2.5

4.8K 186 24
                                    

Lucy

'Mason...-' Mason wil weglopen, maar ik pak hem bij zijn pols.

'Je had het beloofd!' Roept hij. Ik voel de mensen naar ons kijken, maar het boeit me niet. Het enige waar ik nu aan kan denken is aan Mason.

Ik heb zijn vertrouwen in mij beschadigd. Ik heb afgesproken met Aiden en daar heb ik over gelogen. Als ik hem was zou ik ook woedend zijn.

'Het spijt me,' zeg ik zachtjes. Mason schudt zijn hoofd even en zegt niets.

'Mason...-' Aiden komt er nu tussen, maar Mason laat hem niet uitpraten.

'Hou je mond, psychopaat!' Roept hij kwaad. Ik voel mijn ogen groot worden.

'Mason!' Roep ik waarschuwend. 'Ik weet dat je boos bent, maar je moet boos op mij zijn.' Mason knikt even.

'Ik weet genoeg,' zegt hij. Hij trekt zich uit mijn greep en loopt het café uit.

'Ik heb het verpest,' zeg ik. Aiden schudt zijn hoofd.

'Het komt wel goed,' zegt hij. Ik pak mijn telefoon van tafel en kijk hem even aan.

'Je weet wat ik heb gezegd. Zoek geen contact meer met me.' Voordat Aiden nog iets terug kan zeggen loop ik het café uit.

'Wat is er gebeurd?' Vraagt Liam bezorgd als ik thuis ben aangekomen. Ik zucht en plof op de bank. Ik denk niet dat ik nu naar Mason moet gaan.

'Ik heb een hele stomme fout gemaakt,' zeg ik zacht. Casper en Liam kijken me vragend aan.
Snel leg ik ze het hele verhaal uit en even zijn ze stil. Natuurlijk staan ze aan Mason's kant.

'Dat is niet echt slim van je,' zegt Liam.

'Waar is hij nu?' Vraag ik. Casper wijst naar de deur van de gang.

'Hij is gelijk naar zijn kamer gegaan,' zegt hij. Ik kijk op de klok en zie dat het half negen is.

'Ik ga ook naar bed,' zeg ik. Ik loop naar de badkamer om mijn tanden te poetsen en mijn make-up te verwijderen. Ik schrik als de deurklink naar beneden gaat. Mason staat voor me.

'Mason,' begin ik zachtjes. Zonder iets te zeggen loopt hij naar de wasbak om zijn tanden te poetsen.

'Ik hou van je,' zeg ik. 'Ik weet dat ik nu je vertrouwen heb verpest, maar ik kwam daar om te zeggen dat hij geen contact meer met me moet zoeken.'  Ik hoop op een antwoord, maar Mason blijft stil.

'Het spijt me,' zeg ik. Ik loop naar hem toe en druk voorzichtig een kus op zijn wang. Weer reageert Mason niet en teleurgesteld loop ik naar mijn eigen kamer.

Het in slaap vallen kost moeite. Telkens spookt alles van vanavond weer door mijn hoofd. Ik wil Mason niet kwijt, maar ik weet dat die kans er in zit en die gedachte doet pijn. Ik sluit mijn ogen en val in een onrustige slaap.

Moeizaam open ik mijn ogen en kijk ik op de klok. Het is half drie 's nachts. Zuchtend ga ik rechtop zitten. De hele nacht liggen woelen is ook geen optie. Voorzichtig stap ik in mijn sloffen en dan loop ik naar de woonkamer.

'Hey,' hoor ik vanaf de bank. Ik spring van de schrik even opzei.

'Mason?' Zeg ik vragend. 'Ik schrik me kapot man.' Ik loop zijn kant op en ga op de bank zitten.

'Ik kon niet slapen,' zegt hij. Ik zeg even niets. Ik weet dat hij er ook mee zit.

'Ik ook niet,' zeg ik. 'Het zit me dwars.' Hij knikt, maar zegt even niets.

'Kun je het me vergeven?' Vraag ik zachtjes.

'Ik denk gewoon dat we het even langzaam aan moeten doen,' zegt hij. Ik voel mijn hart sneller kloppen. Ik wil niet dat het zo eindigt.

'We zijn hier pas twee dagen en het is al gezeik. Ik wil dat niet,' zegt hij. Ik schuif iets dichter naar hem toe en pak zijn hand.

'Ik ook niet,' zeg ik. Mason trekt zijn hand uit de mijne en loopt naar de deur van de gang.

'We zien wel hoe het loopt,' zegt hij. Alleen blijf ik achter. Liggend op de bank staar ik naar het plafond en val ik rustig in slaap.

'Lucy?' Hoor ik naast me. Ik open mijn ogen en zie Caitlyn naast me staan.

'Het is acht uur. Ben je hier in slaap gevallen?' Van schrik sta ik op en ren ik naar mijn kamer. Snel kleed ik me aan en pak ik mijn tas.

'Kan je me naar school brengen?' Vraag ik aan haar. Ze knikt en trekt snel haar jas aan. Samen rennen we naar beneden en stappen we in de auto.

'Bedankt,' zeg ik. Ik stap de auto uit en loop snel naar binnen. Ik zie dat iedereen al in het lokaal zit en mijn tas gooi ik op het tafeltje naast die van Britt.

'Verslapen?' Zegt ze vragend. Ik knik en kijk even de klas rond. Aiden zit een paar tafeltjes voor me.

'We hebben het over de werkweek naar London' zegt Nienke. Verbaasd kijk ik Britt aan.

'We gaan maandag op kamp,' zegt Britt. Ik zucht even. Als ik ergens een hekel aan heb is het dat soort dingen.

'We vertrekken maandag en komen donderdag weer terug,' legt Nienke uit. 'Wat we allemaal gaan doen krijgen jullie volgende week pas te horen.'

'Waar overnachten we?' Vraagt Britt.

'Dat wilde ik net gaan vertellen,' begint Nienke. 'We gaan in gastgezinnen.' Ze pakt papier van de tafel en deelt ze uit.

'Hierop staan de namen met wie je in een gastgezin gaat en de gegevens van de personen waar jullie gaan overnachten.'

'Ik zit bij jou!' Roept Britt enthousiast. Ik lach even en kijk op het blaadje.

'Oh nee,' zeg ik hardop. Vragend kijkt Britt me aan en ik wijs naar Aiden's naam.

'Hij zit bij ons.'

After I met youWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu