Tien jaar geleden
"Ik heb een plan." Zegt Josef zacht. Vragend kijk ik naar hem op.
"En wat is dat?" Vraag ik gespannen. Josef slikt.
"We lopen weg." Zegt hij. "Ik kon er niet veel anders van maken, we pakken wat spulletjes en dan gaan we gewoon weg. We moeten wel." Geschokt kijk ik hem aan.
"En dan?" Vraag ik zacht. Josef haalt fronsend zijn schouders op.
"We kunnen in ieder geval niet hier blijven." Ik knik. Het is even stil.
"Nu?" Vraag ik als het me te lang stil is. Josef knikt, langzaam. De frons in zijn voorhoofd wordt steeds dieper.
"We wijken vanaf nu geen seconde meer van elkaars zij, begrepen?" Ik knik beduusd. Josef is streng voor me. Maar ik weet dat hij niet anders kan, hij moet wel. We zijn in levensgevaar en alles moet volgens plan gaan!
Hij strekt zijn arm uit. Ik pak angstig zijn hand vast. Mijn hart klopt in mijn keel met elke stap die we zetten op de trap naar boven.
"Wat hebben we nodig?" Vraag ik fluisterend. Josef kijkt nadenkend omhoog.
"Truien en sokken." Is zijn zakelijke antwoord. Ik vraag me af hoe hij zo koel blijft, maar ik snapt het ook wel. Hij moet wel en zeker met zo'n zenuwachtig, bang kind als ik aan zijn hand.
"We gaan eerst naar mijn kamer." Zegt Josef zacht. "Kom." Hij trekt me mee zijn kamer in en laat even mijn hand los om alle sokken die hij kan vinden uit zijn la te trekken. Ik frunnik onwennig aan mijn vingers. Het liefst zou ik Josefs hand opnieuw vastpakken en niet meer loslaten tot we veilig zijn. Waar dat ook mag zijn.
"Ik denk dat we hier ook wel genoeg aan hebben voor jou, je moet alleen nog wat truien uit jou kast halen, we moeten ook niet te veel meenemen, anders kunnen we niet gemakkelijk wegvluchten als dat nodig is." Ik zie en hoor aan Josefs bewuste bewegingen en bewuste woordkeuze dat hij lang heeft nagedacht over wat hij nu aan het doen is. Hij heeft lang nagedacht en weet zeker dat dit de enige oplossing is, al doet het hem nog zo zeer dat we straks misschien gescheiden worden. Hij doet wat hij denkt dat het best is voor hem. En ook wat het beste is voor mij...
"Kom op, Clo..." Mompelt hij als hij me ziet staan in mijn van spanning verstijfde houding. Als ik een seconde later reageer dan verwacht, zie ik heel even de stress in zijn ogen, maar de glimp is gelijk weer weg. Hij gedraagt zich veel te volwassen voor zijn leeftijd, maar, welke keuze heeft hij?
"Nu hebben we nog één ding nodig..." Fluistert Josef. "Dan kunnen we weg." Ik kijk angstig naar hem op.
"Het is gevaarlijk om eraan te komen of niet?" Vraag ik zacht. Mijn stem klinkt schor. Nog even en ik breek van de stress.
"Geld." Zegt Josef.
"En daarvoor moeten we in mama's tas kijken." Fluister ik angstig. Josef knikt.
"Ik ga wel." Zegt hij zacht.
"Nee we zouden samen blijven." Zeg ik overhaast. Josef bijt op zijn lip. Nu kan hij zijn angst niet meer verbergen. In mama's tas kijken is nog vele malen gevaarlijker dan de rest van Josefs hele plan...
"Laat me niet los Cloé, ik... We zijn bang." Ik knik en houd hem stevig vast. Voorzichtig sluipen we de trap af, naar de gang, waar de tas van mama om de hoek van de deur onschuldig op ons staat te wachten. Met zo min mogelijk geluid ritst Josef de tas open en rommelt hij tussen de spullen. Één keer prikt hij zich bijna aan een losse rondzwevende naald, maar dan heeft hij haar portemonnee te pakken.
"Rotkinderen!"
Geschrokken kom ik overeind. Josef deinst achteruit over de grond.
"Een beetje in mijn spullen zitten neuzen!" Snauwt mama.
"Cloé ren!" Sist Josef. Ik maak me uit de voeten.
"Niets daarvan!" Roept mama. Ze grijpt me bij mijn arm en haalt uit. Haar vuist raakt me vol in mijn gezicht.En dan ga ik out.
JE LEEST
Ons geheim
General FictionTwee paar azuurblauwe ogen, twee lichamen onder de littekens en één gruwelijk trauma... Josef en Cloé zijn broer en zus. Ze delen een gruwelijke haat tegenover hun moeder: Hun moeder, die de negenjarige Josef en de zevenjarige Cloé in dit verhaal o...