Hoofdstuk 37

1K 36 1
                                    

Zijn motor stond niet op de parkeerplaats had ze vluchtig gezien. Maar dat hoefde nog steeds niks te betekenen hield ze zichzelf voor. Waarschijnlijk had hij zich nu gewoon beter voorbereid op zijn grap en stond zijn motor aan de voorkant van het gebouw. Snel vervolgde ze dan ook haar weg naar de kantoortuin. Ze wilde die gemene lach op zijn gezicht zien. Maar zijn plek was leeg. En wat was dat een klap in haar gezicht. De kantoortuin afspeurend liep ze richting haar bureau. Misschien was hij toch nog ergens verstopt.
'Oh Eva wat fijn. Ik dacht dat even dat jij ook niet zou komen' stuitte ze alleen op het opgeluchte gezicht van haar leidinggevende.
'Wa-waar is Wolfs dan' kreeg ze er met moeite uit.
'Jullie wonen toch in één huis' trok Mechels haar wenkbrauwen op.
'Jawel, maar we zien elkaar niet vierentwintig zeven' was haar smoes. Wat moest ze haar anders zeggen? Dat ze haar partner sinds de vorige dag niet meer gezien had?
'Ik neem aan dat jij dan wel weet dat Wolfs ziek is, je bent hier toch ook alleen heen gekomen' bleef Mechels haar vragend aankijken. Had Wolfs zich ziek gemeld? En dat allemaal vanwege haar? Dat kon niet. Dat zou hij nooit doen.
'Wanneer heeft hij zich gemeld dan' begon ze zich meteen weer van alles in haar hoofd te halen.
'Een halfuurtje geleden' keek ze op de klok die in de kantoortuin hing. 'Of ga jij me nou vertellen dat je dit niet wist' nam Mechels er geen genoegen mee dat Eva zo verrast reageerde.
'Zoals ik al zei, we zien elkaar niet vierentwintig zeven en ik dacht eigenlijk dat hij al weg was toen ik hem niet in de keuken trof' zoog ze uit haar duim. Haar baas hoefde niet te weten dat de twee ruzie hadden gehad en dat ze eigenlijk geen idee had waar haar partner uithing. Maar ze ging hem ook niet verraden dat hij niet thuis was. Dan zou hij daar straks nog gezeur mee krijgen en dat wilde ze nou ook weer niet. En het was enigszins een geruststelling dat hij zich een halfuur geleden had ziek gemeld. Ze wist nu in elk geval zeker dat hij geen gekke dingen had gedaan en dat hij ergens was. Al wist zij niet waar dat was, hij was in elk geval ergens.
'Nou ja fijn in elk geval dat jij er wel bent, en nu maar hopen dat Wolfs je niet aansteekt. Ik heb hier een zaak voor je' ratelde Mechels verder die er verder ook geen aandacht meer aan besteedde. Het belangrijkste was dat één van haar twee top rechercheurs er in elk geval wel was. Ze had zich nooit zo gerealiseerd wat het betekende als de één ziek zou zijn, en de ander zou aansteken. Dan miste ze in één klap twee van haar beste mensen. Maar gelukkig was dat nu niet aan de orde, en daar was ze maar wat blij mee.
'Marion kan met je meegaan' voegde ze er nog aan toe waarna ze het dossier aan Eva overhandigde. De dag was begonnen.

Zover weg en zo dichtbij (flikken maastricht story)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu