'Hoi,' begroet Zarena me. Ik glimlach naar haar en laat haar binnen. Ze gaat aan tafel zitten. Vlak naast de laptop. Shit. Ik ben dingen over Australië aan het regelen. 'Waarom ben jij bezig met het regelen van vervoer in Australië? Wat moet jij in Australië? Voor zover ik weet, heb jij nog geen nieuwe opdracht.'
Met een indringende blik kijkt ze me aan. Ik slik en bedenk snel een smoesje. 'Ik wil graag weten hoe ik me moet vervoeren als ik ooit naar Australië ga,' zeg ik snel. Het is moeilijk om tegen Zarena te liegen, want ze altijd zo lief en behulpzaam. Ze verdient dit niet. Maar ik heb haar beloofd dat ik Logans antwoord af zou wachten, voordat ik zou beslissen of ik weg zou gaan.
'Dat geloof ik niet. Jij wilt gaan verhuizen.' Ze trekt haar wenkbrauwen op. Ik zucht diep. Ze heeft me door. Dat was te verwachten.
'Je hebt gelijk.' Moet ik nog een keer liegen en zeggen dat Logan mij echt niet meer wilt zien? Nee, dat zou ze doorhebben. 'Maar ik kan niet hier blijven en steeds gezien worden door mensen. Ik ben niet meer op school, maar wel in de stad. Dat valt op,' verdedig ik mezelf.
'Dat snap ik, maar je kan ook gewoon hier in de buurt blijven. Zodat Logan je nog altijd kan vinden. Hij heeft je nog geen enkel antwoord gegeven, dus dat betekent dat er nog hoop is.'
Maar ik wil geen hoop hebben. Want als je hoop hebt, word je alleen maar teleurgesteld. En ik wil niet teleurgesteld worden. Bovendien gaat Logan toch niet zeggen dat hij nog bij mij wilt zijn. Daarvoor is hij te boos en gekwetst. En ik kan het hem niet een kwalijk nemen, want het is allemaal mijn schuld.
'Nee, Zarena. Ik heb mijn keuze gemaakt. Ik ga naar Melbourne toe en kom niet meer terug. Ik blijf niet hier. Ik ga alleen nog een verdwenen kind zoeken en daarna ben ik echt weg. Logan kiest toch niet voor mij. Hij is boos op me en dat snap ik, want ik was een complete idioot. Maar ik kan niet hier blijven wonen en de kans lopen op een complete inzinking als ik Logan zie. Ik word gek hier en ik moet weg.' Ik ben uit frustratie opgestaan van de stoel en hijg een keer van mijn geratel.
'Cara, geloof me. Ik weet dat Logan dat niet denkt. Dat is onmogelijk. Ik kan de liefde tussen jullie bijna voelen als je over hem vertelt. Het kan niet dat het hierbij ophoudt.'
'En hoe weet je dat die liefde nu nog wederzijds is? Je hebt Logan nog nooit gezien en kent hem niet zoals ik hem ken.'
'En hoe ken jij hem dan?' Ze lijkt iets te weten, maar ze wilt niet zeggen wat. Ik ken hem als een lieve jongen, met een duistere kant. Iemand die alles overheeft voor degenen waar hij van houdt. Iemand die niet zomaar opgeeft en tot het uiterste gaat. Iemand met een reputatie. Maar die alles opzij schuift voor zijn geliefden. Ik zeg het niet hardop, want dan zal Zarena zeggen dat ze gelijk had. En dat wil ik niet. Ik ben koppig.
'Nou? Hoe ken jij hem? Is hij echt een jongen die zo boos op iemand kan worden dat hij diegene nooit meer wilt zien?' Ze fronst haar wenkbrauwen en blijft kalm. Ook al ben ik gefrustreerd.
'Ja, ik weet zeker dat hij mij na zoiets niet meer wilt zien. En dat is normaal, want ik heb over mijn identiteit gelogen. Dat is geen simpel leugentje over een slechte gewoonte die niemand mag weten. Dat is een leugen over mijn hele leven. Vind je het gek dat hij boos is?' roep ik geïrriteerd.
Ik weet niet waarom ik zo hysterisch doe, terwijl Zarena zo kalm kan blijven. Maar ik denk dat ik nu eindelijk alles uit mijn lijf kan schreeuwen.
'Cara, ik weet dat het moeilijk is en dat je ermee zit. Maar je kunt niet zomaar weggaan. Misschien vindt Logan dit verschrikkelijk. Misschien is hij boos op je. En ja-.'
Ik onderbreek haar. 'Dit helpt niet!' roep ik.
'Laat me dan ook uitpraten. Misschien zal hij dit nooit vergeten. Misschien is dit wel allemaal jouw schuld. Maar dat betekent niet dat hij je nooit meer wilt zien. Ik weet zeker dat hij van je houdt. En jij houdt van hem. Misschien geeft hij je wel een tweede kans. Dus wat spoort jou aan om te vertrekken?'
'Alles. Ik weet gewoon dat hij boos is. En ik kan het niet aan om hem boos te zien.'
'Maar je houdt wel van hem.'
'Ja!'
'Dan blijf je hier tot hij een duidelijk antwoord heeft.' Ik weet dat ze gelijk heeft, maar dat zal ik nooit toegeven. En daarom zucht ik gefrustreerd. Ik grijp naar mijn hoofd en ijsbeer op en neer door de kamer. Wat moet ik nou doen? Ik wil weg hier, ik hou het hier niet meer uit. Maar Zarena heeft wel gelijk.
Er is nog een hele kleine kans dat hij me een kans geeft.
Een héle kleine kans.
'Oké, goed. Nu hebben we genoeg hierover gesproken. Ander onderwerp. Je zei iets over een verdwenen kind. Wat bedoel je daarmee?'
'Er is een meisje, Luca, en ze is vermist. Haar ouders woonden eerst in dit huis. Maar ze zijn verhuisd en hebben haar spullen achtergelaten met een briefje. En nu ben ik opzoek naar het meisje, omdat ik wil dat ze opgroeit met haar ouders. En niet met één of andere gek. Ik heb al een klein vermoeden bij wie ze nu is. Ene Mariah Cosbeys heeft twee foto's met een Luca, met hetzelfde haar en dezelfde ogen als het meisje van deze foto. En nu ben ik haar verder aan het onderzoeken.' Oftewel stalken.
Zarena glimlacht klein. 'Dat is erg lief van je. Als je hulp nodig hebt, ben ik er voor je.'
'Nu je het zegt, ik heb nog geen tijd gehad om de familie Montréal op te sporen. Maar ik denk dat ik dat eerst zelf ga proberen.'
'Dat is goed. Ik ga nu, want ik heb afgesproken met Drew. Maar ik zie je snel weer. Houd me op de hoogte van je zoektocht.' Ze glimlacht en staat dan op om het huis te verlaten.
JE LEEST
Spy
Teen FictionMijn naam is beroemd. Iedereen kent mijn naam. Ik ken iedereen. Maar niemand weet wie ik werkelijk ben. Cara McCarter. • (Verdere beschrijving in het voorwoord) • 'Geweldig boek met veel actie en humor. Zeker een aanrader.' ~ @emma_giesbers 'Het is...