Bonus 4. Genadeloze machine

1.1K 65 5
                                    

Grommend zit ik op het matras. Ik weet niet wie die man is en waarom hij ons gevangen houdt, maar hij spoort niet. Hij heeft me al in elkaar geslagen omdat hij dacht dat ik wist waar 'ze' was. Ik heb geen idee over wie hij het heeft. Misschien is hij op zoek naar Cara, maar dan moet hij niet bij mij zijn. Al maanden heb ik haar niet gezien. Het lijkt alsof we twee vreemden van elkaar zijn.

Ineens is er veel lawaai en horen we mensen schreeuwen en krijsen. Wat is er aan de hand? Ik sta meteen op om bij het tralies te gaan staan. Als er een aantal mannen de ruimte binnen komen, worden mijn ouders, vrienden en ik geblinddoekt en vastgebonden. Wat gebeurt er? We worden meegesleurd en ik hoor iemand praten. Ik zie niks en kan alleen dingen horen die me niet goed bevallen.

'Moet ik verder gaan, of komt ze nu al?' Daarna is het stil en hoor ik alleen wat stoffen bewegen.

'Dit is nog maar het begin,' hoor ik de man die ons ontvoerd heeft weer zeggen. Dan hoor ik wat voetstappen langs me op lopen en weer datzelfde geluid van stoffen die bewogen worden. Datzelfde hoor ik nog een keer. Zou die idioot ons één voor één onze blinddoeken af doen? Waarom zou hij dat doen? De voetstappen en geritsel van stoffen hoor ik nog eens drie keer. Ik heb het in totaal zes keer gehoord nu. Ik probeer te peilen wat er gebeurt, maar kan alleen bedenken dat onze blinddoeken losgemaakt worden en we ergens anders vastgemaakt worden.

Ineens hoor ik wat snikken, die ik vaker heb gehoord. Mijn moeder. Wat doet hij haar aan? Woede borrelt in me op.

'Waar is ze?' roept de man na een lange stilte. Ineens duwt iemand me naar voren. Ik struikel bijna over mijn voeten, maar kan me herstellen en loop mee. De muts wordt van mijn hoofd afgerukt en ik zie nu de groep zwartgeklede mensen. De prop wordt uit mijn mond gehaald en ik kijk de groep eens rond. Je kan geen enkel gezicht zien, vanwege de grote capuchons. Maar er is één iemand die de muts iets naar achter heeft geduwd.

Cara.

Haar lichte ogen vallen op tussen al het zwart. Is ze hier om ons te redden?

'Als je nu niet naar voren komt, zal je geliefde vriendje er niet meer zijn, Cara. Dus kom maar.' Ik voel hoe de man een koud pistool tegen mijn hoofd aan zet, maar blijf rustig. Als ik nu probeer weg te rennen, zal ik sowieso neergeschoten worden.

'Het is nu of nooit, Cara.'

'Ik ben hier.' Cara zet een stap uit de zwarte menigte en kijkt naar mij. Ik kijk haar hoopvol aan. 'Wat wil je van me?' Haar stem is koud en kil. Ze staat weer in haar spionnen-stand, om het zo maar even te noemen. Ze zei dat Dakota's karakter precies hetzelfde was als dat van Cara, dus dit zal ze vast doen om te zorgen dat de man geen zwakke plekken te zien krijgt.

'Ik wil jou.' De man laat me los, maar meteen heeft een ander paar handen me al vast. De man grijpt Cara bij haar bovenarm en trekt haar mee naar het midden van de cirkel, naar mij. Hij doet haar capuchon af en ze snuift hard.

'Wees iets preciezer. Wat wil je van me?' snauwt ze weer. De man blijft echter stil en bindt haar handen vast achter haar rug, om vervolgens alle wapens op de grond te gooien.

'Weet je?' begint hij. Ze kijkt boos naar hem. 'Het is leuk om jou pijn te zien lijden.' Hij grijnst vies en stompt Cara ineens in haar maag. Ze deinst een klein beetje achteruit en vangt de andere klappen ook op. Ik wil haar helpen, maar ik weet dat ik dan voor nog meer problemen zorg.

'Wat wil je?' brengt ze langzaam uit. Haar ogen staan kil.

'Ik wil jou. Je lichaam. Dood. Net zoals je ouders.' Dat laatste kunnen alleen Cara en ik horen, maar het komt binnen als een bomaanslag. Het galmt door in mijn hoofd. Deze man heeft haar ouders vermoord. Deze man heeft haar ontnomen van haar vader en moeder.

SpyWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu