XXXV

507 55 8
                                    

Tien jaar geleden

Na schooltijd in de garderobe duwt Josef me tussen de jassen tegen de muur.
"Heb jij gepraat tegen de juf over thuis?" Vraagt Josef op de man af. Ik schud wild met mijn hoofd.
"Natuurlijk niet, jij zegt altijd dat dat ons alleen maar meer in de problemen zal brengen!"
"Ssssst." Sist Josef. "Niet zo hard." Hij duwt me nog eens tegen de muur als ik een stap naar voren wil zetten.
"Au! Josef je doet me pijn."
"Sorry..." Mompelt Josef. "Maar hoe wisten ze het dan?" Voorzichtig haalt hij zijn hand van mijn borst. Ik haal mijn schouders op.
"Misschien hebben ze gewoon onze blauwe plekken gezien, of misschien, misschien onze zij?" Josef schudt zijn hoofd.
"Onze zij niet, dat kan niet. We houden ons hemd aan met gym. Toch?" Ik knik ernstig. Het is even stil. Voorzichtig zet ik opnieuw een stap verder van de muur af.
"Maar Josef..." Josef schrikt op uit zijn gedachten. "Wat nou als die mevrouw echt gelijk heeft en ons kan helpen, samen?" Josef schudt wild zijn hoofd.
"Dat kan ze niet. Ze halen ons uit elkaar, dat weet ik zeker."
"Maar..." Probeer ik. Josef sist tussen zijn tanden.
"Ik heb gelijk."
"Hoe weet je dat nou!" Roep ik verontwaardigd. Josef trekt me aan mijn arm mee naar buiten. "Au! Daar zit mijn blauwe plek!"
"Sorry..." Mompelt Josef opnieuw. Hij zucht. "Ik weet dat omdat ik dat een keer op heb gezocht op de computer boven. Anders had ik ons toch allang bij mama weggehaald!" Ik twijfel of ik Josef geloof. Hij kijkt bezorgd op me neer. Zou hier echt geen weg uit zijn? Door Josefs woorden zakt de moed me in de schoenen. Ik besef me plotseling dat ik al die jaren op een of andere manier hoop heb weten te houden en nu wordt die hoop me afgepakt. Een traan loopt over mijn wang.

Nee. Dat mag niet. Ik kan toch niet opgeven? Josef legt een hand op mijn schouder. Maar ik vecht ertegen. Ik wil de hoop niet verliezen. Ik wil de moed niet opgeven, wat komt er dan van ons terecht?
"We moeten het zelf doen." Zegt hij.
"Nee! Josef! Ergens in deze wereld is iemand die ons kan helpen, dat geloof ik!" Josef praat op me in maar ik versta hem niet. Boos dat hij me zo de waarheid durft te zeggen geef ik hem een duw. Ik zie dat zijn gezicht betrekt van de pijn. Een seconde voel ik me schuldig en hoor ik wat hij zegt.
"Ik heb het toch gezien op internet!" Zegt Josef doordringend.
"Zoek..." Even van mijn pad af kijk ik om me heen. "Zoek het dan nog een keer op!" Maak ik vertwijfeld mijn zin af en dan ren ik van hem weg. Mijn laatste restje moed meeslepend.

Ons geheim Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu