Mijn naam is beroemd. Iedereen kent mijn naam. Ik ken iedereen.
Maar niemand weet wie ik werkelijk ben.
Cara McCarter.
•
(Verdere beschrijving in het voorwoord)
•
'Geweldig boek met veel actie en humor. Zeker een aanrader.' ~ @emma_giesbers
'Het is...
Deze afbeelding leeft onze inhoudsrichtlijnen niet na. Verwijder de afbeelding of upload een andere om verder te gaan met publiceren.
'Cara, je moet rusten. Die klap tegen de muur was hard.' Ik luister niet naar de dokter en sta op. Een felle steek schiet door mijn hoofd, maar ik houd koppig vol. Ik wil hier niet blijven, ik wil gewoon naar huis. Ray pakt mijn arm vast en blikt kort naar de dokter. Die daarna vlug de kamer uit gaat.
'Luister, ik had niet zo boos moeten worden. Ik snap dat je boos bent. Maar daar heb ik toch al sorry voor gezegd?'
'Dat is het niet. Ik-.' Ik zucht diep voordat ik verder ga. 'Ik weet niet wat het is. Het is gewoon-. Verwarrend of zo.'
'Wat is verwarrend?'
'Alles. De organisatie. Wat ik nou wil. Jij.'
'Ik?'
'Ja, jij. Je bent de laatste tijd zo geprikkeld en ik snap niet waarom. Wat is er met je?'
'Niks. Ik vind het gewoon raar dat je iets hebt met die Logan. Ik vind het echt heel erg vervelend om te zeggen, maar ik ben bang dat het niks gaat worden. Dakota gaat binnenkort weg en als Logan weet dat jij Cara bent, zal hij vermoord moeten worden. Het is te gevaarlijk, Cara.'
Het doet pijn om hem dat te horen zeggen.
'Wat als hij bij de organisatie komt?'
'Ben je gek? Dan kan hij alle informatie die hij krijgt doorspelen aan zijn vader. Dat zou nooit goed komen.'
'Maar mijn vader was ook een vijand.'
'Dat was anders, Cara. Hij had geen ouders meer die hij kon helpen. Logan heeft nog wel ouders. Hij zal informatie gemakkelijk door kunnen spelen. Cara, dat kan onze ondergang zijn. Dat wil je toch niet?' Ik schud zuchtend mijn hoofd.
'Je hebt gelijk. Zodra ik klaar ben met mijn missie, ga ik weg.' En zit ik met een gebroken hart. Hij slaat zijn armen om me heen om me te troosten, al werkt het niet echt goed. Het vooruitzicht op een gebroken hart is niet heel erg vrolijk.
'Het spijt me.' Ik wurm me uit zijn omhelzing en loop, zonder nog iets te zeggen, weg. Ik wil nu gewoon even alleen zijn. Ik loop snel naar huis en laat een eenzame traan niet vrij. Thuis laat ik me op mijn bed vallen. Ik pak een foto van mijn ouders van mijn nachtkastje en bekijk de foto goed.
De liefde straalt van hun gezichten af. Mijn moeder lacht vrolijk in de camera, terwijl mijn vader met een verliefde blik naar haar kijkt. Zouden Logan en ik ook zo naar elkaar kijken? De doos met spullen van mijn ouders haal ik onder mijn bed vandaan. Bovenop ligt het dagboek van mijn moeder.
Paul nam me vandaag mee op een date. Ik weet zeker dat hij de ware is. Hoe vertel ik hem dat ik niet dat onschuldige meisje ben dat hij kent? Hoe vertel ik hem dat ik een spion ben en hij bij de organisatie moet, of geen leven meer heeft? Hoe vertel ik hem dat ik tegen hem heb gelogen? Ik weet zeker dat ik mijn leven met hem wil delen, maar hij moet dat ook willen. Anders hebben we grote problemen. Het doet zo'n pijn om tegen hem te liegen, maar ik kan hem de waarheid niet vertellen.
Hoe heeft mijn moeder hem verteld dat zij een spion was? Accepteerde hij het of was hij boos? Ik sla snel de bladzijde om.
Paul heeft me op een volgende date gevraagd. Ik ben zo gelukkig. Maar ik voel me zo schuldig. Hij denkt dat hij met een lief meisje is, maar ik ben niet lief. Ik ben harteloos. En het maakt mij nog hartelozer door tegen hem te liegen. Het schuldgevoel vreet me op. Maar ik kan hem niet de waarheid vertellen. Dat risico is te groot. Ik zal moeten wachten of hem verlaten. Verlaten is de snelste oplossing, maar ik wil hem niet kwijt. Ik ben nog jong en er kan nog van alles gebeuren. Maar ik weet dat ik niemand meer zal vinden die zo lief en zorgzaam is. Kon hij maar iemand vinden die net zo lief en zorgzaam is als hij. Hij verdient beter dan hij nu heeft. Hij verdient mij niet. Hij is te goed.
Mijn moeder worstelde met dezelfde gedachten als ik. Zij voelde zich net zoals ik nu. We lijken meer op elkaar dan ik dacht. We zien er niet alleen hetzelfde uit, we denken ook hetzelfde.
Door mijn moeders dagboek te lezen, weet ik meer over haar. Alsof ze me die dingen vertelt tijdens het shoppen of theedrinken. Tijdens een gezellig gesprek. Ik mis haar verschrikkelijk. Dingen die leeftijdsgenoten doen met hun ouders, kan ik niet doen. Een beschermende vader, een overbezorgde moeder, ik heb ze niet meer. En dat doet pijn.
Maar ik ga door. Voor hen.
Ik zoek naar de pagina waar staat hoe ze mijn vader heeft verteld over haar spionnenleven. Na een stuk of vijftien bladzijden doorgelezen te hebben, zie ik staan wat ik zocht.
Hij weet het. Ik heb het hem verteld. Hij liep weg. Ik bleef verloren achter. Ik hoop zo dat hij me nog wil zien. Maar ik kon niet langer tegen hem liegen. Het schuldgevoel werd steeds erger en ik kon het niet meer aan. Hij wist mijn echte naam niet eens. Ik heb hem alles verteld. Echt alles. Van het begin tot het eind. Ik heb hem verteld over mijn gevoelens en mijn karakter. Dat hij echt viel op mijn karakter. Ik hoop dat dit genoeg was. Ik heb hem één ding nog niet verteld. Hij weet niet dat hij moet kiezen tussen mij - en dus ook de organisatie - en de dood. Ik wil dat hij de keuze maakt voor mij, maar niet omdat hij niet dood wilt. Ook al kiest hij niet voor mij, ik zal er alles aan doen om hem te beschermen. Ik houd van hem. Met heel mijn hart.
Mijn moeder had alles over voor mijn vader. Ik ben blij dat ze haar ervaringen op heeft geschreven, want nu kan ik ze lezen.
Dit hoofdstuk heeft precies duizend woorden. Mijn autistische brein vindt dat echt heel erg fijn.
Ik ben trouwens heel erg moe, daarom update ik zo langzaam. Ik wil alleen maar slapen en kan me nergens op concentreren. Op school hoor je mensen wel eens zeggen dat ze moe zijn, maar dat kan nooit zo erg zijn als dat wat ik nu heb. Het voelt echt alsof ik elk moment neer kan vallen en in slaap ga vallen. Nu weten jullie de reden voor de trage updates.