HOOFDSTUK 61

3.7K 81 6
                                    

Tijdens de autorit zeg ik niet veel. Ik krijg steeds meer het idee dat ik sowieso niet meer veel zeg tijdens autoritten sinds ik hier ben komen wonen. Elke keer verdwaal ik zo diep in gedachten, dat er geen tijd of ruimte in mijn hoofd is om een gesprek te voeren. En zo ook nu. Ik weet dat ik dit niet wil. Ik wil geen onzekere relatie. Of althans, als we nog een relatie hebben. Hunter was namelijk vrij duidelijk door mijn weekendtas in te pakken en me weg te sturen. 

Voor de zoveelste keer check ik mijn telefoon, maar weer geen berichten. Ergens houd ik nog de hoop dat hij zich beseft wat hij heeft gedaan. Maar ik weet dat dat verloren hoop is. Ik weet dat hij dat nooit zou toegeven.

'We zijn er bijna Bella. Moet ik je thuis afzetten of wil je bij mij slapen?' Ik schrik wakker uit mijn gedachten en richt mijn blik zo nonchalant mogelijk op Victoria. 'Doe maar thuis', laat ik haar weten met een verdomd grote knoop in mijn maag. Eigenlijk wil ik helemaal niet naar huis. Niet na de laatste keer dat ik mijn vader heb gezien. Maar als ik bij Vic blijf slapen, word ik onbewust teveel met Hunter geconfronteerd en dat...dat kan ik al helemaal niet aan op dit moment. 

Ze knikt en vult mijn adres in op de navigatie. 'Dan zijn we er over vijf minuutjes', laat ze me weten, terwijl ze de bekende afslag naar mijn straat neemt. Ik glimlach vriendelijk naar haar en richt mijn blik weer op mijn zijraampje. Er is in de afgelopen vierentwintig uur zoveel gebeurt. Van het bekendmaken van mijn relatie met Hunter tot een boze Victoria en als klap op de vuurpijl de ruzie met mijn vader. Ik ben gesloopt, maar de adrenaline en spanning in mijn lichaam houden me wakker. De confrontatie met mijn vader kan ik zometeen namelijk niet meer ontwijken.  

Victoria parkeert de auto op de oprit en tot mijn grote geruststelling, zie ik Martha al in de deuropening staan. Ik was al erg blij met haar, maar nu is ze echt mijn reddende engel. Ik weet niet of ik zonder haar die confrontatie had aangekund. 

Voorzichtig stappen Victoria en ik uit de auto. Ik met de weekendtas in mijn hand en Victoria met haar autosleutels. De manier waarop ze er constant mee ronddraait, zegt me dat ook zij erg nerveus is. Na wat er vanmorgen tussen ons twee is gebeurt, hebben we eigenlijk niet meer gepraat. En ook nu in de auto heb ik niet veel gezegd. We hebben elkaar veel uit te leggen en ook zij weet dat. Echter durven we er beide niet zo goed over te beginnen. Alsof het een verboden onderwerp is of zo. 

Uiteindelijk geef ik aan mijn angst toe en zeg: 'We kunnen er ook een andere keer over praten.' Bijna even opgelucht als ik krult Victoria haar mondhoeken omhoog en slaakt ze een diepe zucht. 'Ik dacht dat je echt een hekel aan me zou hebben', geeft ze toe. Ik lach en schud mijn hoofd. 'Ik dacht juist dat jij een hekel aan mij had na vanochtend.' Met haar handen pakt ze de mijne vast en schenkt me een vriendelijke glimlach. 'Jij bent absoluut niet het probleem', laat ze me weten. 'En nu ga jij slapen, want dat kan je wel gebruiken.' Ze wijst naar de grote zwarte wallen onder mijn ogen en geeft me een dikke omhelzing. Het voelt fijn om haar een knuffel te geven en te weten dat er in ieder geval geen ruzie meer tussen ons twee is. 'We praten morgen oké?', stel ik voor. Ze knikt en stapt weer in de auto. 

Nog even heb ik gewacht totdat Victoria volledig uit zicht was verdwenen, maar nu wist ik dat ik er echt niet meer omheen kon. Ik draai me om en loop naar Martha die me met open armen staat op te wachten. Ik wacht niet en geef haar meteen een grote omhelzing. 'Ik heb je gemist', geef ik toe en ik voel de tranen achterin mijn ogen alweer prikken. 'Ik jou ook meis', zegt ze en ze geeft me een kus op mijn voorhoofd. Zo goed als kan slik ik de brok weg en maak me los uit haar greep. Het liefst had ik haar nog uren vastgehouden, maar ik weet dat me nog wat te wachten staat voordat ik naar bed kan. En ja hoor, als ik door de voordeur loop, zie ik mijn vader met zijn hoofd in zijn handen op de trap zitten. Hij lijkt zwak, verloren,...gebroken. Ik slik, loop voorzichtig naar hem toe en laat me naast hem op de traptrede zakken. Het duurt even voordat hij de energie kan vinden, maar uiteindelijk kijkt hij op en haalt een hand door zijn haar heen. 

'Het spijt me zo prinses', zegt hij zo zachtjes dat ik het bijna niet kan verstaan. Hij lijkt zo kwetsbaar. Zo kwetsbaar heb ik hem bijna nog nooit gezien. 

Ik weet niet of ik er goed aan zal doen, maar voorzichtig leg ik mijn hand op de zijne. En gelukkig, is dat precies wat we beide nodig hebben. Woorden zullen niet tippen aan deze aanraking. Het is een geruststellende, een vergevende. Met grote natte ogen kijkt hij me aan. Zijn oogwit is vrijwel geheel rood gekleurd en zijn wallen zijn opgezwollen van het huilen. 'Het is goed pap', laat ik hem weten en ik laat mijn hoofd op zijn schouder zakken. Nu ik hem zo zie, kan ook ik mijn tranen niet meer bedwingen en voel ik het vocht langzaam onder mijn ogen naar mij. kin glijden. 'Je had gelijk Bella', zegt hij zachtjes. Ik til mijn hoofd op en kijk hem verbaasd aan. Het kost hem moeite om het volgende te zeggen, maar toch vindt hij ergens de kracht. Hij slikt en kijkt me medelevend aan. 'We moeten je moeder niet negeren.' 

Even ben ik stil. Niet omdat ik het er niet mee eens ben, maar meer omdat ik het niet had verwacht. Altijd heeft hij het in de doofpot willen stoppen en ik dacht dan ook dat dat zijn manier van verwerken was. Maar kennelijk zat ik ernaast. Hij heeft er evenveel behoefte aan als ik. Langzaam knik ik. 'Het spijt me dat ik het niet eerst met je had overlegd', breng ik snikkend uit. Ook Martha komt er nu bijstaan en legt een hand op mijn wang. Haar warme aanraking doet me goed en laat me net ietsje beter voelen dan ik me eerst voelde. 

'Het had niet nodig moeten zijn dat je het had moeten overleggen', brengt mijn vader uit. 'Jij deed alleen iets waarvan ik al heel lang bang ben geweest om het te doen...' Even stopt hij om op adem te komen. Martha gaat op de treden onder ons zitten en legt nu ook een hand op de knie van mijn vader. Het is zo bijzonder dat ze niks hoeft te zeggen, maar ons beide kan kalmeren op een manier hoe niemand anders dat kan. Ik zie dat mijn vader haar een dankbaar glimlachje schenkt een een diepe hap adem neemt. 'Jij durfde eraan toe te geven dat ze er echt niet meer is.' En met die woorden, zie ik een stormvloed van tranen over mijn vader zijn wangen stromen. Ik ga dichter tegen hem aanzitten en leg een hand om hem heen. 'We komen er wel uit pap. Het komt goed', fluister ik in zijn oor. Ik voel hem knikken, maar verder zwijgt hij. Van mij hoeft hij ook niks te zeggen. Ik ben al onwijs blij dat we onze ruzie hebben uitgepraat en dat hij eindelijk zijn verdriet durft te tonen. Iets wat hij voor zo lang verborgen heeft gehouden. 'Het spijt me van alles wat ik tegen je heb gezegd Bella. Het is niet jouw schuld. Echt niet.' Zijn stem is piepend en na elk woord moet hij snikken, waardoor zijn zin enorm lang duurt. 

'Het is al goed pap', zeg ik kalmerend en ik druk hem stevig tegen me aan, waardoor ook hij een arm om me heenslaat en me stevig omhelst. Voor het eerst in een lange tijd, voel ik een warmte door mijn lichaam gaan. Een warmte die ik voor het laatst voelde toen mijn moeder er nog was. Het voelt weer alsof we een echte familie zijn. En aan de glimlach rond mijn vaders lippen kan ik zien dat ook hij het voelt. 

'Ik hou van je prinses', fluistert hij tegen mijn haar aan. Ik voel mijn tranen nog sneller stromen, maar gek genoeg kan ik alleen maar een glimlach om mijn lippen toveren. 'Ik ook van jou pap.' 

------------

HEY GUYS, 

ZOALS JULLIE HEBBEN LATEN WETEN, HEB IK EEN LANGER HOOFDSTUK GEMAAKT! LAAT ME WETEN WAT JE ERVAN VINDT! IK LEES ALLE REACTIES EN VIND HET SUPER LEUK OM TE ZIEN! 

XXXX

GAME CHANGERWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu