Tien jaar geleden
Ik sta voor de spiegel en kijk walgend naar de wonden en littekens in mijn zij. Ik bedenk me wat Josef heeft gezegd over de tweeling, over de jongen en over het meisje en haar broertjes... Niemand mag het weten, niemand mag het zien! Ik zoek mijn hele kast door op zoek naar een jurk, maar ik heb er maar eentje en die is voor in de zomer. Ik zucht. Dan maar een lange trui. Ik graaf in mijn la en vind onderin een wollen trui. Hij is veel te groot en waarschijnlijk heel lang van Josef geweest. Ik trek hem over mijn hoofd en komt tot de conclusie dat hij veilig genoeg is. Er is geen mogelijkheid dat iemand mijn littekens ziet en de lange mouwen beschermen mijn blauwe plekken tegen het licht. Ik trek een broek aan die ik van mijn bureaustoel trek. Als ik mijn kamer uit kom, kijkt Josef me raar aan.
"Wat is er?" Vraag ik ongemakkelijk.
"Wat heb jij nou aan? Die trui is je veel te groot." Zegt hij bijna lachend.
"Nou en!" Zeg ik fronsend. "Jij zei..." Ik besef me dat ik aan het schreeuwen ben en ga verder op een zachtere toon. "Jij zei dat we voorzichtig moesten zijn. In deze trui is er geen enkele kans dat iemand mijn zij of mijn arm ziet." Josef zucht begrijpend.
"Ik snap het." Zegt hij zacht. "Ik ben ook bang Cloé." Zegt hij zacht als hij mijn bange snoetje ziet. "Maar we moeten het ook niet overdrijven. Dan valt het juist weer op." Ik zucht en loop terug mijn kamer in.
"Wacht, Cloé, we moeten naar school." Roept Josef me na. "Kom, als iemand vraagt naar je trui zeg je maar dat je het koud had vanmorgen, afgesproken?" Ik knik en loop met gefronst voorhoofd achter Josef aan naar beneden. In de gang blijf ik even stil staan. Josef draait zich naar me om.
"Wat is er?" Vraagt Josef als hij de frons in mijn voorhoofd ziet.
"Niets, ik vroeg me gewoon af wat ik zou doen zonder jou..." Mompel ik. Bijna moet ik huilen als ik de pijn in Josefs ogen zie. Josef ziet het en legt een arm over mijn schouders.
"Kop op, ik ben er toch nog?" Ik knik. Het is even stil. "Ik heb je echt bang gemaakt gisteren of niet?" Ik knik opnieuw en bedenk me dat ik vannacht echt heel slecht geslapen heb. Het is weer een seconde stil.
"Het gaat tot nu toe nog goed." Zegt Josef dan standvastig. "We moeten gewoon doen wat we altijd doen, dan komt het wel goed..." Josef pakt mijn schouders en wil verder praten, maar we worden onderbroken.
"Jullie ontbijt ligt op tafel, neem het mee en stap in de auto. Jullie moeten naar school." Zegt mama, terwijl ze de gangdeur open doet. Ik zucht en sluip op mijn hoede langs haar de kamer in. Josef en ik grijpen ons ontbijt en lopen naar buiten. Zoals altijd zwaaien we even lieflijk naar mevrouw Damstra en stappen we emotieloos de auto in, want, niemand mag het weten.
JE LEEST
Ons geheim
General FictionTwee paar azuurblauwe ogen, twee lichamen onder de littekens en één gruwelijk trauma... Josef en Cloé zijn broer en zus. Ze delen een gruwelijke haat tegenover hun moeder: Hun moeder, die de negenjarige Josef en de zevenjarige Cloé in dit verhaal o...