HAPPY HOLIDAYS! Geniet van jullie kerstcadeautje van mij. Hopelijk vinden jullie het leuk. En alvast sorry voor dit hoofdstuk... Er raakt nu nog niemand echt gewond... Veel plezier met lezen en een fijne Kerst!
Ik heb net meer informatie gekregen over de reddingsoperatie. Er zitten dus zeven mensen vast. Zes mannen en één vrouw. Ze zitten vast in een zwaarbewaakte loods. Het is niet zeker of ze nog volledig gezond zijn of niet, maar wat wel zeker is, is dat ze nog in de loods zijn.
'Ben je klaar?' roept Ray vanaf de andere kant van de deur.
'Ja!' roep ik terug en ik ga naar hem toe. Ik ben volledig onherkenbaar, net zoals alle andere spionnen die naar de loods gaan. Zodra iedereen klaar is, vertrekken we met z'n allen naar de loods.
Zodra we daar aankomen, schrik ik. Dit is de loods waarin ik Logan heb verteld wie ik echt ben. Meteen ben ik afgeleid. Ray heeft het door en stoot me aan. 'Opletten, dit is belangrijk,' sist hij. Ik verontschuldig me en volg dan de rest naar de ingang.
We hebben afgesproken dat de ene helft via de hoofdingang gaat en de andere helft via de zijingang. Ik ga via de zijingang naar binnen, dus moet even wachten totdat de rest via de hoofdingang binnen is. Zo gaat de vijand naar de hoofdingang en kunnen wij de mensen gaan zoeken.
Na vijf minuten horen we mensen schreeuwen, ons teken om naar binnen te gaan. Helaas is ons plan niet helemaal gelukt. Een deel van de vijanden staat ons op te wachten met pistolen. 'Waar dachten jullie heen te gaan?' sist een man, waarschijnlijk de leider van deze groep.
Niemand reageert, zoals afgesproken, en we richten onze wapens op de vijanden. 'Ik moet zeggen, jullie zijn met veel. Maar er is één iemand die we nodig hebben. Is ze hier?'
Nu zegt Ray wel wat. Hij is de leider van deze groep, dus hij doet het woord. 'Wie?'
'Wie denk je, idioot? We weten dat ze bij jullie hoort. Waar is ze? Hier of in de andere groep?' De man kijkt ons allemaal aan, al kan hij geen gezichten zien.
'We hebben geen idee over wie je het hebt. Zeg gewoon een naam.'
'Cara McCarter.'
'Jammer, maar die is er niet.' Dat is één van de regels. Als je op missie bent en iemand vraagt naar iemand uit de organisatie, zeg altijd dat diegene er niet is en dat diegene niet eens in de organisatie zit. 'Sterker nog, ze zit niet eens in onze organisatie.'
'We weten dat ze bij jullie hoort. Dus waar is ze? We willen haar. En wel nu. Ik weet dat ze hier is, dus als ze niet vrijwillig komt. Dan zorgen we ervoor dat ze vrijwilliger naar voren komt. Haal hen!' De man heeft een serieuze, moordende blik in zijn ogen staan. Het feit dat hij zijn eigen zin tegenspreekt, negeer ik.
Het blijft stil aan onze kant. Wat bedoelt hij? Wie moeten ze halen? Even later zijn de mannen weer terug en hebben ze de gegijzelden bij zich. Eén van de gegijzelden wordt in het midden van de kring neergezet. De man die steeds het woord doet, loopt ernaar toe.
'Moet ik verder gaan, of komt ze nu al?' Het blijft opnieuw stil, wat de man als teken ziet en hij trekt de muts van het hoofd af. Ik hap geschrokken naar adem. Wat moet Thom hier? Hij haalt ook de theedoek uit de mond, zodat hij weer kan praten.
'Dit is nog maar het begin.' Hij grijnst smerig en kijkt de groep rond. Hij knikt naar iemand en de tweede wordt in de kring gezet. Ook bij die persoon wordt de muts van het hoofd afgehaald en de theedoek uit zijn mond gehaald. Anthony. De leider zegt niets en laat de volgende komen. Taylor. Mijn gevoel zegt me dat dit slecht gaat aflopen. Heel slecht.
De volgende is Max. Degene daarna de vader van Logan. Dan de moeder.
In mijn gedachte maak ik het rijtje af. Thom. Anthony. Taylor. Max. Giovanni. Arina. De volgende is Logan. De klootzakken hebben Logan. Hoe kunnen ze? Dit zijn mijn gedachten, maar de werkelijkheid laat nog op zich wachten. De zevende wordt niet in de kring gezet.
Niemand doet iets. Iedereen blijft stil en kijkt naar de zes mensen in het midden. Over Arina's wangen lopen tranen, terwijl ze op zoek is naar iemand in de massa. Ze zoekt mij. Ik laat mijn muts iets naar achter vallen, zodat mijn ogen zichtbaar zijn. Zodra Arina naar mijn kant kijkt, kan ze me herkennen. Er is niemand met dezelfde ogen als ik. Meteen krijgt ze wat hoop, zie ik.
'Waar is ze?' roept de man kwaad. Hij seint naar de man die Logan vastheeft en laat Logan ook naar het midden komen. Hij rukt de muts van zijn hoofd en haalt de theedoek uit zijn mond. 'Als je nu niet naar voren komt, zal je geliefde vriendje er niet meer zijn, Cara. Dus kom maar.'
Ik slik. Ik kan niet mijn hele team verraden, maar ik kan Logan daar niet zo laten staan. Ondanks alles, hou ik nog steeds zielsveel van hem. Wat moet ik nou doen? Ik kan Logan niet zo achterlaten.
De man zet een pistool tegen Logans hoofd en kijkt de groep nog eens rond.
'Het is nu of nooit, Cara.'
'Ik ben hier.' Ik stap tussen de mensen vandaan en zoek oogcontact met Logan. Hij kijkt me hoopvol aan. 'Wat wil je van me?'
'Ik wil jou.' Hij laat Logan los en komt naar mij toe. Logan wordt meteen overgenomen door een ander en de leider neemt mij vast. Ik slik terwijl hij me meeneemt naar het midden van de cirkel en mijn capuchon afdoet van mijn hoofd.
'Wees iets preciezer. Wat wil je van me?' snauw ik. Hij blijft stil en bindt mijn handen vast achter mijn rug. Alle wapens die ik bij me heb, pakt hij af en gooit hij op de grond.
'Weet je?' begint hij. Ik kijk hem boos aan. 'Het is leuk om jou pijn te zien lijden.' Hij heeft een vieze grijns op zijn gezicht staan. Ineens geeft hij een stomp in mijn maag. Van de klap deins ik achteruit, voor zover dat kan. Al snel volgen er nog meer klappen. Ik proef wat bloed in mijn mond en mijn hoofd tolt een beetje. Maar ik ben erger gewend.
'Wat wil je?' breng ik moeilijk uit.
'Ik wil jou. Je lichaam. Dood. Net zoals je ouders.'
JE LEEST
Spy
Teen FictionMijn naam is beroemd. Iedereen kent mijn naam. Ik ken iedereen. Maar niemand weet wie ik werkelijk ben. Cara McCarter. • (Verdere beschrijving in het voorwoord) • 'Geweldig boek met veel actie en humor. Zeker een aanrader.' ~ @emma_giesbers 'Het is...