermoorden of kwaad doen. Ik doe het voor het goede doel. Soort van. Zo is het mij altijd verteld.
'Dat gaat je niks aan.' Ik zucht en ga verder met het werkstuk. Hij frustreert me. Ik negeer hem en zoek nog meer informatie op op internet. Hij is in stilte dingen op aan het schrijven.
Shawns tour is gestart gisteren en ik wil heel graag huilen. Wie doet er mee? Ik mocht niet van mijn ouders en nu moet ik het doen met foto's en filmpjes van zijn concerten.