Chapter 67

3.2K 198 24
                                    

Ik wrijf over mijn buik. Ik heb zo een pijn. Erge kramp. Met moeite loop ik naar beneden.

We zijn inmiddels al een paar dagen verder.

Nourdinne is denk ik in de woonkamer. Ik ben boos op hem, omdat hij heel laat thuis kwam en ging liegen. Hij doet ook afstandelijk. Precies zoals toen hij vreemd ging met die ene wijf, ben der naam vergeten.

Ik wil weten waarom hij zo doet. Hij doet echt raar, gemeen. En ik doe ook kortaf tegen hem. En daardoor is hij weer boos. Snappen jullie het?

Ik ben echt ziek afgelopen dagen, en Nourdinne hij doet raar. Waardoor hij dat ook niet ziet. En gewoon ze leventje lijd terwijl ik dood ga van de pijn. Maar echte pijn.

Ik heb vandaag de hele dag niks gegeten. Bang dat ik het weer alles ga overgeven.

Nasserdinne is met Marouane en mijn moeder. Ze wouden hem heel graag meenemen. Want ze gingen wat leuks doen buiten. Ze vroegen me ook mee maar ik voel me echt niet goed. Vandaar dat alleen Nasserdinne mee is.

Ik loop naar de keuken. Ik voel een lichte steek in mijn hoofd. Ik ben zo moe. Maar ik moet koken.

"Amirah!" Hoor ik. Ik ben te zwak om te reageren. Mijn hoofd draait rondjes.

Ik voel Nourdinne aan mijn arm trekken. "Hallo ik praat tegen je" ik kijk hem met gespleten ogen aan.

Ik zie heb dubbel. Me hoofd draait nog meer rondjes en mijn buik doet pijn. Ik voel weer een lichte steek in mijn hoofd.

Ik grijp Nourdinne vast als ik voel dat ik bijna om val.

"Amirah? Wat is er?" Hoor ik met een echo.

"Nourdinne" kreun ik pijnlijk. Een traan rolt over mijn wang.

"Nourdinne help" piep ik. "Amirah! Wat is er" hoor ik hem gestresst zeggen.

En voor dat ik nog wat voel of kan zeggen voel ik me zelf heel licht worden en val ik om. Het is helemaal zwart

-

Perspectief Nourdinne:

"Amirah" ik zie haar helemaal duizelig om der geenkijken. Ze is helemaal wit, en der ogen zijn rood. "Amirah" zeg ik. Allemaal bezorgdheid kropt in me op.

Ze valt in mijn armen. "Amirah!" Zeg ik gestresst. Ik probeer haar wakker te maken maar niks lukt. Haar ogen zijn gesloten.

"Amirah!" Schreeuw ik. Ik wil niet gaan huilen.

Ik trek mijn schoenen half aan en til der op en ren naar de auto. Ik rij zo hard ik kan naar het ziekenhuis.

En traan rolt over mijn wang. Als haar wat overkomt vergeef ik het me zelf nooit. Het is allemaal mijn schuld. Als ik nooit zo bot tegen der deed dan was dit nooit gebeurd. Ik stoot tegen het stuur.

Shit. Dit is allemaal mijn schuld.

Ik parkeer de auto snel en til Amirah op en ren naar binnen. Ik roep om hulp en er komen al allemaal dokters en zusters aan rennen. Ze nemen haar van me over en ik ren achter ze aan.

Verder mag ik niet naar binnen. Ongeduldig ga ik zitten in de wachtkamer.

Nu moet ik alleen nog wachten. Met mijn handen wrijf ik in mijn gezicht en haren. Ik zucht hard.

Spijt.. heel erg Spijt..

Dat heb ik elke keer weer. Elke keer doe ik zo bij Amirah, of bot of gemeen of hebben ruzie en dan achteraf krijg ik pas spijt.

Ik moet me zelf verbeteren. Ik moet niet elke keer zo doen tegen der. Ik heb der veel te veel aangedaan. Ik heb zo veel geflikt. En zij helemaal niks.

Ik ben boos op me zelf. Woedend op me zelf.

Ik moet stoppen met zo gedragen. Zo snel boos worden. En de schuld op Amirah schuifen. Ze is onschuldig. Ze doet geen vlieg kwaad. En ik?

Ik moet me zelf echt verbeteren. Ik maak door dit gedrag Amirah en me zelf ongelukkig.

Na zeker een tijdje hebben gewacht komt er een dokter naar me toe lopen

"Bent u familie van mvr. ..." "Ja ik ben haar man" "Kom maar mee" ik sta op.

"Wat is er gebeurd?" Vraagt hij. "We waren gewoon samen thuis. Ik riep der maar ze gaf geen antwoord. Ik liep naar der toe en ze was helemaal wit. Ze zei niks ze zei alleen help. Ze was helemaal duizelig der ogen waren heel anders en ze wiebelde steeds toen ze stond. En toen viel ze in me armen bewusteloos" hij knikt.

"We weten de reden nog niet helemaal. Dat ga ik nu met mijn assistent bespreken. Maar ik wou je niet langer laten wachten om haar te zien. Je kan alvast naar der toe. Ze is nog bewusteloos maar ze kan elk moment wakker worden. Als er wat is roep je om hulp. Ik ga nu het onderzoek bespreken en dan laat ik u het weten" ik knik. "Heel erg bedankt" zeg ik en geef hem een hand. Hij knikt en loopt weg met een mapje in zijn handen.

Ik loop naar binnen en ik zie meteen Amirah met gesloten ogen in het bed liggen. Ze is helemaal wit. Allemaal buisjes om der heen. In der.

Ik loop rustig naar der toe. Ik pak een stoel en ik ga naast haar zitten.

Ik leg mijn hand op de hare. Der hand is koud.

Ik kijk der aan. Hoe ziek ze ook is, ze is beeldschoon.

Hoe kon ik zo dom zijn? Hoe? Hoe kon ik zo tegen der doen? Waarom? Ik kan me zelf dit niet vergven. Hoe kon ik niet zien dat ze al die tijd ziekjes was. Ik ben zo een sukkel!

Ik buk naar voren en geef een kus op haar voorhoofd. Ik houd haar hand goed vast. En ik wrijf er op.

Na een tijdje naar haar hebben gestaard en gepiekert komt de dokter binnen.

"En?" Zeg ik hoopvol. "Ze is gewoon flauwgevallen. Ze heeft helemaal niks gegeten. En te veel stress. Ze moet echt veel meer gaan eten want zo gaat het niet goed. Verder moeten we afwachten tot ze wakker word. En dan zien we verder wel. Ik heb alleen nog haar plas nodig. Om het te onderzoeken. Dus als ze wakker word, kan je haar dan helpen met plassen in dit potje?" Zegt hij en geeft me een potje aan.

"Komt goed, bedankt" zeg ik. Hij knikt en loopt weg. Ik leg het potje op het nachtkastje.

Ik pak mijn telefoon en app een goede vriend. Ik vraag hem of hij veel eten voor me kan kopen. Hij gaat er mee akkoord want hij zat toch te luieren. Ik stuur hem een hele lijst met eten en spulletjes en ik leg mijn telefoon dan weg.

Ik houd Amirah der hand weer vast. En wrijf der over.

Ik zal afwachten tot ze wakker is. En dan pas haar moeder en marouane bellen.

Ik geef steeds kusjes op Amirah der hand. Ik weet het zeker. Ik wil haar niet kwijt. Nooit niet.

Zo kunnen we toch niet leven. Elke dag ruzie. Elke dag discussies. Ze is wel heel geirriteerd en emotioneel de laatste tijd maar het is ook mijn schuld.

Ik voel haar hand bewegen. "Amirah" zeg ik en kijk der aan. Ik wrijf over der wang.

Haar ogen openen langzaam. Na een tijdje kijkt ze om der heen.

Als ze me ziet schrikt ze. "Schatje" zeg ik schor. "Wat is er gebeurd?" Vraagt ze.

"Je bent flauwgevallen thuis" "Oh" zegt ze. "Je eet veels te weinig" ze kijkt naar beneden. Ik wrijf over der hand. Ze trekt haar hand terug.

"Waar is Nasserdinne?" Vraagt ze. "Bij je moeder en Marouane" "Weten ze dat ik hier lig" "nee maar ik wou ze net gaan bellen" "Maak ze maar niet ongerust vertel ze het pas als ze terug zijn in de thuis" ik knik.

Na een tijdje gaat ze plassen in het potje.
Ik roep de dokter en geef het aan hem.

Strijden voor Liefde (VOLTOOID)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu