XXIV

515 56 5
                                    

Tien jaar geleden

"Het is mijn schuld." Ik barst in huilen uit als ik het Josef hoor zeggen.
"Nee, Josef niet doen." Fluister ik. Maar Josef negeert het en gaat stug door met waar hij mee bezig is.
"Ik deed de deur op slot, Cloé kon er niets aan doen." Ik hoor de trilling in zijn stem. Nog even en ook hij begint te huilen. Ik zie de twijfeling in mama's ogen. Ze pakt mij bij mijn blote armpje.
"Cloé!" Gilt Josef.
"Josef!" Gil ik.
"Hou je stil kind." Sist mama. "Oprotten." Snauwt ze terwijl ze me richting mijn kamer duwt. In mijn ooghoek zie ik het badwater nog in het bad zitten. Een naar voorgevoel doet me nog harder huilen. "Alsjeblieft niet mama, doe het hem niet aan." Smeek ik nog, maar mama doet de deur dicht en geheel tegen haar principes in op slot. Ik hoor Josef smeken en gillen, nee niet gillen, krijsen. Ik voel zijn angst en begin dan zelf ook te gillen, puur om zijn gegil te blokken en eigenlijk nog meer om de stiltes tussen zijn gillen door op te vullen. Ik weet wat mama met hem doet en kan er niets aan veranderen. Josef is zo bang voor water en na vandaag wordt die angst alleen maar groter...
Als ik zelf even stop met gillen om adem te halen merk ik een beangstigend lange stilte op. Het duurt een paar seconden voor ik doorheb wat dat betekent. In paniek ren ik naar de badkamer. Met mijn vuistjes ram ik op de deur.
"Mama doe open! Mama laat hem niet stikken! Alsjeblieft!" Gil ik. Mijn stem wordt langzaam schor van het gillen. "Mama?" Smeek ik. Er klinkt een klik in het slot. Snel deins ik achteruit om de deur niet tegen mijn neus te krijgen.
"Hij is van jou." Mompelt mama. Snel ren ik de badkamer binnen. Ik tref hem water ophoestend aan. Zijn hele bovenlichaam is nat.
"Cloé?" Vraagt Josef schor. "Volgende keer maakt ze me dood." Mompelt hij. De tranen biggelen over zijn toch al natte wangen. Het is even stil.  "Ik ga nooit meer in bad Cloé." Huilt Josef hartverscheurend. "Ik ga nooit meer in bad." Herhaalt hij zacht. Ik omhels hem en bijt op mijn lip om niet nog eens keihard te gaan huilen. Josef klampt zich aan me vast.
"Waarom gaan we niet weg?" Fluister ik.
"Omdat dat niet kan." Fluistert Josef.
"Waarom niet?" Vraag ik. "Straks vermoordt ze ons."  Josef zucht.
"We kunnen nergens heen." Mompelt hij. En ik weet dat hij gelijk heeft.

Ons geheim Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu