Ik knijp mijn blauwe ogen dicht tegen het licht dat door mijn gordijn heen piept. Demonstratief verplaats ik mijn hoofd een paar centimeter opzij om mijn gezicht uit de lichtstraal te houden, maar na een paar minuten staat de zon al weer hoger en stoot ik mijn hoofd tegen de muur bij het opschuiven. Misschien moet ik toch maar eens opstaan. Ik moet nog te veel huiswerk maken om zo lang in bed te blijven liggen. Zuchtend trek ik mezelf uit bed en stap ik voor de spiegel langs in de badkamers. Ik glimlach naar mezelf, haal een hand door mijn rode lokken en draai mijn piercing recht. Ik ben benieuwd wanneer Josef wakker wordt. Hij had immers avondshift gisteravond... Het zal wel weer half vier zijn geworden voor hij thuis was. Ik ga naar de wc en zucht diep als ik mezelf erop betrap drie keer te checken of ik doorgetrokken heb. Ik kam mijn haar door maar laat het loshangen. Ik hoef toch nergens heen vandaag, op zaterdag doe ik nooit wat. Behalve huiswerk en een beetje wandelen. Als ik wandel vergeet ik bijna altijd de tijd. Wandelen maakt je hoofd leeg, ik loop langs plekken die me doen denken aan dingen. Zoals het weiland achter ons huis en het paadje tussen de weg en de school. Vanmiddag ga ik ook nog even wandelen, besluit ik direct.
Beneden aan het ontbijt krijg ik zo'n zin in het wandelen dat ik besluit eerst een stuk te wandelen en daarna aan mijn huiswerk te gaan. Direct weet ik dat het een slechte keuze is, maar ik kan de aanblik van de zonnestralen op de glinsterende druppels dauw in het groen niet weerstaan. Ik stap in mijn sneakers en sla een vestje om mijn schouders. Normaal ben ik helemaal niet van de romantische uitzichten en poëtische natuurlandschappen, maar soms zijn het juist de kleine dingen waar ik van wil genieten. En op dit moment zijn dat de glinsteringen in het natte gras. Ik moet ook wel, want ik ben er nu eenmaal niet goed in grote dingen van de zonnige kant te bekijken. Het leven bijvoorbeeld: uiteindelijk gaan we allemaal dood, wat je ook bereikt hebt, ook al was jij degene die het wiel uitvond, na 1000 jaar ben je toch vergeten. En dus kies ik er bewust voor bij mijn eigen stekkie te blijven en te genieten van de dauw inplaats van te rouwen om de langzaam wegkwijnende regenwouden.
Ik kijk over het weiland achter ons huis en zucht diep. Ik zie ons nog steeds rennen door het natte hoge gras. Toen glinsterde de zon niet in de waterdruppels op het groen. Nee, het was donker en koud. En Josef en ik renden erdoorheen, hand in hand, in onze pyjama, op blote voetjes... Ik hoor het hem nog fluisteren: 'Ze vermoordt ons Cloé, ze vermoordt ons...' Ik durf niet eens te denken aan wat er gebeurd zou zijn als Josef me niet uit bed had getrokken.En dus geniet ik van de zonnestralen en houd ik mijn hoofd bij de glinstering van de dauw in de zon.
JE LEEST
Ons geheim
General FictionTwee paar azuurblauwe ogen, twee lichamen onder de littekens en één gruwelijk trauma... Josef en Cloé zijn broer en zus. Ze delen een gruwelijke haat tegenover hun moeder: Hun moeder, die de negenjarige Josef en de zevenjarige Cloé in dit verhaal o...