XXXIV

474 57 1
                                    

Tien jaar geleden

Een vrouw klopt op de deur van ons klaslokaal. De juf stopt met praten en wenkt dat ze binnen mag komen.
"Cloé Ridder?" Vraagt de vrouw. Ik steek vertwijfeld mijn vinger op. "Nou juf, mag ik Cloé wel eens even meenemen?" Vragend kijk ik op naar de juf. De juf knikt.
"Toe maar Cloé, ga maar mee." Zegt ze. Ik sta op en verlaat stilletjes het lokaal. Als de vrouw de deur achter me dichtdoet, draai ik me op mijn hoede naar haar om.
"Wat gaan we doen?" Vraag ik verdachtzaam.
"Even jou broer Josef halen." Zegt ze, richting zijn lokaal wijzend. Ik loop achter haar aan de gang over naar Josefs lokaal. De vrouw klopt op de deur. Josefs meester kijkt verbaasd over zijn bril heen naar ons op. Hij wenkt. De vrouw doet de deur open.
"Josef Ridder?" Vraagt ze. Josef steekt net zo vertwijfeld als ik zonet, zijn blauwe gips de lucht in. "Mag ik Josef even meenemen?" Vraagt ze aan de meester.
"O jahoor, ze zijn net zelf aan het werk." Knikt de meester. Josef staat op en geeft me een blik als de vrouw zich omdraait.
"Loop maar met mij mee." Zegt ze vriendelijk.
"Wie is dat?" Vraag ik fluisterend aan Josef.
"Dat is de maatschappelijk werkster van onze school..." Fluistert Josef chagrijnig. "En weetje wat die doen?" Ik schudt mijn hoofd. "Die..." Maar verder komt Josef niet, want de vrouw draait zich om en wijst ons naar binnen te gaan in een klein kantoortje aan de andere kant van de school. Er staat een klein bureautje binnen. In de hoek van het bureautje ligt een map, maar dat is dan ook alles. Voor het bureautje staan twee stoelen, waar Josef en ik mogen zitten. Aan de andere kant staat een bureaustoel, daar loopt de vrouw heen.
"Ik ben Monique." Zegt ze. "Hebben jullie enig idee waarom jullie hier zitten?" Is de volgende vraag, als ze tegenover ons is gaan zitten. Ik schudt mijn hoofd, omdat ik echt werkelijk geen idee heb. Josef schudt ook zijn hoofd, maar ik zie dat hij doet alsof.
"Ik heb anders verontrustende berichten gehoord."
"Wat bedoelt u mevrouw?" Vraag ik zacht. Bang friemel ik met mijn vingers. Zouden mijn cijfers niet goed zijn? Dan ontploft mama!
"Ik bedoel dat ik me afvraag of het wel goed gaat bij jullie thuis. Hoe kom je bijvoorbeeld aan die gebroken arm Josef?" Ik zie Josefs blauwe ogen veranderen in ijs.
"Ik ben uit de boom gevallen." Liegt hij glashard.
"En Cloé, waarom heb jij een blauwe plek op je onderarm?" Vraagt ze mij. Ik trek mijn mouw naar beneden.
"Ik ben tegen een paaltje aangelopen met slagbal op het veld." Bibbert mijn stem.
"Weet je het zeker lieverd?" Vraagt de vrouw. Ze steekt haar hand naar me uit. Ik kijk weg en slik.
"Als jullie mama jullie slaat of aan jullie zit..." Ze kijkt Josef even indringend aan. "Weet dan dat ik jullie kan helpen. We halen jullie dan bij jullie mama weg, je mag al je spulletjes meenemen en dan helpen we jullie een nieuw leventje op te bouwen bij hele lieve andere mensen."
"Josef en ik samen?" Vraag ik zacht. De vrouw knikt. Josef stoot me aan.
"Er is niets." Snauwt hij. "Was er nog iets anders?" De vrouw schudt haar hoofd. Ik slik. Josef trekt me overeind en neemt me mee de gang op. Hij loopt voor me uit.
"Ga maar weer terug naar je lokaal." Sist hij. "Ik spreek je vanmiddag nog wel."

Ons geheim Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu