XLI

499 57 3
                                    

"Au! Je doet me pijn!" Roep ik als ze me uit de auto sleurt. Een paar mensen kijken raar op. Ze zien een vrouw van middelbare leeftijd die een roodharige puber van zeventien uit de auto trekt en meeneemt naar het kleine gebouwtje van jeugdzorg, middenin de stad.
"Jij mij vanmiddag ook bijna." Sist ze. We strompelen samen het gebouw binnen. Achter de bali zit een vrouw met een zwart koptelefoontje. Ze praat erin, maar ze stopt onmiddellijk als ze de verwoede vrouw naast me ziet.
"Laat me los!" Roep ik als ze me voor de zoveelste keer beetpakt bij mijn bovenarm. Niemand dwingt mij ergens toe en al helemaal niet op deze, uiterst fysieke, manier.
"Ik kan dit kind niet meer helpen." Zegt ze zakelijk, haar jas rechttrekkend. "We hebben constant ruzie en gisteren viel ze me aan." Ik rol met mijn ogen.
"Cloé?" Hoor ik een strenge stem vragen. Ik kijk om en kijk in een bekend gezicht. Mevrouw Van Echten kijkt me doordringend aan. "Kom jij maar even mee." Ze wijst naar een deur die naar achteren lijdt. "Wij gaan even praten." Gewillig loop ik mee. Deze vrouw heeft, in tegenstelling tot het takkewijf achter mij, mijn respect gewonnen en dat is een knap staaltje werk. Mevrouw Van Echten schudt haar hoofd.
"Ga zitten." Zegt ze. Ik ga zitten en staar naar het tafelblad. Nu zal het komen... "Ik ben ernstig teleurgesteld als je die vrouw echt hebt aangevallen, maar voor ik mijn conclusies trek wil ik jou verhaal horen." Ik slik.
"Sorry, het ging mis. We zaten al de hele dag op elkaars lip en toen maakte ze echt een gigantisch stomme opmerking en ik flipte. Ik gaf haar een duw en ze struikelde, maar ik was laf en ik rende naar boven." Ik fluister het bijna, maar ik weet zeker dat het geluid van mijn stem galmt in mevrouw Van Echten's oren... Ze zal wel teleurgesteld zijn...
"Gelukkig was je te laf." Verbetert ze me, maar als ik opkijk zie ik eigenlijk alleen maar begrip in haar ogen. "Wat zei ze dan?" Ik slik.
"Dat ze na al die jaren echt wel het verschil zag tussen beschadigde en kapotte kinderen. Ze voegde eraantoe dat ik kapot ben..." Verzucht ik. Mevrouw Van Echten knikt.
"Ik snap het maar ik kan het natuurlijk onmogelijk goedkeuren. Weet je wel in welke situatie je jezelf geholpen hebt?" De deur gaat open.
"Wat moet ik doen? Ze dreigt haar op straat te zetten als we niet snel een ander onderkomen vinden." Zegt de vrouw met het koptelefoontje rustig. Ik zucht.
"Daarin dus." Mompel ik. Mevrouw Van Echten knikt.
"Zeg maar dat we ons best gaan doen." Verzucht mevrouw Van Echten. "Maar ze zal haar echt nog even weer mee moeten nemen." De vrouw knikt. De deur gaat weer dicht.
"Je hoort het. Je moet wéér ergens anders heen en als je pech hebt is dat het opvangcentrum." Ik huiver. Mevrouw Van Echten ziet het.
"Het spijt me Cloé, maar je hebt het deels aan jezelf te danken." Ik schud lichtjes mijn hoofd.
"Mama heeft het gedaan." Mompel ik. Mevrouw Van Echten zucht.
"Daar heb je gelijk in, maar jij zal als geen ander moeten weten dat je er nu alleen voor staat en je er het beste van zult moeten proberen te maken..." Zegt mevrouw Van Echten streng maar rechtvaardig, Ik knik. Ik zal mezelf moeten redden.

Ons geheim Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu