X

649 65 3
                                    

Tien jaar geleden

Met mijn hoofd tegen de spijlen van de kooi probeer ik het eeuwige getik van de wandklok boven mij weg te cijferen. Het is al donker, mama is boven en ze heeft het licht uitgedaan. Met mijn kaken op elkaar geklemd wieg ik zachtjes heen en weer op het ritme van mijn ademhaling. Zenuwachtig speel ik met mijn vingers. Laat het stoppen! Ik word gek! Maar inplaats van te schreeuwen stop ik het weg en probeer ik alles om me heen weg te cijferen, telkens opschrikkend als ik iets hoor dat Josef zou kunnen zijn. Josef moet van schoolreis komen en gauw, anders breek ik. De kooi is verschrikkelijk. Ik kan het niet alleen!
Ik schrik op als mama de kamer binnenkomt, ze knipt het licht aan. Ik knijp mijn ogen dicht in een poging ze te beschermen tegen de felle lamp.
"Waar blijft die broer van jou?" Vraagt ze.
"Weet ik niet." Antwoord ik schor. Ik schraap mijn keel, mijn stem is al een paar uur buiten gebruik. "Staat het niet op de nieuwsbrief?" Probeer ik voorzichtig, misschien helpt het als ik behulpzaam ben... Misschien... Net op dat moment hoor ik de achterdeur.
"Ik ben thuis..." Hoor ik de zachte, voorzichtige stem van Josef.
"O daar is hij al." Mompelt mama ongeïnteresseerd. Ze loopt weer weg. Waarschijnlijk terug naar de badkamer, waar ze al haar witte poeder en pillen heeft liggen.
"Josef?" Roep ik aarzelend. Tot mijn grote schrik merk ik hoe gebroken dat klonk.
"Cloé?" Vraagt Josef bezorgd. Ik hoor Josefs pas versnellen. Bij Josefs aanblik breek ik. Een eenzame traan loopt over mijn wang. "Och Cloé..." Fluistert Josef. Hij knielt naast de kooi en steekt zijn pink door de tralies. Wanhopig haak ik mijn eigen pink erom.
"Mama's schokapparaat..." Stamel ik. "Het brandde zo en het getik van de klok... Het getik! Ik word gek Josef, ik word gek!" Mijn gebroken stem sterft weg als Josef een vinger voor zijn lippen legt.
"Ssssst" Sust hij. "Ik weet het Cloé, ik weet hoe het voelt..." Ik zucht en knik langzaam. "Draai je bij." Fluistert Josef, terwijl hij met zijn armen gebaard welke kant ik op moet draaien. Vragend doe ik wat hij zegt. "Leg je voeten tegen de spijlen en je hoofd achterover in de hoek." Ik kijk hem vragend aan. "Doe nou maar." Zegt Josef zachtjes. Voorzichtig, om mijn zij niet nog meer pijn te doen, beweeg ik mijn hoofd en benen. "Zo val je het snelst in slaap." Verzucht Josef. Ik trek mijn mond open om hem tegen te spreken maar Josef legt opnieuw zijn vinger op zijn lippen. "Het ligt nog steeds slecht, maar geloof me nu maar, je vindt geen betere houding en daarbij heb je op deze manier niet zo'n pijn in je nek morgenochtend..."
"Morgenochtend?" Piep ik. Nog een traan verlaat mijn oog. Josef pakt de tralies en bijt op zijn lip, alsof hij het eigenlijk niet wil zeggen.
"Het spijt me Cloé..." Fluistert Josef. "Maar ze laat je er echt niet uit..."

Ons geheim Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu