XXIV

535 52 8
                                    

"Josef zeg iets!" Smeek ik opnieuw. Hij kijkt niet eens meer op.
Het is de tweede dag dat ik spijbel van school. Alice maakt zich doodongerust en ik betrapte mezelf erop haar te zeggen dat ze zich geen zorgen moet maken. Iets wat ik verafschuw.
"Josef?" Ik merk een trilling op in mijn stem maar zelfs dat lijkt Josef niet te deren. Al weet ik dat zijn ongevoeligheid schijn is. Achter dat masker zit een gekrenkt zieltje, een gekrenkt zieltje zoals dat van mij. Misschien zelfs een nog gekrenkten zieltje dan dat van mij.
Als ik nog eens Josefs naam noem zie ik een spiertje bewegen rond zijn oog, maar dat is alles. Vanbinnen verteer ik, elke keer als hij weer wegkijkt als ik met mijn blauwe ogen in contact probeer te komen met die van hem, elke keer als hij opstaat zonder enige emotie te tonen... Ik verberg mijn gezicht in mijn handen. De Ariël-rode lokken haar vallen om me heen
"Je wilt dat ik zeg dat ik niet meer zal vragen naar je geheim als jij ermee stopt me te negeren." Fluister ik. Als ik opkijk zie ik Josefs kaak verstrakken. Zijn kaken klappen op elkaar en hij slikt zijn woorden in. Hoe lang houdt hij dit nog vol?
"Ik doe het niet, Josef." Fluister ik opnieuw. "Je hebt genoeg alleen gedaan." Ik zie in zijn ogen wat hij wil zeggen: Dat weet ik, maar ik houd van je en ik moet je beschermen.
De blik doet me bijna stikken, maar ik hap net op tijd naar adem. Net niet genoeg op tijd om mijn tranen te kunnen bedwingen... Verdomme. Zijn ogen hebben me wéér gestrikt.
Een eenzame traan verlaat mijn oog. Shit. Nog een ontsnapt, deze keer uit mijn andere oog. Ze maken de weg vrij voor nog honderd anderen: Ik breek. Hoofdschuddend kijk ik Josef aan.
"Waar is Josef?" Vraag ik zacht. Josef slikt en haalt zijn schouders op. Die kleine reactie doet nog meer tranen mijn ooghoeken verlaten: Het is de enige reactie die ik van hem heb gehad in de afgelopen twee dagen.
"Weest niet zoals papa." Klinkt er dan krakend uit mijn strot. Josef kijkt vragend op. Ik kijk dwars door hem heen. "Verdwijn niet zomaar, Josef, alsjeblieft..."
En dan ren ik naar boven, zonder om te kijken. Ik sprint mijn kamer in en sla blind de deur achter me dicht. Met mijn handen voor mijn ogen geslagen zak ik tegen de gladde deur aan op de deur. Ik zit aan mijn limiet. Ik geef het op.

Ons geheim Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu