XVI

594 59 2
                                    

Ook de laatste bus zie ik vertrekken. De sterke geur van herfstbladeren dringt mijn neus binnen en schakelt het gevoel van afgunst tegenover de winter in, een gevoel waar ik een hekel aan heb, maar ik haat het niet. Er is maar één gevoel dat ik haat: Het gevoel dat je opgesloten zit, maar dat gevoel is gelukkig diep weggestopt onder een dikke laag andere gevoelens. Een laag waar ik op dit moment eigenlijk geen een uit kiezen kan. Alice wacht op me. En dat weet ik, want ik zie haar staan vanaf hier. Ik ben op een muurtje gaan zitten, vlak bij mijn fiets, in de hoop dat ze weggaat, maar waarschijnlijk merkt ze me zo op en komt ze vragen wat er aan de hand is. Om eerlijk te zijn heb ik geen idee. Misschien ben ik boos op mijn leraar, voor het benadrukken van mijn zwakke punten. Misschien baal ik van mezelf dat ik nog steeds geen autoriteit verdragen kan. Maar het meest waarschijnlijke is dat er geen verklaring is, soms zet iets of iemand gewoon een rot gevoel aan en is het na een poosje onduidelijk wie of wat dat ook al weer was.
"Hey!" Ik schrik op uit mijn gedachten en zie dat Alice me heeft opgemerkt. Alice' gezicht betrekt als ze het mijne ziet.
"Wat is er?" Vraagt ze voorzichtig. "Zo erg was het toch niet bij Feenstra?" Ik schud mijn hoofd.
"Het viel wel mee." Ik lieg, maar weet niet wat ik anders moet. Hij raakte een gevoelige snaar, maar dat kan ik haar niet vertellen. Alice kennende wil ze dan het hele verhaal horen.
"Zullen we anders wat gaan drinken? Ik heb en fake ID, als je wilt kan ik wel drank halen." Ze glimlacht van oor tot oor, maar ik sla haar aanbod af.
"Ik drink niet." Zeg ik hoofdschuddend.
"Wat? Kom op, volgens mij heb je het nodig..." Ze wijst op mijn in het muurtje krassende nagels. "Dat doe je namelijk altijd als je gefrustreerd bent." Het was me nog nooit opgevallen, maar besef me dat het waar is.
"Ik drink niet." Herhaal ik als ze met haar valse ID-kaart begint te zwaaien. Ik word langzaam boos op haar en moet mezelf dwingen niet te ontploffen.
"Ach, ben je nog nooit aangeschoten geweest dan? Waarom drink je niet?" Overweldigt door haar plotselinge vragen spring ik op.
"Waaro.." Begint ze nog eens maar ik laat haar haar zin niet afmaken.
"Omdat ik toen ik verdomme negen was bijna verslaafd ben geraakt aan alcohol, Alice, daarom verdomme!" Ik pak mijn tas op en loop langs haar heen.
"Wat? Hoe?" Hoor ik Alice stotteren.
"Sorry Alice, ik kan je niets uitleggen." Ga ik iets rustiger verder als ik me omdraai en haar beteuterde gezichtje zie. "Ik en mijn broer Josef... Wij... Je waagt het niet om het anderen te vertellen!" Maak ik er dan maar van. Shit, ik heb zojuist ons geheim verklapt en mijn belofte daarmee gebroken.

Ons geheim Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu