HOOFDSTUK 25

4.3K 72 2
                                    

Het blijft de hele rit stil in de auto. Het enige geluid dat ik hoor is het gesnik van Victoria. Meteen toen ik het bericht las, verstijfde ik. Ik kan me niet goed meer herinneren wat er allemaal in de tussentijd is gebeurd. Het enige wat ik weet, is dat we met zijn vieren in de auto van Hunter onderweg naar het ziekenhuis zijn.

'Ik hoop dat alles goed gaat met ze...', brengt Vic snotterend uit. Ik sla mijn arm om haar heen en geef haar een dikke knuffel. 'Het komt echt goed met ze Vic', zeg ik zo geloofwaardig mogelijk. De waarheid is echter dat ik het niet zeker weet. Toen ik las dat Lillian en Stanley in een ongeluk terecht waren gekomen en naar het ziekenhuis waren gebracht, zakte de moed me in de schoenen. De laatste keer dat ik iemand kende die in een ongeluk terecht was gekomen...liep het niet goed af. Bij die gedachten, krijg ik weer een brok in mijn keel.

'We zijn er', zegt Hunter terwijl hij de auto parkeert. Ik open snel de portier en help Victoria de auto uit. 'Zullen we met jullie mee naar binnen gaan?', vraagt Charlie. Het is een lief gebaar en laat maar weer eens zien dat mijn vooroordeel over mensen met tatoeages niet klopt. Ik kijk Victoria vragend aan. Wat mij betreft hoeft het niet, maar misschien vindt Vic het fijn als haar broer en haar...ja wat is hij eigenlijk..., erbij zijn.


Ze knikt en lacht dankbaar naar hem. 'Graag.'

Het ziekenhuis is erg groot en het duurt dan ook een tijdje voordat we de receptie hebben gevonden. 'Stanley Jordan en Lillian Hemings?', vraagt Hunter aan de vrouw. Ze knikt en begint op haar toetsenbord te tikken. Het duurt lang en ik zie Hunter met de seconden harder op zijn kaken bijten. Zijn ongeduldigheid is iets wat me altijd irriteerde, maar nu vind ik het meer dan terecht. Ik weet niet zeker of hij erop zit te wachten dat ik hem kalmeer na alles wat er is gebeurd, maar het voelt niet goed om niks te doen. Hij lijkt meer overstuur dan ik had gedacht dat hij zou zijn bij het horen van het nieuws.

Ik raak hem lichtjes aan op zijn hand. Hij schrikt en kijkt me verbaasd aan. Shit. Het was dus een slecht plan. Ik trek mijn hand meteen weer terug en voel dat ik rood aanzet. De zoveelste vernedering bij Hunter. Ik kan er inmiddels een heel boek over...

Ik word uit mijn gedachten getrokken als ik nu ook iets zachtjes tegen mijn hand aan voel komen. Ik kijk op en zie dat Hunter een stap naar achter heeft gezet en naast me is komen staan. De subtiele aanraking voelt fijn, maar al snel wil hij meer. Hij vlecht zijn vingers tussen de mijne en kijkt me met zijn smaragdgroene ogen aan alsof hij "dankjewel" wil zeggen. Het geeft me een fijn gevoel dat ik hem kan helpen en ik zijn hand voor het eerst na gisteravond aanraak. Ondanks dat ik ook merk dat hij die stap naar achteren heeft gedaan, zodat Charlie en Vic het niet zien.

'Meneer Jordan ligt in kamer 124 en mevrouw Hemings in kamer 125', zegt de vrouw met een lach. 'Maak je maar geen zorgen. Ze verkeren niet in levensgevaar.'

Een grote zucht verlaat alle vier onze monden. Ze zijn dus in ieder geval niet in gevaar. Vic en Charlie draaien zich rustig naar ons om, waardoor, zoals ik al had verwacht, de hand van Hunter meteen de mijne weer verlaat. Ik had het dus goed opgemerkt. Hij wil niet dat andere het zien. Een kleine pijn steekt door mijn lichaam, maar al snel verman ik me. Het draait nu niet om mijn verknipte relatie met hem. Het draait om een van mijn beste vrienden die in het ziekenhuis ligt en vast erg geschrokken moet zijn.

Nog voor de rest in beweging komt, loop ik al naar de trap. Kamer 124, betekend namelijk dat hij op de eerste verdieping ligt. Dat weet ik, omdat...omdat ik er vroeger vaker kwam. Ik volg de borden naar de rechtervleugel van het ziekenhuis. 'Kamer 121...kamer 122...kamer 123...Hier moet het zijn. Kamer 124', zeg ik tegen mezelf. Ik kijk nog snel achterom of de rest me is gevolgd en krijg een bevestiging als ik de rode krullen van Victoria zie. Zachtjes klop ik op de deur.

'Kom binnen.' Die stem herken ik meteen. Dat kan niemand anders zijn dan Stanley. Ik open de deur en zie het gitzwarte haar verwikkelt met een stuk verband. Hij heeft dus een wond op zijn hoofd opgelopen. Bij die gedachten alleen al hap ik naar adem. 'Bella?', vraagt hij enthousiast. Zijn geweldige glimlach zorgt ervoor dat ik al wat meer op mijn gemak ben gesteld. Ik knik en loop zijn kant op. Althans, ik dacht dat ik liep. Als ik hem binnen een paar seconden om de nek vlieg, weet ik dat ik heb gerend. 'Ik was zo bang dat er iets ernstigs was gebeurd', geef ik toe. Hij trekt me rustig van hem los en veegt een pluk uit mijn gezicht. 'Rustig maar. Ik ben oké', stelt hij me gerust.

'Jordan.' De lage stem van Hunter galmt door het kleine kamertje gevolgd door zijn harde voetstappen. 'Evans', antwoord Stanley met dezelfde glimlach op zijn gezicht. Ik klim rustig van het ziekenhuisbed af en zet een paar stappen naar achter. 'Je hebt mijn zusje flink laten schrikken gast', geeft Hunter toe, terwijl hij Stanley een handdruk geeft. 'Gaat alles goed met je?' Stanley knikt. 'Ik ben zelf ook geschrokken, maar gelukkig is er niks ernstigs aan de hand.'

Nu ik een paar stappen achteruit heb gezet, valt het me pas op dat hij twee grote schaafwonden op zijn arm heeft en een paar hechtingen in zijn bovenbeen. Ik sla mijn handen voor mijn mond om de gal dat naar boven komt tegen te houden. Allerlei terugblikken van vroeger schieten door mijn gedachten. De bekende ziekenhuisgeur, de witte en kille muren, de gewonde mensen.

'Bella, gaat alles goed?' Ik kijk richting Stanley die me bezorgd aanstaart. Snel knik ik. Hij kan het er nu niet bijhebben dat ik me hier verschrikkelijk voel. Hij moet zich nu focussen op zijn eigen herstel.

'Weet je het zeker? Je trekt helemaal wit weg?' Hij gaat rechtop zitten waardoor hij een pijnlijk gezicht trekt. 'Niet doen!', gil ik en ik loop naar zijn bed om hem weer neer te leggen. 'Het is alleen dat ik...'

'Hunter?!' O nee he? Niet dat vervelende piepstemmetje weer...

'Je bent gekomen', zegt Lillian met een ontroerde stem. Tuurlijk is Hunter meegekomen met Victoria. Dat is toch waar broers voor zijn? 'Ik wist wel dat je nog om me gaf', vervolgt ze en ze vliegt hem om zijn nek.

Wacht eventjes, wat? Hunter gaf nog om haar? Wat bedoelt ze daarmee? Ik kijk van Lillian naar Hunter en weer terug. Het zal toch niet dat....? Nee, dat zou Victoria me wel hebben verteld, tóch? Hunter slaat zijn armen om Lillian heen, maar minder enthousiast dan zij zelf wat me ergens een opgelucht gevoel geeft.

'Lil...', probeert Hunter, maar Lillian drukt haar vinger tegen zijn lip als zijnde dat hij niet mag praten. 'Je hoeft niks uit te leggen', laat ze hem weten, terwijl haar hoofd dichter bij de zijne komt. Nee. Dit kan niet. Gaan ze...? Voor ik in mijn hoofd de vraag kan afmaken, drukt ze haar lippen op de zijne. Ik hap naar adem en voel de gal dat ik zojuist nog kon wegslikken onvermijdelijk naar boven komen. Voordat ik het zelf doorheb, ren ik het kamertje uit naar de dichtstbijzijnde wc. Ik open de deur, land op mijn knieën voor het toilet en vul de pot met mijn volledige maaginhoud.

Het is niet alleen het afgrijselijke beeld van Hunter en Lillian wat ik niet meer uit mijn gedachten krijg. Het is ook de verschrikkelijke herinneringen aan ziekenhuizen in het algemeen. Ik veeg mijn mond uitgeput af nadat ik klaar ben en voel een traan over mijn wangen zijn weg naar mijn mondhoek volgen. 'Ik moet hier weg', fluister ik in mezelf.

'Daarom ga je nu met mij mee.'

------------

HEY GUYS, 

IK HEB VANDAAG EXTRA VEEL GESCHREVEN VOOR JULLIE. LAAT ME WETEN OF JULLIE  VAKER WILLEN DAT IK EXTRA VEEL PUBLICEER! ALSO LET ME KNOW WAT JE VAN DIT HOOFDSTUKJE VOND! IK VOND HEM IN IEDER GEVAL LEUK OM TE SCHRIJVEN! 

XXX

GAME CHANGERWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu