103. Terug bij mij

137 3 0
                                    

(Floor)

19 april 2018

Ik wordt gewekt door een geluid dat mij bekend voorkomt, maar dat ik niet kan thuisbrengen. Met één oog open kijk ik rond mij heen. Al snel ontdek ik dat het het geluid van mijn wekker is. Ik had deze gezet om te gaan werken. Nu heeft de commissaris mij zorgverlof gegeven voor zolang Anouk ik het ziekenhuis ligt. Ik zet mijn wekker uit en draai mij op mijn zij. Naast mij in bed ligt Els. Zij wilde eerst op de zetel gaan slapen, maar dat vond ik onzin. In de logeerkamer kan zij niet meer, omdat die nu is ingericht als babykamer. En aangezien Anouk er niet is kon zij op haar plek in bed slapen. Voorzichtig maak ik Els wakker. Els goedemorgen. Els draait haar hoofd in mijn richting en met half geopende ogen kijkt zij mij aan. 'Goedemorgen', zegt zij met een schorre stem. Het is om te vragen of jij vandaag moet werken. 'Helaas wel'. Ik moet lachen. Dan heb ik u gelukkig niet voor niets wakker gemaakt. 'Ik heb geen zin', zegt Els en trekt haar deken over haar hoofd. Last van de wijn? 'Nee dit keer niet'. Wij moeten beide lachen. De vorige keer dat Els bij ons was had zij teveel gedronken. Ik ga ontbijt maken als jij wilt kun jij een douche pakken? 'Het zal nodig zijn om wakker te worden'. Ik stap op en ga richting de keuken. 

Nadat Els een douche heeft genomen is zij komen ontbijten. Daarna is zij naar De Korf gegaan om te werken. Zij wilde nog wel bij mij blijven, maar haar cliënten moeten ook geholpen worden. Ik heb haar wel moeten beloven dat ik haar zou bellen van zodra de arts van Anouk iets had laten weten. Nadat ik de vaat in de vaatwasser heb gezet en deze heb aangezet ben ik zelf ook maar een douche gaan nemen. In het kantoortje bekijk ik mijn post die ik heb meegenomen van het commissariaat. Dan open ik de laptop en bekijk mijn email. 20 ongelezen mails staan er voor mij klaar. 

Mijn GSM gaat af, het is het ziekenhuis. Floor Lommelen. 'Goedemorgen mevrouw Lommelen, u spreekt met dokter De Leeuw'. Goedemorgen dokter. 'Goedemorgen. Ik heb goed nieuws voor u. Uw vrouw is de nacht goed doorgekomen. Haar bloeddruk en hartslag zijn heel de nacht stabiel gebleven. Ook de baby zijn hartslag is stabiel gebleven. Ik heb vanmorgen overleg gehad met mijn collega van de nacht en hij vertelde mij dat uw vrouw gisterenavond met u heeft gesproken'. Dat klopt ja. 'Vannacht heeft zij wel een aantal angstaanvallen gehad, maar dat is normaal bij een shock. Het kan goed zijn dat dit nog enkele dagen tot weken zal aanhouden, maar dat verschilt per persoon'. Ik heb zelf een gesprek gehad met een psycholoog van mijn werk en zij heeft mij een lijst gegeven met symptomen en hoe te reageren bij een shock. 'Dan weet u ervan?' Jazeker. 'Gezien de positieve evaluatie in de toestand van uw vrouw zie ik geen aanleiding om haar verder hier te houden'. Dat is fijn om te horen. Wanneer zou ik haar op mogen komen halen? 'Als u hier over een half uurtje bent dan heb ik de ontslagpapieren in orde gemaakt'. Ik zal er zijn. 'Dan zie ik u straks'. Bedankt voor het bellen. 'Geen probleem'. Ik leg af. Mijn GSM leg ik op het bureau en laat mij onderuit zakken in de stoel. Opgelucht haal ik adem. Dan kom ik weer rechtzitten en pak mijn GSM, ik besluit Els een SMS te sturen.

Heb jij even tijd?


Ik heb nu geen cliënten.

Kom anders even langs, ik zit in mijn spreekkamer.


Ik kom eraan.


Mijn GSM steek ik mijn broekzak. Ik verlaat het kantoortje naar de living. Vanop de tafel pak ik mijn sleutels, vanonder de kapstok mijn tas. Ik neem alles al mee om zo, na mijn bezoek aan Els, direct naar het ziekenhuis te vertrekken. Via de tussendeur stap ik De Korf binnen. Ik loop rechtstreeks naar de spreekkamer van Els en klop op de deur.

'Binnen', roept Els. Ik stap de spreekkamer binnen. Druk bezig, zeg ik met een glimlach. 'Ik doe alsof'. Ik zal het aan Anouk doorgeven. Ook Els moet lachen. 'Heb jij al iets gehoord vanuit het ziekenhuis?' Daar kom ik voor. Ik ben daarjuist gebeld door het ziekenhuis. Anouk haar toestand is niet meer veranderd vannacht, deze is stabiel gebleven. Wel heeft zij vannacht angstaanvallen gehad, maar de arts zegt dat dat normaal is. 'Mag zij naar huis?' Ja, ik mag haar zo gaan halen.  Dat is fijn'. Zeg dat wel. Ik ga u niet langer storen en ga mijn vrouw ophalen. 'Doe haar de groeten en zeg dat ik in de komende dagen langs kom'. Zal ik doen. 'Ah ja en zeg maar tegen Anouk dat zij zich geen zorgen hoeft te maken over De Korf. Wij houden deze wel recht'. Ik glimlach en sluit de deur van de spreekkamer achter mij. 

In goede en slechte dagen, in liefde en gelukWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu