IV

838 66 1
                                    

"We gaan ervoor." Zegt ik terwijl ik Josef een high five geef. "Door nog een dag!" Ik maak er elke morgen een grapje van, maar eigenlijk zijn we super serieus. Op onze eigen manier vertellen we elkaar zo: " 'hang in there' of toch, tot ik terug ben, als je dan valt vang ik je op." Zo komen we de dag door, het vertrouwen in morgen, het vertrouwen dat als we weer thuis zijn, we er voor elkaar zullen zijn. Wat er ook gebeurt...
"Tot vanmiddag zusje." Glimlacht Josef me toe.
"Tot vanmiddag broer." Ik schenk hem een glimlach terug. Josef stapt in zijn auto en ik stap op mijn fiets. Ik sla af richting het fietspaadje achter ons huis. Josef gaat de weg op.
Als ik langs het stuk landbouwgrond vlak bij ons huis fiets wend ik mijn hoofd af. Ik herinner me nog precies hoe het er 10 jaar geleden bij lag. Toen was het nog weiland, er stonden nooit beesten op, het gras is in mijn herinneringen altijd nat en hoog... Acuut stop ik met nadenken. Vanavond mag ik weer instorten, nu eerst de dag door.

"Hey!" Hoor ik, ik kijk om. Het is het meisje van wiskunde gistermiddag.
"Hey." Zeg ik terug, mezelf afsluitend van haar overenthousiaste energiestroom.
"Het was Cloé toch?" Vraagt ze opgewekt.
"Ja Cloé, en jij was?"
"Alice." Antwoordt ze.
"Oja." Kap ik haar af, doend alsof ik haar naam ooit geweten heb. Ik ben bijna nooit in de stemming voor dit soort mensen en al helemaal niet om kwart over acht 's ochtends...
In de drukte van het schoolplein weet ik haar van me af te schudden, maar ze heeft me voor het lokaal bij Engels snel terug te vinden. Beschaamd bedenk ik me dat dat ze bij mij bij Engels zit, betekent dat ik bij haar in de klas zit. Jezus, ik moet echt meer gaan socializen. Josef en ik houden ons verleden niet geheim zodat ik alsnog een loner word...
"Hey, wat doe jij eigenlijk in je vrije tijd?" Vraag ik plotseling aan Alice. Alice, die net een heel verhaal aan het afsteken was, kijkt verbaasd op.
"Ben je geïnteresseerd of doe je dit zodat je niet voor altijd alleen achterin de klas blijft zitten?" Vraagt ze lachend.
"Beide." Geef ik zuchtend toe. "Ik ben nieuw hier, maar er is niemand die de afgelopen twee maanden uit zichzelf op me af is gestapt, behalve jij." Verklaar ik simpel. Alice kijkt verbaasd op dat ik dat zomaar toegeef, maar blijkbaar boeit het haar net zo weinig als ik, want ze begint direct te praten. Ik lach af en toe en knik wat. Eigenlijk boeit het me bar weinig wat ze vertelt, maar ik moet toegeven dat ze met de minuut leuker wordt om naar te luisteren en na een paar uur samen les betrap ik mezelf erop echt leuke gesprekken met haar te voeren. Aan het einde van de dag zwaai ik naar haar als we beiden op de fiets stappen en dat terwijl ik vanmorgen nog helemaal geen zin had in haar energieke gedoe.

"Hey Josef." Zeg ik opgewekt als ik thuis naast hem neerplof op de bank. "Voor je het vraagt, het was leuk op school. Hoe ging die met jou?" Josef zucht.
"Nou..." Ik kan aan zijn gezicht al zien dat er wat loos is.
"Slecht?" Vraag ik. Josef houdt zijn mond. "Sorry." Mompel ik.
"Nou, niet eens op werk, het is gewoon een beetje een 'donkere dag' zoals onze kindertherapeute zo leuk kon zeggen vroeger." Ik zucht en leg een arm om zijn schouders.
"Zal ik een beetje licht van die van mij over die van jou schijnen? Dan zijn we samen weer grijs." Josef lacht.
"Doe maar." Mompelt hij. Ik leg mijn hoofd op zijn schouder en begin een verhaal over twee kinderen met blauwe ogen waarvan eentje met rood haar, die samen een verschrikkelijk leven hadden, tot de allerbeste broer van de wereld, een einde maakte aan de hel...

Ons geheim Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu