VI

692 68 1
                                    

*sorry voor het lange gezwets vooraan de track van dit hoofdstuk, maar hij wilde geen betere toevoegen. Het is 'ga maar vast slapen' van jebroer en wudsik.*

Ik zucht diep en zak neer op een stoel.
"Wat is er?" Vraagt Josef verbaasd.
"Ik heb voor het eerst dit seizoen weer een lange broek aan." Verzucht ik. Josef begint te lachen. Ik probeer mijn gezicht in de plooi te houden maar geef toe en lach mee. Het is ook belachelijk. Maar ik háát winter. Josef zucht diep en ploft naast me neer.
"Waarom heb je zo'n hekel aan winter dan?" Vraagt hij.
"Eh, kou, regen, hagel, neerslag in het algemeen..."
"Kerst, sneeuwpoppen, lekker eten, gezelligheid..." Voegt Josef toe. Ik kijk stil naar het tafelblad. Het begon als een dolletje, maar nu raakt hij een gevoelige snaar.
"Welke kerst, welke gezelligheid?" Vraag ik zacht. "Naar wie wil je op bezoek gaan met kerst?"
"Sorry." Mompelt Josef.
"Ik ga een korte broek aantrekken." Merk ik op terwijl ik opsta.
"Nee." Josef trekt me terug op mijn stoel. "Het is te koud Cloé." Zegt hij streng. Ik zucht en sla mijn armen over elkaar. Hij heeft gelijk. Zoals hij altijd gelijk heeft... Ik haal een hand door mijn haar en slik een paar keer om te zorgen dat ik geen domme dingen zeg. Dat verdient hij niet. Josef niet.
Zwijgend sta ik op en smeer ik ontbijt.
"O please Cloé, ga me niet doodzwijgen nu." Hoor ik vanaf de keukentafel. Ik voel een steek door mijn hart. Wat ben ik toch een rotkind af en toe. Hij beschermt en verzorgt me al mijn hele leven en wat doe ik? Ik wordt boos omdat ik geen korte broek aan mag trekken van hem.
"Ik houd me alleen in." Reageer ik zuchtend. "Want je hebt gelijk, zoals altijd." Josef schenkt me een glimlach.
"Wanneer moet je op school zijn?" Vraagt hij als ik met mijn brood naast hem neerplof.
"Half tien pas." Breng ik met mijn mond vol uit, ondertussen wat gekalmeerd.
"A vandaar dat je er nog bent." Mompelt Josef.
"Waarom ben jij er nog dan?" Vraag ik mijn hap doorslikkend.
"Wel ik heb avondshift." Verzucht hij.
"O." Is alles wat ik daarop zeg. Ik vind het niet leuk als hij er niet is 's avonds. Ik voel me altijd zo onbeschermd als hij er niet is, ik ben bang dat ik domme dingen ga doen. Zoals toen de ene avond... En ik maak me stiekem ook zorgen. Zorgen zoals ik me vroeger maakte als ik weer eens op bed moest en Josef nog beneden was, in de kooi...
Josef ziet mijn teleurgestelde gezichtje. Hij legt zijn vinger onder mijn kin en zoekt oogcontact.
"Ga vanavond maar gewoon op bed, en maak je niet druk om mij." Ik zucht. "Alsjeblieft?" Vraagt hij. Ik knik, maar ik weet dat hij de weifeling in mijn ogen ziet. Ik sta op en leg mijn armen om hem heen.
"Ik heb er ook een hekel aan alleen op bed te gaan..." Fluistert hij. "Maar we zijn niet langer die kleine kindjes in mama's kooi..." Ik glimlach, omdat het waar is. Hij heeft gelijk. Zoals hij altijd gelijk heeft.

Ons geheim Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu