10 jaar geleden
Een gigantisch gerammel aan de kooi doet me wakker schrikken. Ik duw tegen Josef aan om hem ook wakker te maken. Moe wrijf ik mijn ogen uit. Helemaal stram probeer ik me te bewegen, maar er is te weinig ruimte.
"Ga je maar opfrissen." Mama doet het piepende deurtje van het slot en geeft ons twee seconden de tijd om uit het hokje te kruipen en ons als de sodemieter naar boven te begeven. Zonder ook maar een woord tegen elkaar te zeggen stuiven we beiden naar onze eigen kamer. Zwijgend trek ik mijn kleren aan. In de badkamer komen Josef en ik elkaar tegen, maar we wisselen geen woord. Onze blikken zijn genoeg om te weten wat we zouden willen zeggen: 'Straks brengt ze ons naar school en is ze heel even aardig, maar daarna is ze gewoon weer gemeen.' Ik zie de droevigheid in Josefs blauwe ogen en zie in de spiegel de machteloosheid in die van mij. Waarom sluit ze ons op? En waarom kan ik er niets tegen doen? Waarom?!
Ik ga naar de wc terwijl Josef zijn tanden staat te poetsen. Hij moet op zijn tenen staan om in de spiegel te kijken en daardoor schuift zijn trui omhoog. Ik houd mijn adem in als ik de wonden in zijn zij zie. Josef ziet het en hoort mijn adem stokken, hij werpt me een blik toe.
"Kijk niet zo." Snauwt hij.
"Ja maar doet het dan geen pijn?" Fluister ik. Josef trekt aan zijn shirt en zucht.
"Wat denk je? Jij hebt ze ook." Mompelt hij. Ik kijk onder mijn shirt en zie de littekens op mijn zij.
"Ja..." Fluister ik. "Maar jij hebt er veel me-..."
"Hou je mond nou en kijk er niet naar, het gaat wel en je moet je geen zorgen maken!" Snauwt Josef. Ik zucht en moet mijn tranen bedwingen. Ik weet wel dat Josef het goed bedoelt, maar ik bedoel het ook niet slecht...
Als Josef ziet dat ik bijna moet huilen zakt hij naast me door zijn knieën en haalt hij een hand door mijn haar.
"Sorry dat ik je afsnauwde." Fluistert hij. "Maar je moet je gewoon niet druk maken om mij oké?" Ik zucht, maar knik.
"Kom, voordat mama ons gaat zoeken." Ik stap van de wc en trek mijn broek op. Josef steekt zijn hand uit en trekt me mee de trap af. Beneden heeft mama twee boterhammen gesmeerd. Ze geeft ze aan en duwt ons naar de auto. Buiten zwaait ze lieflijk naar de buurvrouw en geeft ons door middel van een een por het sein dat we ook maar beter even kunnen zwaaien... Ik lach lieflijk naar haar. Mevrouw Damstra is heel aardig, veel aardiger dan mama. Alleen als mama ons 's ochtends naar school brengt is ze aardig. Dan praat ze met de andere mama's op het schoolplein en drukt ze een kus op mijn en Josefs voorhoofd als afscheid... Maar 's middags doet ze niet eens de moeite om ons op te halen en lopen we het hele eind naar huis. Het is niet ver, maar net lang genoeg om de angstige stilte tussen Josef en mij ongemakkelijk te maken. Josef en ik zitten naast elkaar de reis uit naar school. Als Josef, mama en ik uit de auto stappen zie ik mama direct een praatje aanknopen met een juf van ons. Ik kijk naar Josef. Josef schudt zuchtend zijn hoofd. Ik weet wat hij denkt: 'Laat het toneelstuk beginnen...'
JE LEEST
Ons geheim
General FictionTwee paar azuurblauwe ogen, twee lichamen onder de littekens en één gruwelijk trauma... Josef en Cloé zijn broer en zus. Ze delen een gruwelijke haat tegenover hun moeder: Hun moeder, die de negenjarige Josef en de zevenjarige Cloé in dit verhaal o...