17. Jij komt hier niet mee weg!

152 3 0
                                    

(Floor)

24 mei 2017

Voor de zoveelste keer klinkt de ringtone van mijn GSM, weer Koen. Ook nu druk ik het gesprek af. Eerder heb ik al sms'en ontvangen van Anouk en zij heeft mij meermaals gebeld. Ik leg mijn GSM tussen de zetels in, stap uit de wagen en loop richting de ingang van het ziekenhuis. Binnen loop ik richting de balie. Goedemorgen inspecteur Lommelen, lokale politie, kunt u mij zeggen in welke kamer meneer Jean- Pierre Vercauteren ligt alstublieft? 'Meneer Vercauteren ligt op kamer 314. Dat is op de derde verdieping'. Dank u wel, zeg ik tegen de vrouw. Ik pak de lift naar het derde. Boven aangekomen kijk ik op de bordjes welke kant ik op moet. Kamer 310 tot 315 maar rechts. Bij het inlopen van de gang kom ik een verpleegkundige tegen. 'Goedemorgen, kan ik u helpen?', vraagt zij. Inspecteur Lommelen, ik kom voor meneer Vercauteren. 'Natuurlijk, meneer Vercauteren ligt in de één na laatste kamer aan de rechterkant. Als er iets kunt u altijd roepen'. Dank u wel. Zonder te kloppen stap ik zo stil mogelijk de kamer binnen. Jappe ligt nog te slapen, wat ook niet gek is op dit tijdstip. Ik ga naast het bed van Jappe staan en bekijk hem goed. Hij is helemaal anders dan ik mij had voorgesteld. Aan zijn gezicht kunde de sporen van het leven op straat en zijn drugs gebruik goed zien. Ik steek het licht in de kamer aan, hierop wordt Jappe wakker. Verbaasd en met slaperige ogen kijkt hij mij aan. 'Wie ben jij?', vraagt hij. Inspecteur Lommelen, lokale politie. 'Wa komde gij ier doen?' Ik kom u waarschuwen. 'Veur wa?' Jij gaat Anouk gerust laten. 'Woacht ne kier iere, gij zijt de vrèwe van Anouk. Ee zulder moan beschreven papier gekregen?' Knoop dit goed in u oren maat, als jij nog, op welke manier dan ook, contact opneemt met Anouk krijg jij met mij te maken. 'Weet Anouk da gaa ier zaa?' Dat doet er helemaal niet toe, dit is iets tussen u en mij. 'Anouk es alzeleeve goed vuur ma geweest, 'k he tons uuk vree veel spijt van't gegeen er es gebeurt'. Daar had jij dan eerder aan moeten denken! ''K wist nie wa ek deed'. Dat is gemakkelijk. Anouk had dood kunnen zijn! 'Et spijt mij'. Als Anouk zoveel voor u betekende had jij dit niet gedaan! 'Ek zei het toch, ek wiste nie wa ek deed'. Bullshit, roep ik luid. De verpleegkundige komt de kamer binnen. 'Wat is hier aan de hand?' Niets. 'Inspecteur wilt u de kamer verlaten, meneer moet rusten'. 'Kun gij ieverans zorgen da Anouk contacte mee mij opneemt', vraagt Jappe. Dat is het moment waarop mijn stoppen compleet doorslaan. Ik loop naar hem en pak met beide handen zijn ziekenhuishemdje vast. Ik ga het u nog één keer zeggen. Jij gaat Anouk gerust laten! Jij belt niet, schijf niet, niets niet. Jij gaat u straf krijgen en deze uitzitten. 'Inspecteur!', roept de verpleegkundige nog eens. 'Floor niet doen', hoor ik dan. Koen en Tineke komen de kamer binnen gerend. Samen halen ze mij van Jappe af. Tineke begeleid mij de kamer uit. 'Wij nemen het vanaf hier over', zegt Koen tegen de verpleegkundige.

'Verdomme Floor waar ben jij mee bezig?' Hij moet Anouk gerust laten! 'Wat is er gebeurt?' Eerst die brief die jullie hebben gevonden en gisterenavond belde hij naar Anouk haar GSM. Er heerst spanning tussen Anouk en mij omwille van hem. Ik laat hem niet tussen ons komen. 'Ik begrijp het, maar in uniform naar hem toe trekken dat kan u uw baan kosten. Is dat wat jij wilt?' Natuurlijk niet. 'Anouk en jij zijn sterk. Jullie gaan nu door een moeilijke periode heen, maar dat komt weer goed. Zij is super ongerust, zij heeft u sms'en gestuurd en gebeld. Heb jij dat dan niet ontvangen?' Ja wel, maar ik heb mijn GSM in de wagen laten liggen. Ik wilde haar niet ongerust maken. 'Dat is dan niet echt gelukt. Anouk heeft naar Koen en mij gebeld om te vragen of wij wisten waar jij was. Zou zij dat doen als zij niet meer om u gaf?' Ik wil haar niet kwijt. De tranen lopen over mijn wangen. Koen pakt mij vast en troost mij. De GSM van Tineke gaat. Ja commissaris.'Tineke het is ik hier. Waar zijn jullie?' Wij zijn nog in het ziekenhuis. Is Floor toevallig bij jullie?' Die staat hier bij ons ja. Kom onmiddellijk naar het commissariaat en neem Floor mee. Ik wil haar dringend spreken'. Wij komen eraan.

'Dat was de commissaris, wij moeten u binnen brengen'. Ik veeg de tranen uit mijn ogen. 'Waar staat u wagen?' Op de algemene parking. 'Jij gaat met Koen naar u wagen, Koen jij rijdt'. Dat is niet nodig. 'Laat u maar eens verwennen door mij, zal ik wel voor u zorgen', zegt Koen met zijn befaamde glimlach op zijn gezicht. 'Ik zal onderweg naar Anouk bellen om haar gerust te stellen', zegt Tineke. Met z'n drieën lopen wij richting de uitgang van het ziekenhuis.

Terwijl Koen rijdt kijk ik op mijn GSM, 7 sms'en en 11 gemiste oproepen. Stuk voor stuk open ik de sms'en. Bij het lezen van de sms'en van Anouk moet ik de brok in mijn keel wegslikken. 'Zij ziet u graag', zegt Koen plots. 'Ik kan u reactie begrijpen, ik weet niet hoe ik in deze situatie zou hebben gereageerd'. Wat denk jij, gaat de commissaris mij ontslaan? 'Het was niet slim om in uniform naar die gast toe te gaan. Jij hebt al betere acties gedaan. Maar de commissaris is ook een man met gevoel'. Koen legt zijn hand op mijn hand om mij gerust te stellen.


In goede en slechte dagen, in liefde en gelukWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu