[Met grote ogen zag ik de twee ijzeren uitsteeksels op me afkomen. Om me heen zaten de ijzeren spijlen van het kooitje. Het kooitje waar honden in zouden moeten zitten, maar waar ze Josef en mij instopte. Ik freakte hem en begon aan de spijlen te strekken. Ik keek bang op om te kijken of ik Josef ergens zag, maar alles wat ik zag is het woedende gezicht van mijn moeder. In een flits stak ze met de taser richting mij zij.]
Met een gil zit ik rechtop in bed. Ik leg mijn handen in mijn zij en duw ertegenaan om de pijn die er niet is te verlichten. Ik proef zout op mijn bovenlip en veeg het zweet uit mijn gezicht en uit mijn hals. Ik zucht diep en ga weer achterover liggen. Het is lang geleden dat ik echt rechtop in bed zat en stiekem jaagt het me angst aan om weer goed bang te zijn. Mijn hart bonst hard tegen mijn ribbenkast. Jezus, ik baal van mezelf. Mama is dood.
"Mama is dood..." Mompel ik zachtjes tegen mezelf. "Mama is dood." Herhaal ik. Ik adem diep in en uit, maar het helpt me niet te kalmeren.
"Shit." Mompel ik. Ik ga rechtop zitten en wrijf mijn ogen uit. "Shit..." Fluister ik nog eens. Ik trek mezelf uit bed en loop naar de badkamer, waar ik uit gewoonte in de spiegel kijk en mijn piercing recht draai. Ik concentreer me op mijn spiegelbeeld. Onze kindertherapeute zei altijd dat dat het bewijs was dat ik er nog ben, maar ondanks dat ik de therapeute zelf wel aardig vond, ben ik nu nog net zo sceptisch als ik toen was. Ik was 8 jaar oud en verkloot, maar slim genoeg om te weten dat een spiegelbeeld gewoon een reflectie is van licht en geen bewijs vormt voor overleving... Als een malle knijp ik in mijn pink. Mijn pink is mijn 'hotspot.' De therapeute heeft er één gemaakt, vroeger. Ik moest denken aan een moment waarop ik me fantastisch voelde en terwijl ik dat tot in detail omschreef drukte ze op mijn pink. Als ik nu op mijn pink duw zou ik me beter moeten voelen. Maar blijkbaar is het zo lang geleden dat ik dit gebruikte dat het niet meer werkt. Ik ga op de wc zitten, maar hoe langer ik blijf zitten hoe opgefokter ik word. Ten einde raad besluit ik naar Josef te gaan. Dat laat me nog meer balen, maar we hebben het lang geleden al afgesproken: 'Als er iets is kom je maar naar mij toe.' Had hij gezegd. 'Ik los het op.' Dat lukte hem niet altijd, maar hij probeerde het altijd, zo goed en zo kwaad als het ging.
"Josef?" Vraag ik zacht als ik bij hem om het hoekje kijk.
"Mmm?" Komt er uit het bed. "Wat is er?" Vraagt hij.
"Mag ik... Ik heb... Echt heel stom gedroomd." Fluister ik.
"Je baalt ervan hè?" Zegt Josef. Ik knik.
"Mag ik bij jou?" Josef glimlacht.
"Kom." Zegt hij. Hij opent de deken en wacht tot ik bij hem ben komen liggen. "Baal nou maar niet." Fluistert hij. Ik wil wat zeggen maar hij sust me. "Je kan er niets aandoen. Wat mama gedaan heeft is niet oké en het is echt niet raar dat we daar af en toe van de leg van raken."
"Ja, maar..." Ik wacht een seconde. "Het voelt alsof jij een veel grotere reden hebt om boos te zijn en 'van de leg te raken' dan ik. Je hebt me altijd beschermd... Kijk jou zij en kijk mijn zij! Je hebt veel meer littekens."
"Dat ik veel meer littekens heb betekent niet dat we niet even beschadigd zijn." Reageert hij. "En wat dacht jij nou, dat ik me nooit vervelend voel in bed?" Ik zucht.
"Waarom kom jij dan niet bij mij?" Vraag ik zacht. Josef lacht voor een seconde.
"Dat ben ik niet gewend." Fluistert hij.
"Maar als ik bij jou mag, mag jij toch bij mij?" Fluister ik terug. Josef lacht, en strijkt door mijn rode haar, maar reageert niet. Waarschijnlijk zal dat nooit gebeuren. Daar is hij veel te sterk voor...
JE LEEST
Ons geheim
General FictionTwee paar azuurblauwe ogen, twee lichamen onder de littekens en één gruwelijk trauma... Josef en Cloé zijn broer en zus. Ze delen een gruwelijke haat tegenover hun moeder: Hun moeder, die de negenjarige Josef en de zevenjarige Cloé in dit verhaal o...