XIV

610 60 5
                                    

Tien jaar geleden

De sneeuw was gesmolten, maar het water op de straat vriest nu weer op en dat maakt het spekglad. Mama wilde niet rijden en dus lopen Josef en ik al glibberend en glijdend naar school. Josef heeft zijn arm om mijn middel geslagen om mij te ondersteunen, al leunt hij net zoveel op mij als ik op hem. Zonder een woord te zeggen en ons puur concentrerend op de voetstappen die we zetten, denk ik terug aan vannacht. Volgens mij hebben we beiden geen oog dicht gedaan, al deed Josef net alsof van wel. Ik hoorde mama wel door het huis banjeren hoor, maar gelukkig was ze high genoeg om niet in mijn kamer te komen kijken. Of ze was nuchter genoeg om te beseffen dat Josef normaal nooit voor hulp bij mij zou komen... Ik zucht en mijn gedachten dwalen af.

KLABAM

Beiden liggen we op de grond. Josef kreunt, ik adem geschrokken in. Beiden grijpen we naar onze zij. Ik zucht diep en bijt op mijn lip om niet in huilen uit te barsten.
"Kom." Zegt Josef. Hij helpt me overeind en opnieuw glibberen we weer een paar meter. Tot een van ons weer uitglijdt en we opnieuw bijtend op onze lip de pijn negeren.
Nat en koud van het ijs sta ik even later op het schoolplein. Ik probeer de gedachte, aan wat er zal gebeuren als mama vanmiddag ziet dat we beiden zo nat en vies zijn geworden, te verdringen, maar mijn zij prikt bij elke stap, dus het werkt niet zo goed. Ik voel mijn brandwonden trekken. Zal het opnieuw zijn begonnen te bloeden? Waarschijnlijk wel, maar ik kan er toch niet naar kijken nu, dus laat ik het. Als ik om het hoekje van de school, naar het schoolplein voor de grote kinderen kijk zie ik Josef net zo houterig lopen als ik. Hij voelt het ook trekken, door al die glijpartijen van net.

Ik haat mama om wat ze ons aandoet. Ik wend mijn blik af als Josef opkijkt en me opmerkt. Josef is de beste broer van de wereld, maar op school moeten ze niet denken dat ik niks kan zonder hem. Ik glibber het schoolplein over naar de deur, de bel zal zo gaan. Ik zie andere kinderen ook hoopvol opkijken naar het ding boven de deur. Ze hebben het koud, maar vast niet zo koud als ik. Zij zijn gewoon naar school gereden met de auto, zij zijn niet nat en vies door het ijs en de sneeuw...
Josef en ik zijn anders, maar naast Josef en mijzelf lijkt niemand dat op te merken.

Ons geheim Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu