Pas nadat ik kennis heb gemaakt met het 15e potentiële vriendje geeft Alice het lachend op en besluit ik dat ik maar eens een taxi naar huis moet gaan regelen voor mezelf. Alice en ik lopen lachend naar buiten.
Van schrik stop ik met lachen als ik zie dat het donker is geworden.
"Hoe laat is het?" Vraag ik aan Alice.
"Half zeven hoezo?" Antwoord ze. Ik zucht diep.
"Ach niets, ik had gewoon nog niet door dat het zo donker was." Ik haal mijn mobiel uit mijn zak en toets het nummer van Josef in. Mooi niet, dat ik nu nog naar huis fiets.
"Wie bel je?" Vraagt Alice.
"Mijn taxi." grap ik. "Mijn broer." Alice knikt begrijpend.
"Hey." Begin ik.
-"Hey, laat me raden, je wilt dat ik je ophaal."
Ik lach.
"Ja, wil je dat doen?"
-"Wil die vriendin ook een lift?" Ik tik Alice aan.
"Wil je een lift?" Alice kijkt verbaasd op.
"Ja, tuurlijk."
"Ja." Zeg ik door de telefoon.
-"Waar kan ik je halen?" Hoor ik Josef vragen.
"In het centrum, bij..." Ik kijk om. "Café In de Luim ofzo?" Ik hoor Josef lachen.
-"Ik weet wat je bedoelt, ik kom eraan." Ik stop mijn telefoon weg en leun tegen een lantaarnpaal. Ik voel het koude ijzer door mijn jas heen, maar negeer het. Met mijn sneaker schop ik een blaadje weg uit mijn pad.
"Mag ik iets vragen." Hoor ik zacht naast me. Ik zucht diep, maar knik Alice toe. Eigenlijk wacht ik al de hele middag op dit moment. Ik schenk haar een glimlach, maar voel me stiekem alleen maar opgelaten. Alice slikt.
"Heb jij wel ouders?" Vraagt ze dan zacht. Ik schud mijn hoofd. Alice kijkt niet verbaasd, alleen alsof ze zojuist een bevestiging heeft gekregen. Een bevestiging van iets wat ze eigenlijk al wist.
"Maar weet je wat Alice?" Begin ik. "De ene maakte een hel van mijn leven en de ander liet ons in de steek. Het is alleen..." Het valt even stil. Ik zie lichten van een auto en bedenk me dat het Josef moet zijn. "Het is alleen een geheim tussen Josef en mij. Ik kan er echt heel slecht over praten met andere mensen en dat ga ik dus ook niet doen. Alles wat ik van je vraag is dat je je stil houdt. Niemand hoeft iets te weten en ook Josef hoeft niet te weten dat jij het weet afgesproken?" Ik haal een hand door mijn rode haar en steek hem daarna uit naar Alice. Alice schudt mijn hand. Ik knik haar dankbaar toe.
"Kom, Josef is er." Wenk ik terwijl ik richting de auto loop.
En nu maar hopen dat ze haar woord houdt.
JE LEEST
Ons geheim
General FictionTwee paar azuurblauwe ogen, twee lichamen onder de littekens en één gruwelijk trauma... Josef en Cloé zijn broer en zus. Ze delen een gruwelijke haat tegenover hun moeder: Hun moeder, die de negenjarige Josef en de zevenjarige Cloé in dit verhaal o...