HOOFDSTUK 12

4.7K 82 4
                                    


De hele rit blijft het stil en stiekem ben ik daar wel blij mee. Op die manier kan ik alsnog even nadenken over alles waar ik eigenlijk tijdens het lopen over wilde malen. Ik moet wel eerlijk toegeven dat ik vaak afgeleid word door de knappe verschijning naast me, en de manier waarop hij mijn adem zojuist van mij benam. Ik heb me gek genoeg na het ongeluk nog nooit zo dichtbij mijn moeder gevoelt als op dat kleine moment. Die ogen, die passie... het beangstigt me. Meer dan goed voor me zou zijn...

Na een tijdje stopt hij de auto en vindt zijn blik de mijne weer. Even ben ik teleurgesteld dat ze er niet hetzelfde uitzien als zojuist. Aan de andere kant zorgt het er wel voor dat ik nu niet afgeleid raak. 'We zijn er', zegt hij, wijzend naar de navigatie die aangeeft dat we inderdaad op de bestemming zijn. Ik kijk uit het raampje en zie het grote huis met de reusachtige voortuin. Ik neem het in me op en probeer er meer in te zien dan een leeg en pijnlijk gevoel, maar dat lukt niet. 'Wil je er echt niet over praten?', vraagt Hunter, merkend dat ik weer afdwaal. Ik draai mijn hoofd weer naar hem toe en krul mijn mondhoeken. 'dankjewel voor het thuisbrengen.'

Hij lijkt teleurgesteld in mijn antwoord en drukt zijn kaken op elkaar, terwijl hij langs mij heen naar het huis kijkt. 'Je woont mooi.' Ik snuif en sluit mijn ogen kort. 'Niks is wat het lijkt vanaf de buitenkant', weerleg ik. Even blijft het stil, totdat Hunter een hap lucht neemt. 'Daar weet ik alles vanaf.' Ik schrik van zijn antwoord, maar verbaasd ben ik niet. Dat hij meer heeft meegemaakt dan hij wil toegeven is logisch, maar dat hij het naar mij uitspreekt is heel wat. Het geeft een teken van vertrouwen naar mij toe waarvan ik niet doorhad dat hij dat zo voelde. Ik bijt op mijn lip, kijkend naar de zijne. 'Mijn vader...', begin ik waarmee ik meteen zijn aandacht heb. '...ik hou van hem, maar soms voelt het alsof hij meer om zijn baan geeft dan om mij.' Hunter knikt en kijkt met een geïnteresseerde blik mijn kant op. Ik weet niet of ik me juist heel erg op mijn gemak voel of dat ik me verplicht voel om uitleg te geven na zijn antwoord van net. 'Martha en ik zijn daardoor vaak met zijn tweeën in dit gigantische huis. Erg alleen dus.'

'Martha?', vraagt hij. 'Je moeder?' Een steek van pijn schiet door me heen en ik voel dat ik mijn tranen achter mijn ogen moet inhouden. 'Zoiets', antwoord ik zachtjes met een geknepen stem. Hij knikt als vorm dat hij het begrijpt. 'Dus jullie zijn met zijn tweeën in dit gigantische huis?', vraagt hij ter bevestiging. 'Overdreven hé?', zeg ik met een klein lachje. Hij krult zijn mondhoeken omhoog. 'Een beetje.' zijn schouders gaan omhoog als hij met een hand door zijn lokken gaat. 'Maar je hebt het hier wel naar je zin, toch?' Ik knik. 'Om eerlijk te zijn is het zelfs de leukste plek waar ik tot dusver heb gewoond.' Hunter schiet in de lach en trekt een wenkbrauw op. 'Dat maakt één van ons.' Vragend kijk ik naar hem. Ik had niet verwacht dat hij het hier niet naar zijn zin zou hebben. Zeker niet na het feest te hebben gezien en de vrouwelijke aandacht die hem hier zeker niet te kort komt. 'Vind je het hier niet leuk dan?' Hij schudt zijn hoofd. 'Neh. Nooit gevonden ook', begint hij. 'Er zijn zoveel plekken die leuker zijn dan dit kleine kut dorp.' In mijn hoofd wil ik hem duidelijk maken dat het écht wel erger kan dan dit en dat hij dankbaar moet zijn, maar ik heb niet het gevoel dat dat hem gaat helpen nu. 'Zoals?', vraag ik daarvoor in de plaats. 'Dat ga ik nog ontdekken na het halen van mijn examen', laat hij weten. 'Ik wil de wereld rond gaan reizen.' Zijn antwoord verbaasd mij, en met de seconden voel ik me steeds meer op mijn gemak bij hem. Op een rare manier beangstigd mij dat. Hij is nog geen één keer zo open bij mij geweest. 'Wat nou als je geen plek vindt?', vraag ik hem. 'Dan zoek ik verder tot ik die plek wel vind.' Zijn mondhoeken krullen. 'En jij, Smith? Wat ga jij na je examen doen?' Ik haal mijn schouders op. 'Studeren was altijd de planning.' Hunter snuift en maakt een gebaar met zijn hand. 'Planningen zijn niks voor mij. Het is een georganiseerde manier om jezelf constant teleur te stellen.' Ik merk dat ik verrast ben en nog nooit op die pessimistische manier naar mijn toekomstplannen had gekeken. 'Je bent wel erg negatief over de toekomst', merk ik op. Hij lacht. 'Vooroordelen zijn de argumenten van dwazen, Smith.' Mijn wenkbrauwen schieten omhoog en mijn mond valt open. 'Is dat nou een citaat van Voltaire? Ben jij geïnteresseerd in filosofie?' Zijn blik wordt uitdagend. 'Het is beter als je zo min mogelijk over mij te weten komt.' Deze hele avond zorgt voor zoveel verwarring in mijn hoofd dat ik niet meer helder kan nadenken. Ik merk dat ik nieuwsgierig word naar hem en dat ik mijn blik niet meer van hem kan afhouden. 'Je kan niet alles voor mij bepalen Hunter.' Zonder iets te zeggen kijkt hij mij aan en voel ik mijn lichaam naar hem toetrekken als een magneet die niet te stoppen is. Aan de verwarring in zijn ogen weet ik dat hij hetzelfde gevoel doormaakt en we er allebei tegen strijden. Ik zou beter moeten weten. Deze jongen is slecht nieuws, en het laatste wat ik kan gebruiken is afleiding. Niet te vergeten wat hij allemaal heeft geflikt de eerste dag van school. Waarom moet hij zo slim, aantrekkelijk, charmant en... Shit! Ik dwaal weer af!

'Ik uhm...ik moet naar binnen. Martha zit vast al op mij te wachten.' Hunter knikt en er lijkt een scheut teleurstelling door hem heen te schieten, maar zeker weten doe ik dat niet. 'Nogmaals bedankt voor het thuisbrengen', voeg ik er snel aan toe om niet ondankbaar over te komen. Het is ten slotte erg attent van hem dat hij me thuis wilde brengen. Hij haalt zijn schouders op en legt zijn handen met een vlugge beweging om het stuur. De kilte die eerst weg bleek te zijn, keert weer terug en meteen voel ik me niet meer op mijn gemak. Deze jongen wisselt sneller van gemoedstoestand dan ieder ander die ik ooit heb ontmoet. 'Is er iets?', vraag ik hem voorzichtig. Hij schudt zijn hoofd, maar zegt niks. Genoeg antwoord voor mij om te weten dat ik hier zo snel mogelijk weg moet komen. Ik draai me om en gooi de portier van de deur open, als ik ineens zijn hand om mijn pols voel klemmen. 'Dankjewel dat ik je thuis mocht brengen, Smith. Zie ik je morgen op school?' Een opluchting verlaat mijn lichaam, en ik weet niet zo goed waarom het me zoveel doet dat hij niet boos op mij is. 'Tuurlijk', laat ik hem weten, waarna ik de auto uitstap en richting het grote, lege huis loop.  

GAME CHANGERWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu