8. Onderzoek en behandeling

225 3 0
                                    

(Floor)

22 mei 2017

Onderweg naar het ziekenhuis staar ik voor mij uit. 'Ik hoop maar dat het niet te ernstig is met Anouk', zegt Femke. Dat hoop ik ook. Zoals het er nu naar uit zag "valt het mee". Ik vrees dat Judith er erger aan toe zal zijn. Wat was haar toestand? 'Ik hoorde stabiel, maar kritiek', zegt Femke. Even kijk ik terug naar buiten, als dat maar goed komt.

Femke parkeert de wagen op de parking bij de spoedafdeling, wij stappen uit en de lopen de afdeling binnen. Binnen lopen wij naar de balie. 'Goedenavond, waar kan ik jullie mee helpen?', vraagt de vrouw achter de balie. Mijn vrouw is binnen gebracht met de ambulance. 'Wat is de naam van uw vrouw?' Storme, Anouk Storme. 'Uw vrouw wordt momenteel behandeld in de onderzoekskamer. Neemt u even plaats in de wachtkamer, ik ga de verpleegkundige melden dat u er bent'. Dank u wel. Samen met Femke neem ik plaats in de wachtkamer. Na twintig minuten zitten wij nog altijd in de wachtkamer. 'Wil jij iets drinken?', vraagt Femke. Een beetje water alsjeblieft. Even later komt Femke terug en overhandigd mij een flesje water. 'Zij zullen zo wel komen', zegt zij. Ik hoop het.... 'Familie van mevrouw Storme?', vraagt een verpleegkundige die naast ons staat. Ja? 'U mag meekomen naar de onderzoekskamer'. 'Ik wacht hier wel', zegt Femke. Met de verpleegkundige loop ik mee naar de onderzoekskamer waar Anouk op een bedje zit. He lief, hoe gaat het? 'Zoet, zij hebben net foto's gemaakt van mijn vinger en schouder, maar dat mijn vinger gebroken is dat is wel duidelijk'. Ik kijk naar de linker ringvinger van Anouk, deze ziet dik en blauw. Ik geef haar een kus. Jij ziet er al iets beter uit dan daarstraks. 'Ik ben een beetje bekomen van de schrik. Alleen begrijpen doe ik het nog steeds niet'. Maak u daar niet druk om alstublieft, het belangrijkste ben jij nu. 'Hoe is het met Judith?' Femke zei dat haar toestand stabiel, maar kritiek was. Anouk wend haar blik af en zucht, ik pak haar hand.

Hand in hand en kijkend in elkaars ogen wachten wij de uitslag van de onderzoeken af. Een jonge man met kort zwart haar komt de onderzoekskamer binnen. 'Goedenavond', hij komt naar mij toe en geeft mij een hand. 'Dokter Roel Desmet, spoedarts'. Floor Lommelen, echtgenote van... ik wijs naar Anouk. 'Mevrouw Storme, ik heb de foto's bekeken, hier is een duidelijke breuk op te zien van de linker ringvinger. Op de foto van de schouder is er ook een breuk te zien aan de bovenkant van het schouderblad'. 'Moet dat geopereerd worden?', vraagt Anouk. 'Nee, de breuk is stabiel en ook niet helemaal door dus stel ik voor om de schouder rust te geven door middel van een speciale draagzak waarbij de arm gefixeerd zit tegen het lichaam. Zo blijft de schouder gestabiliseerd en dit geeft ook de minste pijn'. 'Oké'. 'De breuk aan de ringvinger gaan we behandelen met een gips, hierbij zetten we ook u middelvinger en pink mee in het gips ter ondersteuning. Een verpleegkundige zal u zo verder komen helpen'. Moet zij in het ziekenhuis blijven?, vraag ik de arts. 'Nee, als de gips is aangelegd mag u vrouw het ziekenhuis verlaten. Kan ik verder nog iets voor u betekenen?' 'Weet u toevallig wie de arts is van Judith Vermeersch?', vraagt Anouk. 'De dame die tegelijk met u is binnengebracht?' 'Ja'. 'Voor zover ik weet is dat dokter Verhelst'. 'Dank u wel'. 'Ik wens u veel beterschap'. Hij schudt ons de hand en verlaat de onderzoekskamer. Dat valt gelukkig nog mee, zegt ik. 'Met die hand kan ik minstens 4 tot 6 weken niet werken. Nou ja, ik kan geen patiënten behandelen'. Misschien kunt jij administratief werk doen, dan kan jij al vast oefenen voor als wij onze kleine verwachten, zeg ik met een knipoog. Anouk moet lachen, 'een soort generale repetitie dus'. Ja, maar eerst goed genezen dan komen de kindjes later wel. 'Dat beloof ik'.

Nadat Anouk haar vinger is gegipst en haar schouder is gefixeerd in de draagzak lopen wij naar de wachtkamer toe. Femke komt naar ons toe gelopen. 'Hoe gaat het?', vraagt ze aan Anouk. 'Ça va, al heb ik me wel al beter gevoeld'. 'Dat geloof ik. Zal ik jullie naar huis brengen?', vraag zij. Anouk kijkt mij aan. Ik zou graag even langs Judith willen. Hierop kijk ik Femke aan. Dat is geen probleem voor mij. 'Ik ga aan de balie vragen of ze dokter Verhelst kunnen oproepen', zegt Anouk. 'Hoe gaat het echt met haar?', vraagt Femke. Het gaat wel, zij is meer bezorgd om Judith dan om haar zelf. Al denk ik eerlijk gezegd dat haar klap nog moet komen. Anouk komt terug gelopen. 'Ze komt er zo aan'. Ik sla mijn arm om haar middel. Wil jij iets drinken?, vraagt Femke. 'Nee dank u'.

In goede en slechte dagen, in liefde en gelukWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu