HOOFDSTUK 9

4.9K 87 8
                                    

'Ik ben nog nooit eerder naar een wedstrijd geweest', geef ik toe terwijl Stanley, Taco, Vic en ik de tribune oplopen. Echter reageren ze alle drie niet wat me vertelt dat het hen allemaal niet verbaasd. Ik voel een onzekerheid opkomen, maar probeer het zoveel mogelijk weg te drukken. Ik kan het hen ook niet kwalijk nemen. Ik zie er nou ook niet bepaald uit alsof ik zoveel gaf om de sportteams op mijn vorige scholen. 'Er is ook geen zak aan', grapt Victoria als ze ziet dat ik in mijn gedachten verdwaal. Ik lach en richt mijn blik op de betonnen trap onder mij. 'Dat zeg je alleen maar omdat het er bij jou thuis continue over gaat', beschuldigd Taco haar. Victoria rolt met haar ogen en neemt plaats op een van de stoelen op de op een-na-hoogste rij. 'Niet alleen daarom', begint ze. 'Het is gewoon oprecht niet interessant.' Ik grinnik en neem plaats op de plek naast haar. 'Alsof jij je best doet om er meer over te weten te komen', weerlegt Taco die aan het andere uiteinde plaatsneemt. Victoria reageert niet, maar rolt met haar ogen, en schenkt mij een geïrriteerde blik. 'Wil iemand iets te drinken?', vraagt Stanley die duidelijk doorheeft dat hij hier zo snel mogelijk weg moet komen voordat Taco en Vitoria in een discussie belanden. 'Een cola graag', antwoord Vic. 'Voor mij een biertje alsjeblieft', zegt Taco. Iedereen begint te lachen en kijkt hem betichtend aan. 'Wat? Ik beloof dat jullie vandaag wel in mijn auto mogen rijden, okay?' grapt hij.

'Wat wil jij Bella?', zegt Stanley nog half lachend van Taco's opmerking. 'Ik loop wel eventjes mee', antwoord ik. Ik ben best benieuwd wie nou de broer van Victoria is en durf het niet aan Vic zelf te vragen. Dadelijk heeft ze het me wel een keer verteld en ben ik het gewoon vergeten. Dat zou erg ongeïnteresseerd overkomen en dat is het laatste wat ik ben. Stanley lacht en knikt naar de plek onderaan de tribune waar alle eet-en drankkraampjes staan.

'Je had niet mee gehoeven', laat Stanley weten, terwijl zijn kaarsrechte tanden tevoorschijn komen. Ik kijk hem aan en begin spontaan te glimlachen. Iets aan hem maakt dat ik zenuwachtig word. Ik ben er nog niet over uit of het zijn gespierde lichaam is, zijn lieve persoonlijkheid, of wellicht allebei. 'Dat weet ik', geef ik toe. 'Ik wilde je alleen iets vragen. En daarbij kan ik een voetbal discussie tussen Taac en Vic ook wel missen.' Hij kijkt me verrast aan en schiet in de lach. 'Begrijpelijk', geeft hij toe. 'En vraag maar raak.' Ik kijk op en zie dat we bij het drankkraampje aan zijn gekomen. Zijn vragende blik doet me beseffen dat ik ook nog niet heb verteld wat ik wil. 'Doe maar een cola.' Hij knikt, laat de vrouw achter de kraam weten wat we nodig hebben en draait zich weer naar me om. Ik veeg een pluk haar uit mijn gezicht en verzamel, waarschijnlijk overbodige, moed. 'Wie is eigenlijk de broer van Victoria?'

'Ik.'

Ik schrik op van de nieuwe stem die zich in ons gesprek mengt, maar Stanley lijkt alleen geïrriteerd te zijn. Voorzichtig draai ik me om, en meteen voel ik dat mijn ogen groot worden als ik zie wie de persoon achter het antwoord is. Hunter?! Is Hunter de broer van Victoria? Ik weet nu zeker dat ze mij dat nog niet heeft verteld. Hunter had ik namelijk zeker weten onthouden...

'Kan ik je even spreken Bella?', vraagt hij op een zachtere stem dan ik van hem gewend ben. Verbaasd schud ik mijn hoofd. Waarom wilt hij me spreken? En sinds wanneer vraagt hij dat zo netjes? Normaal gesproken krijg ik een hele preek waarom ik moet doen wat hij zegt en is zijn stem zo hard en kil als ijs. Ik richt mijn blik weer naar Stanley en probeer van hem af te lezen of hij weet waarom Hunter mij wil spreken. Echter zie ik alleen vermoeidheid en ergernis. 'Je hoeft echt geen toestemming te vragen van hem.' Ik draai me weer naar Hunter en voel al iets meer gewenning bij zijn toon die grauwer klinkt als zojuist. 'Ik wacht wel op je', laat Stanley snel weten, terwijl hij de drankjes aanpakt en ze op een sta-tafeltje naast ons neerzet. Ik kijk hem nogmaals in zijn ogen om zeker te weten dat hij het goed vindt, ondanks dat ik zelf niet eens weet of ik het goed vind. De vorige keer dat ik Hunter sprak, was nou niet bepaald een succes. Daarbij heb ik niet het gevoel alsof ik hem iets verschuldigd ben.

'Ik ben over vijf minuutjes terug', laat ik Stanley zo geruststellend mogelijk weten. Ondanks dat ik enige tegenzin voel om met Hunter te praten, ben ik wel benieuwd naar wat hij te zeggen heeft.

Hunter snuift en zucht geërgerd. 'Als ik maar vijf minuten krijg, zal je wel op moeten schieten nu.' Ik rol met mijn ogen, maar houd me in en loop achter hem aan. Als we voorbij alle kraampjes zijn en niet richting de trappen van de tribune lopen, krijg ik argwaan. Het zal toch niet zo zijn dat hij me in de maling neemt, hé? 'Deze plek is prima', laat ik hem weten, terwijl ik mijn armen over elkaar sla en stop met lopen. 'Er zijn al twee minuten voorbij, dus je hebt drie minuten.' Hunter, echter, trekt zich er niks van aan, en trekt me zachtjes mee naar een plek onder de tribunes. 'Laat me los!', beveel ik hem. Voor het eerst gehoorzaamt hij en laat hij mijn arm los glijden. Ik kijk hem vragend aan en word met de seconden nieuwsgieriger. Hij zwijgt en haalt alleen zijn handen door zijn haar. Zijn armspieren spannen zich aan, waardoor zijn grote biceps tevoorschijn komen. Ik slik en voel dat mijn ademhaling langzaam versnelt. Zelfs als hij niet praat, doet hij meer met me dan goed voor me is... 'Bella...', klinkt zijn lage stem, terwijl hij op zijn kaken bijt. Ik kijk hem verwachtingsvol aan en ben benieuwd naar het vervolg van de zin. Echter blijft het weer stil. Hij lijkt wel afgedwaald in zijn eigen gedachten. Iets waar ik me goed in kan vinden.

'Hunter...', zeg ik zachtjes in de hoop hem weer naar de realiteit te brengen. Hij schrikt en zet een stap naar achteren. 'Je had gelijk', zegt hij opeens. Ik kijk hem verbaasd aan. 'Waarmee?' Eindelijk durft hij mij recht in mijn ogen aan te kijken. Die prachtige smaragdgroene ogen. Zo snel als hij net een stap naar achteren deed, stapt hij nu naar voren, totdat we nog maar een paar centimeter tussen ons in hebben. 'Met wat je op het feest tegen me zei. Ik kan het gewoon niet, oké.' Mijn mond wijkt een paar centimeter uit elkaar van verbazing. Ik probeer in mijn hoofd af te gaan wat ik allemaal tegen hem heb gezegd. Dat was namelijk nogal een hoop... En dan, opeens, schiet het me te binnen. 'Bedoel je...dat je niet van mensen kan houden?', vraag ik hem zachtjes. Ergens verbaast het me niks, maar ik had nooit verwacht dat hij dat zou toegeven. Hij knijpt zijn ogen dicht en balt zijn vuisten naast zijn lichaam. 'Ik wilde dat je dat wist.' Is het laatste wat hij zegt, voordat hij wegloopt.  

GAME CHANGERWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu