PROLOOG

8.4K 101 5
                                    

Een nieuw jaar, een nieuw huis en tevens ook een nieuwe school. De zoveelste en hopelijk de laatste als je het mij vraagt. Voor de meeste mensen is het überhaupt al nachtmerrie om één keer van school te moeten verwisselen; ik daarentegen ben niks anders gewend. Door het werk van mijn vader zijn we namelijk genoodzaakt elk jaar naar een andere stad te verhuizen. De een groter dan de ander, maar nooit groot genoeg voor mijn vader. Elk jaar is er wel ergens anders kans om meer geld te verdienen op een snellere manier. Of althans, dat is wat hij altijd als uitleg geeft als we weer moeten vertrekken. Wat mijn vader precies voor werk doet, weet ik echter niet. Niet dat ik er nooit naar heb gevraagd; alleen een normaal antwoord krijg ik nooit. Altijd als ik het opbreng geeft hij een vage uitleg en begint hij snel over iets anders. Ik ben dan ook na een aantal keer gestopt met antwoorden zoeken en heb geaccepteerd hem te volgen waar hij gaat. In ieder geval tot ik achttien ben...

'Toch Bel?' Haalt mijn vader mij nieuwsgierig uit mijn gedachten. Ik schrik op en probeer zo geïnteresseerd mogelijk te knikken in de hoop dat hij niet heeft gemerkt dat ik de afgelopen minuten niks van zijn verhaal heb meegekregen. Echter kent mijn vader mij beter dan dat en trekt een mondhoek geamuseerd omhoog. 'Ik vroeg je wat je van het huis vond', herhaalt hij zijn vraag. Ik lach verontschuldigend naar hem en kijk meteen rond in de gigantische hal om hem een antwoord op zijn vraag te kunnen geven.

Er staat een grote marmeren trap aan de zijkant en de muren zijn nog kaal en wit. Mijn vader kennende zal hij er zo snel mogelijk een plek vol schilderijen en meubels van maken om het wat op te vrolijken en huiselijker aan te laten voelen. Echter weet ik nu al dat dat een verloren zaak is. Het ligt namelijk niet aan de kale muren dat ik me hier niet thuis zal gaan voelen...

'Het is prachtig pap', zeg ik hem toe. En ik lieg niet. Althans, niet volledig. Het is een prachtig huis. Misschien niet wat ik graag zou willen. Het liefst zou ik in een klein en knus huis willen wonen met een openhaard en de warmte van een familiediner op de zondagavond. Voor de meeste mensen normaal, maar voor onze familie niet...niet meer...niet na het ongeluk. Ik schud mijn hoofd lichtjes, wetend dat ik weer in mijn gedachten ben weggezonken en schenk mijn vader een kleine glimlach om mijn woorden kracht bij te zetten. De manier waarop hij reageert door zijn mondhoeken krullen, vertellen me dat hij er erg trots op is. En dat is ook terecht. Het huis is groot. Nog groter dan de vorige en ongeveer twee keer zo groot als het huis daarvoor. Het is een wit vrijstaand pand en heeft, ondanks dat we er maar met zijn tweeën wonen, wel zeven slaapkamers.

'Goed om te horen prinses.' Hij knipoogt naar me en loopt zelfverzekerd door naar de keuken die aan de rechterkant van de hal grenst. Het doet me goed om hem zo gelukkig te zien. En dat is alles wat ik nodig heb om het nog een jaar in dit gigantische huis uit te houden. Mijn vader is namelijk alles voor mij. Als hij blij is, ben ik dat ook. En dat is wederzijds. Ik ben zijn kleine meid. Zijn prinses. Al zo lang als ik me kan herinneren noemt hij me dan ook zo. Misschien past het niet helemaal meer bij een jonge vrouw van zeventien, maar ik ben niet anders gewend.

Ik sta nog altijd aan de grond genageld, kijkend door de grote hal, mezelf wijs proberen te maken dat dit huis echt anders wordt. Een hopeloze bedoeling, want ik weet nu al dat ik de meeste tijd in mijn eentje hier zal rondbrengen terwijl mijn vader zakendoet in andere steden in de buurt. Mijn oog valt op de trap waardoor ik benieuwd word naar mijn slaapkamer. Ik heb het op foto's al een klein beetje kunnen zien en weet dat het de eerste deur rechts hoort te zijn. De kamer vlak naast de collosale trap en met een aansluitende badkamer als ik de foto's mag geloven.

'Ik ben even boven kijken, pap', laat ik mijn vader weten, terwijl ik de marmeren trap oploop naar de eerste verdieping.

Eenmaal boven, volg ik de beelden van de foto's en open de eerste deur rechts van mij. Ik neem een diepe hap lucht en kijk de kamer op een rustig tempo rond. Tot nu toe staan alleen mijn bed en mijn nachtkastjes er. Allebei eikenhout en zelf uitgekozen. Ik vond dat het een huiselijk thema aan mijn nieuwe kamer zou geven en dat doet het ook tot een bepaalde hoogte. Misschien wordt het effect nog beter uitgelicht als de andere spullen ook aangekomen zijn. Iets wat over de aankomende paar weken wel zal gaan gebeuren. Het is immers pas het begin van de zomervakantie en het verhuisbedrijf heeft zo'n zes weken de tijd gekregen van mijn vader.

Ik plof neer op mijn enige comfortabele meubel en sluit mijn ogen voor een moment. Ondanks dat ik eraan gewend ben elk jaar te verhuizen, blijft het elke keer weer wennen. Zeker de afgelopen twee keer na het ongeluk. Nu is het alleen nog mijn vader en ik – door mijn vaders werk, vaker nog ik alleen. Soms vraag ik me af hoe dingen zouden zijn als we voor eens op dezelfde plek zouden blijven. Hoe zou mijn leven er dan uitzien? Zou ik vriendschappen hebben zoals in de boeken en de films? Zou ik dat wel willen? Hoe zijn vriendschappen eigenlijk? Want hoe zielig het ook klinkt, ik heb nog nooit échte vriendschappen gesloten. Elke keer was het óf oppervlakkig óf kreeg ik het voor een volledig jaar voor elkaar mij op de achtergrond te houden. Met een benadrukking op de afgelopen jaren. Ik heb gemerkt dat het alles nou eenmaal een stuk makkelijker maakt wanneer ik weer verhuis na een jaar.

En dit jaar zal niet anders worden. Het is het laatste jaar voor mijn achttiende. Als alles meezit en ik goede cijfers blijf halen, kan ik na dit jaar gaan studeren, op één plek wonen en wellicht zelfs hechte vriendschappen sluiten.

'Nog één jaar Bel', fluister ik zachtjes tegen mezelf...  



GAME CHANGERWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu