1.47

7.5K 217 36
                                    

Lucy

'Hoe ging het?' Jeffrey komt op me afgelopen en geeft me mijn jas die aan de kapstok hangt. Ik haal mijn schouders op en loop achter hem aan naar buiten.

'Hij vroeg of ik bij de rechtszaak wil zijn.' Ik steek de sleutel van mijn fiets in het slot.

'Ga jij?' Ik kijk hem vragend aan. Hij knikt en zucht even.

'Ondanks alles was het een goede vriend van me.' Hij legt even zijn hand op mijn schouder.

'We kunnen samen gaan?' Ik haal mijn schouders op.

'Ik moet naar huis,' zeg ik. Ik stap op de fiets en fiets richting huis. Thuis zitten mijn ouders en Kimberly op de bank. Ik schrik als ik zie dat de directeur op de stoel zit. Snel loop ik naar binnen.

'Ga even zitten,' zegt mam. Ik doe wat ze zegt en kijk even zenuwachtig naar mijn zusje. Waarom zit zij hier bij?

'Het lijkt ons het beste om hulp te zoeken,' zegt mam. Ik kijk even naar de directeur.

'Daar heeft u zeker voor gezorgd?' Hij knikt even en begint dan te praten.

'De pijn in je ogen, Lucy. Het feit dat je niet alleen door de school durft te lopen. Daar moet iemand je mee gaan helpen.' Ik zucht diep.

'Het is nodig,' zegt hij.

'Je hebt heel wat meegemaakt. Je moet het daar met iemand over hebben.' Ik wil weglopen, maar de stem van mijn vader onderbreekt me.

'We houden van je, Lucy. We willen dat je gelukkig bent en daarom heb je morgen een afspraak met een psycholoog.' Ik kijk ze even aan. De wanhoop in mijn moeders ogen raakt me en huilend sta ik voor de deur.

'Je komt hier overheen,' zegt pap die zijn armen om me heen slaat. Ik haal mijn schouders op en trek me uit zijn armen. Dan ren ik naar boven en plof ik op bed. Het duurt niet lang voor ik mijn telefoon weer hoor trillen en als ik zie dat het Carmen is neem ik zuchtend op.

'Hey,' zegt ze. Ik zeg niets en wacht tot ze door praat.

'Heb je zin om een drankje te doen?' Ik kijk even op de klok en ik zie dat het pas vijf uur is.

'Kan,' zeg ik. Carmen is even stil.

'Kom, Lucy. Je hebt afleiding nodig.' Ik zucht en sta op.

'Ik kom naar cafè De Molen.' Ik hang op en pak mijn tas. Met mijn tas loop ik naar beneden en trek ik mijn jas aan. Ik hoor de directeur nog met mijn ouders praten. Zonder iets te zeggen loop ik het huis uit. Gelukkig is De Molen niet ver weg en ben ik er met tien minuutjes lopen. Ik zie Carmen al aan ons vaste tafeltje zitten.

'Hey,' zegt ze. Ze omhelst me even en gaat dan weer zitten. Zuchtend neem ik plaats.

'Kan ik ook wat voor jou inschenken?' De serveerster kijkt me vragend aan.

'Een rode wijn,' zeg ik. De serveerster en Carmen kijken me verbaasd aan.

'Mag ik je legitimatie zien?' Ik schud mijn hoofd even.

'Je kunt toch zo zien dat ik achttien ben?' De serveerster schudt haar hoofd.

'We zijn het verplicht te vragen als we twijfelen.'

'Doe maar een cola,' zegt Carmen voor mij. De serveerster knikt en loopt weg.

'Wat was dat?' Vraagt ze. Ik haal mijn schouders even op.

'Je zit er door heen, Lucy.' Weer haal ik mijn schouders op.

'Daarom moet ik morgen naar een psycholoog. De mensen sporen zelf al niet.' Carmen zucht even.

'Misschien helpt het wel,' probeert ze me gerust te stellen. Ik schud mijn hoofd en neem een slok van mijn cola dat ondertussen op het tafeltje voor me staat.

'Misschien moet je mensen een kans geven, Lucy. Ik begrijp dat je het nu moeilijk vindt, maar er zijn mensen die van je houden en er zijn mensen die het moeilijk vinden om je zo te zien. Mensen die van je houden en mensen die je willen helpen om uit deze moeilijk situatie te komen. Geef het een kans.'

'Kun je ophouden met mijn moeder te spelen en gewoon mijn vriendin zijn?' Vraag ik. Het komt er botter uit dan verwacht.

'Ik red me wel. Ik weet dat ik iedereen ongelukkig maak en alleen maar problemen veroorzaak.' Carmen zegt niets en neemt een slok van haar drinken.

'Ga je naar de rechtbank vrijdag?' Ik zucht en sluit even mijn ogen.

'We gaan het nu niet over Nigel hebben,' zeg ik. Carmen staat op en kijkt me even aan.

'Wat wil je dan!' Roept ze een beetje boos. 'Ik probeer je te helpen, maar alles wat ik doe is niet goed. Als je zo doorgaat werk je iedereen van je af!' Ik lach even wat nep en drink mijn drinken op. Ik merk dat er wat mensen naar ons kijken. Carmen pakt haar tas en loopt het café uit. Ik pak een briefje van tien euro en leg het op de toonbank. Zodra ik het wisselgeld heb loop ik naar buiten.

'Lucy!' Hoor ik nog. Ik kijk niet om en loop iets verder. Ik schrik als een fietser voor me stopt.

'Hoor je me niet roepen?' Mason kijkt me aan.

'Misschien wel, maar misschien heb ik geen zin om te praten.' Ik wil verder lopen, maar Mason pakt mijn arm.

'Ik hou van je,' Lucy. 'Zo veel. Ik ga je helpen. Ik ga je helpen om hier door heen te komen. Net zo lang totdat je stapelgek van me wordt.' Hij legt even zijn hand op mijn schouder en fietst dan weg.

'Waar was je?' Vraagt mijn moeder als ik in de gang sta. De directeur is ondertussen weg.

'Wie kan het schelen?' Vraag ik. Mam zucht.

'We gaan eten,' zegt ze. Ik schud mijn hoofd en loop naar boven.

'Ik heb geen honger!' Roep ik nog even. Boven trek ik mijn pyjama aan en kruip ik in bed. Het duurt niet lang voor ik in een onrustige slaap val.

After I met youWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu