Tien jaar geleden
Met ingehouden adem luister ik naar mama's zinnen. Ze houden geen enkel verband en het is moeilijk om er iets uit op te maken, maar wat duidelijk is, is dat ze het heeft over Josef en mij: Er zijn maar twee kinderen in de wereld waar ze zo over zou praten.
"Die stomme kinderen... Wat een ellende... Wat een ellende..." Ze praat in zichzelf, maar ik hoor aan haar stem dat ze nuchter is. "Ze ruïneren me! Ik moet van ze af..." Met mijn handen voor mijn mond geslagen luister ik naar de klanken van haar stem door de deur. "Maar hoe kom ik van twee lichamen af...?" Mijn ogen worden groot. Die stomme kinderen...ze ruïneren me...ik moet van ze af...twee lichamen... Langzaam maakt het rijtje zich af in mijn hoofd. Ze gaat ons vermoorden. Mijn laatste restje moed zakt me definitief in de schoenen en er springen tranen in mijn ogen. Ik moet Josef waarschuwen! Maar het duurt nog even voor ik me uit de voeten maak: Mijn spieren verstijven zich van angst, mijn lichaamstemperatuur verspringt meerdere keren van veel te warm naar te koud en pas na drie keer bijna te stikken omdat ik vergeet adem te halen, spring ik op en sluip ik naar beneden. Helemaal wit weggetrokken kijk ik verbouwereerd om de hoek van de deur de kamer in. Josef ziet het en schrikt van mijn aanblik.
"Jeetje Cloé! Wat is er?" Ik strompel naar hem toe.
"Mama praatte weer in zichzelf." Breng ik over mijn toeren uit.
"En je hebt haar weer afgeluisterd?" Ik knik. "Ik heb al eerder gezegd dat je dat niet moet doen. Je wordt er alleen maar bang van. Ze is niet nuchter dat weet je."
"Jawel Josef, ze was nuchter ik weet het zeker." Fluister ik indringend. "Ze zegt dat ze zich afvraagt hoe ze van twee lichamen af kan komen." Geschrokken schudt Josef me door elkaar.
"Serieus?" Vraagt hij in shock. Hij bijt op zijn lip zoals hij dat vaker doet als hij nadenkt. "En ze was zeker weten nuchter?" Ik knik. "Verdomme." Mompelt Josef. Mijn onderlip trilt.
"Wat moeten we nu doen?" Vraag ik zacht. "Ze gaat ons vermoorden Josef!"
"We moeten hier nu echt weg." Zegt Josef. "We moeten een plan maken en dan moeten we hier echt weg." Ik staar hem ongelovig aan. "Eens?" Vraagt Josef gehaast. Ik knik net zo gehaast. "Ik maak een plan." Zegt Josef. "Ik los het op oké?" Ik slik, maar weet mezelf zover te krijgen te knikken. Een traan loopt over mijn wang.
"Ik houd van je Josef." Mompel ik als Josef opnieuw nadenkend voor zich uit staart. Josef kijkt op en zucht serieus.
"Ik..." Ik hoor aan zijn stem dat ook bij hem het laatste restje hoop is weggezogen. Josef neemt een hap adem om niet net als ik te gaan huilen. "Ik ook van jou Cloé."
JE LEEST
Ons geheim
General FictionTwee paar azuurblauwe ogen, twee lichamen onder de littekens en één gruwelijk trauma... Josef en Cloé zijn broer en zus. Ze delen een gruwelijke haat tegenover hun moeder: Hun moeder, die de negenjarige Josef en de zevenjarige Cloé in dit verhaal o...