18. Ziekteverlof

166 3 0
                                    

(Floor)

24 mei 2017

Bij het binnenlopen van de teamruimte staat de commissaris al te wachten. 'Ah inspecteur Lommelen, naar mijn kantoor alstublieft'. Ik ga de commissaris voor naar zijn kantoor. Achter mij sluit hij de deur. 'Neem plaats', zegt hij terwijl hij naar de stoelen voor zijn bureau wijst. 'Ik heb daarstraks een telefoon gehad vanuit het ziekenhuis, blijkbaar heeft één van mijn inspecteurs een patiënt af staan dreigen'. Af staan dreigen, ik heb hem gewaarschuwd. 'Hoe kunt gij dat nu doen? Ik begrijp dat gij het nu heel moeilijk hebt, maar om in uniform naar hem te trekken was niet verstandig. Wat als hij of het ziekenhuis een klacht tegen u indient?' Dan is dat maar zo. 'Floor'ke, gij zijt één van mijn beste agenten en ik wil u behoeden voor meer impulsieve fouten'. De keuze om naar hem te gaan heb ik niet gemaakt uit een impulsieve reactie. Ik wilde hem laten weten dat hij geen contact meer moet proberen zoeken met Anouk. 'Floor ik heb nagedacht over wat ik met u moet doen. Ik wil dat gij ziekteverlof neemt totdat de rust is teruggekeerd'. Waarom, ik ben toch niet ziek? 'Maar goed gaat het ook niet met u'. Commissaris laat mij gewoon werken. 'Kom eerst eens tot rust samen met u vrouw, even alles op een rijtje zetten. Ook wil ik dat gij contact opneemt met de korps psycholoog voor een afspraak te maken'. Dat heb ik allemaal niet nodig. 'Ga gewoon één keer met haar praten, al is het maar om te vertellen wat u dwars zit of om vragen te stellen voor oplossingen te zoeken. Wij, uw collega's willen allemaal naar u luisteren, maar wij kunnen u niet helpen. Het is niet dat ik u laat vallen, integendeel. Het enige wat ik nu wil is dat wanneer gij terug komt werken, ik weer voor de volle 100% op u kan rekenen'. Als dat is wat u wilt. 'Floor nogmaals het is geen straf of berisping, het is om u te beschermen tegen fouten die gij zou kunnen maken'. Wanneer zou ik dan weer mogen komen werken? 'Dat laat ik aan u over. Ik heb vertrouwen dat jij dat zelf kan inschatten'. Ik sta recht pak mijn dienstwapen uit mijn holster en mijn politiekaart uit mijn broekzak en leg deze op het bureau van de commissaris. Het kaartje met het telefoonnummer van de korps psycholoog pak ik op en steek het in mijn broekzak. Daarna loop ik zijn kantoor uit.

'En?', vraagt Koen die zit te wachten op één van de stoelen naast het kantoor van de commissaris. Ik ben met ziekteverlof gestuurd. Hij druk mij tegen zich aan. 'Wij houden contact en wij houden jullie op de hoogte van het onderzoek'. Tineke komt aangelopen. 'Ik heb contact gehad met de onderzoeksrechter en heb een contactverbod aangevraagd, hij heeft deze toegewezen', zegt zij. 'Mocht Jappe nog contact proberen opnemen laat het mij dan weten'. Dat zal ik doen. 'Zullen wij u naar huis brengen, dan vertrekken wij vanaf daar op patrouille', zegt Koen. Als jullie daar tijd voor hebben? 'Natuurlijk. Rijd jij maar met Tineke mee, ik volg wel met onze wagen. Dan kunnen jullie nog wat kletsen onderweg'. Jullie zijn schatten. 'Dat weet ik', zegt Koen nonchalant. 'Onnozelaar', lacht Tineke.

Thuis aangekomen lopen Koen en Tineke nog even mee naar boven. Wanneer ik de deur van de living open zie ik Anouk op mij af komen lopen. 'Floor waar heb jij gezeten? Ik was dood ongerust.' 'Ik zal het zo uitleggen', zegt Tineke. Lief zie jij mij nog graag? 'Natuurlijk zie ik u graag. Daar moet jij niet aan twijfelen'. Vindt jij het goed dat wij straks praten, ik wil even gaan rusten. 'Dat praten kan allemaal wachten, ik ben al blij dat ik u terug heb. Wil jij iets om te slapen?' Nee dank u wel. Bedankt voor het thuisbrengen, zeg ik tegen Koen en Tineke. 'Dat is graag gedaan. Beloof jij dat jij zal bellen als wij iets kunnen doen?', vraagt Tineke. Dat ga ik doen. 'Doen hé, anders gaat onze deal niet door hoor', zegt Koen en hij stuur een knipoog onze richting uit. Er ontstaat een glimlach op mijn gezicht. Ik geef Anouk een zoen en vertrek naar de slaapkamer.

Terwijl ik mij in de slaapkamer uitkleed hoor ik Tineke de uitleg doen over wat er is gebeurd. Ik hoor de bezorgdheid in Anouk haar stem, maar ook bij Anouk haar ouders. Op dit soort momenten zou ik graag in de armen van mijn ouders vallen, maar dat is helaas niet meer mogelijk. Mijn moeder is een half jaar na onze trouw overleden, zomaar van het een op het andere moment. Een aneurysma van de aorta, er was niets meer aan te doen. Mijn vader is anderhalf jaar geleden naar het buitenland verhuist. Wij spreken elkaar wekelijks via whatsapp, maar toch mis ik hem. Gelukkig zijn de ouders van Anouk er nog. Zij voelen als een tweede paar ouders voor mij. Ik kan ook altijd bij hen terecht met alles.




In goede en slechte dagen, in liefde en gelukWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu